Gaat een Europese toezichthouder de dominante marktpositie van grote digitale platforms aanpakken?
Een Europese toezichthouder moet met gedrags- en toegangsmaatregelen een te dominante marktpositie van grotere digitale platforms per geval kunnen aanpakken. De diverse beoogde maatregelen staan in een deze week gepubliceerd voorstel van de staatssecretarissen Cédric O (Frankrijk, Digitalisering) en Mona Keijzer (Nederland, Economische Zaken en Klimaat). Deze maatregelen moeten gaan gelden voor platforms waar consumenten of ondernemers nauwelijks omheen kunnen en die daarmee een zogenoemde poortwachterspositie hebben. Dat zou kunnen betekenen dat niet alleen platforms als Amazon, maar ook Uber er zeker mee te maken krijgen.
De Franse en Nederlandse staatssecretaris noemen als voorgestelde maatregelen onder andere de verplichting voor dergelijke platforms om gegevensoverdraagbaarheid mogelijk te maken, zodat ondernemers over hun eigen data kunnen beschikken en deze elders kunnen benutten. Een andere maatregel is een verbod voor deze platforms op het voortrekken van eigen diensten waarmee andere gebruikers worden benadeeld. Ook moeten verdergaande toegangsmaatregelen kunnen worden opgelegd, zoals een verplichting voor platforms om data te delen, interoperabiliteit mogelijk te maken of om proactief alternatieve keuze-opties naast hun eigen diensten aan te bieden aan gebruikers.
“De platformeconomie biedt consumenten veel voordelen en ondernemers kansen op online groei,” stelde Mona Keijzer. “Maar soms worden bepaalde digitale platforms te machtig. Denk bijvoorbeeld aan de afhankelijkheid van appstores. Daarom moet eerder worden ingegrepen als een platform met een poortwachtersfunctie de markt daadwerkelijk verstoort. Ze belemmeren dan de toetreding van nieuwe bedrijven en beperken de keuzevrijheid van consumenten en ondernemers. Een Europese toezichthouder moet hier effectief tegen optreden. Zo ontstaan eerlijkere digitale markten en kunnen consumenten en ondernemers optimaal profiteren van de kansen van de platformeconomie.
Staatssecretaris Cédric O (Frankrijk): “Het is onze gemeenschappelijke ambitie om met efficiënte maatregelen te komen om de marktmacht van dergelijke platforms aan te pakken en open te breken. Toegang tot gegevens, tot diensten, interoperabiliteit… dat zijn efficiënte op maat gemaakte instrumenten die eerlijke marktwerking bevorderen en de keuzevrijheid van de consument waarborgen. We zijn blij om hierover schouder-aan-schouder te staan met Nederland en met andere Europese landen en ik steun daarnaast ook de ambities van EU-commissaris Breton op dit gebied, inclusief de mogelijkheid om uiteindelijk waar nodig voor structurele maatregelen te kunnen kiezen. Frankijk blijft dit onderwerp nauwlettend volgen om de ambities uiteindelijk om te zetten.
Scherper toezicht en vooraf ingrijpen bij platforms met een poortwachterspositie was vorig jaar één van de voorstellen van staatssecretaris Mona Keijzer. De Europese Commissie heeft afgelopen zomer de Nederlandse inzet om deze mededingingsproblematiek aan te pakken in haar beleidsvoornemens opgenomen. Met dit voorstel (een non-paper) leveren Frankrijk en Nederland een verdere uitwerking van deze ideeën aan om zo bij te dragen aan een concreet voorstel waarmee de Europese Commissie naar verwachting eind dit jaar zal komen.
De vraag is of de andere Europese landen warm lopen voor een Europese toezichthouder, stelt Peter Teffer, auteur van het EU-insiderboek ‘Het lijkt Washington wel – Hoe lobbyisten Brussel in hun greep hebben’: “Ik vind het lastig om iets te zeggen over de haalbaarheid van dit specifieke voorstel zonder een rondje te hebben gebeld met de andere lidstaten. Immers dergelijk beleid kan alleen worden ingevoerd als de andere EU-landen het ook willen.”
“In het algemeen kan ik zeggen dat de nationale regeringen niet vaak staan te springen bij het idee om een Europese toezichthouder op te richten. Meestal willen lidstaten zelf de controle houden over toezicht. Daarbij kan de Europese Commissie vanuit het mededingingsrecht nu soms ook al ingrijpen.”
- Peter Teffer: “In het algemeen staan de nationale regeringen niet vaak te springen bij het idee om een Europese toezichthouder op te richten. Meestal willen lidstaten zelf de controle houden over toezicht.” Redactiefoto.