Rotterdam (en de RET) krijgen hun zin met nieuwe oeververbinding Kralingen-Feyenoord
Gisteravond knalden ongetwijfeld de champagnekurken in het RET-hoofdkantoor. Dit weekend pleitte CEO Maurice Unck in het FD nog hartstochtelijk voor de verbinding van het rijke Kralingen met het arme Rotterdam-Zuid en Feyenoord City. Alleen die link zou in zijn ogen garanties bieden voor de broodnodige uitbreiding van het metronet en voor de stedelijke versterking van Rotterdam. Een keuze voor de andere variant betekent “een gemiste kans”. En die variant is dus ook niet gekozen. Het wordt de favoriete verbinding van de RET en Rotterdam.
Met die uitspraak streek Unck de fervente voorstanders van de zogeheten oost-oost-variant tegen de haren in. De gemeenten Krimpenerwaard en Krimpen aan den IJssel, bijgestaan door de grote goederenvervoerorganisaties, zetten juist daar op in omdat die variant hun gebied meer ontsluit en hun verkeersknelpunten beter oplost.
Maar de RET-directeur zag en ziet dat anders. Zijn meer naar het westen gelegen voorkeursvariant noemt hij “van levensbelang voor de leefbaarheid en de economische ontwikkeling van de stad”. De andere sluit volgens de directeur van de RET niet aan bij de ingrijpende ontwikkelingen die Rotterdam te wachten staan. “Die ligt niet in het hart van waar het de komende jaren in de stad gebeurt.”
Rotterdam trok aan het langste eind in de strijd met de omliggende gemeenten over de locatie van de nieuwe oeververbinding. De regio
en het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W) kozen dinsdagavond voor de verbinding tussen de noordelijke wijk Kralingen met de zuidelijke wijken van Rotterdam: gunstig voor het grote gebiedsontwikkelingsproject Feyenoord City. Er moet nog bepaald worden of de nieuwe oeververbinding een tunnel of een brug moet zijn.
Toch staan de ‘concurrerende’ gemeenten niet met lege handen. Dinsdagavond is ook besloten dat er aansluitend geld wordt vrijgemaakt voor de aanpak van het knelpunt bij de Algerabrug. Dat gaat maximaal €90 mln kosten, waarvan nog voor €30 mln financiële dekking moet worden gevonden.
De oeververbinding is een project dat wordt getrokken door vier partijen: het Rijk, de MRDH, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Rotterdam. Zij gaan nu verder onderzoeken wat voor oeververbinding er het beste kan komen. Eén is volgens de Rotterdamse wethouder Judith Bokhove zeker: de verbinding moet een nieuwe hoogwaardige ov-verbinding mogelijk maken.
• Rotterdam (en de RET) krijgen hun zin met nieuwe oeververbinding. Foto RET/Rick Keus.