Adviesbureau Inno-V gaat benchmark De Lijn uitvoeren
In het decreet Basisbereikbaarheid van de Vlaamse Regering werd bepaald dat De Lijn een benchmark-vergelijking moet doorstaan om ook in de toekomst als interne exploitant te kunnen opereren. Die benchmark is een vergelijking met internationale private OV-aannemers. Het Nederlandse adviesbureau Inno-V wordt door de Vlaamse regering aangesteld om de deze benchmark uit te voeren.
Inno-V is een onafhankelijk adviesbureau voor mobiliteit, gespecialiseerd in openbaar vervoer, multimodaal reizen en marktwerking. “De Lijn moet zich bewijzen via deze benchmark, maar ik heb er vertrouwen in dat de vervoersmaatschappij dit goed zal doorstaan,” zegt Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters. “Deze benchmark kan De Lijn een boost geven, een goed rapport geeft altijd energie. De conclusie van de benchmark verwachten we in het najaar van 2020”.
De Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn is momenteel de interne operator van het openbaar vervoer (voornamelijk trams en bussen), in Vlaanderen. Dat geeft haar de facto een monopolie. In de vorige regeringsperiode werd er afgesproken binnen de Vlaamse regering dat De Lijn een vergelijkende studie moet doorstaan als ze de status van interne exploitant wil behouden waardoor dit decretaal verankerd werd. Doorstaat De Lijn de internationale vergelijking niet, dan verliest het OV-bedrijf haar status en kan het door een andere exploitant worden vervangen. De benchmarkstudie die wordt uitgevoerd vloeit voort uit het decreet Basisbereikbaarheid. Artikel 34 biedt de mogelijkheid om voor de uitvoering van het Kern- en Aanvullend Net beroep te doen op een interne exploitant.
In het verleden vond al een benchmark plaats en werd een studie gevoerd in vergelijkbare regio’s zoals de Nederlandse provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Limburg, de Verkehrsverbünde Nordrhein-Westfalen en de operatoren in Schotland. Het onderzoek zal aangevuld worden met andere regio’s die aan welbepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden hebben onder andere betrekking op de bevolkingsdichtheid, ruimtelijke spreiding, kostendekkingsgraad en vergelijkbare vervoersmaatschappijen.
Verder worden vier efficiëntieconcepten vergeleken: productieve efficiëntie, kostenefficiëntie, allocatieve efficiëntie en dynamische efficiëntie. Hier onderzoekt men onder meer de kostendekking, de gemiddelde reizigerskosten, -tarieven en -subsidie, en dienstkwaliteit. De studie kan in het najaar worden verwacht, zodat er definitief een beslissing kan volgen voor de interne exploitatie na het doorlopen van deze benchmark. De kosten voor deze studie bedragen € 289.000.”
- Adviesbureau Inno-V gaat benchmark De Lijn uitvoeren.