Opinie: Maakindustrie en politiek geheugenverlies
Bij de opening van de nieuwe busfabriek van VDL Bus & Coach waren ook Vlaams minister-president Jan Jambon (NVA) en Vlaams mobiliteitesminister Lydia Peeters, tevens voogdijminister voor de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, van de partij. Het duo toonde zich haast de grootste voorvechter ooit van de Vlaamse en Europese maakindustrie. Je werd er ongemakkelijk van en zou haast plaatsvervangende schaamte tonen. Terwijl VDL-toplui herhaaldelijk en terecht wezen op de deloyale concurrentie vanuit China en zinspeelden op het recente order van De Lijn om 92 elektrische bussen te bestellen bij het Chinese BYD, was die toewijzing uit hun geheugen gewist. Geen woord erover, en toch was minister Lydia Peeters een vurig pleitbezorger van die toewijzing.
Jan Jambon sneerde nog wel even naar Lydia Peeters en stelde vervolgens te geloven in een sterke Europese maakindustrie in een dichtbijgelegen afzetmarkt en nabij haar klanten. “VDL geeft de positieve boodschap dat het bouwen van bussen in Vlaanderen en Europa toekomst heeft. Petje af voor VDL dat al tien jaar inzet op elektrische bussen en op de nieuwe Citea die uitblinkt op het vlak van batterijtechnologie en efficiëntie. De nieuwe vestiging van VDL getuigt ervan dat het een haalbaar plan is voor de maakindustrie in Vlaanderen”.
Lydia Peeters beperkte zich tot wat cijfertjes. Hoe VDL de belangrijkste handelspartner van De Lijn is met 1.200 bussen op een totaal van 2.200, hoe men tegen 2027 wil beschikken over 1.600 zero-emissiebussen. Verder maakte zij zich ervan af door te stellen dat De Lijn nog een raamcontract met VDL heeft voor mogelijke levering van 300 bussen. Ook hoopte zij vurig dat de bestelde HVO-trambussen voor het Spartacusplan in haar provincie Limburg zo snel mogelijk geleverd konden worden. In mei 2024 zijn het immers verkiezingen en Peeters wil graag aantonen dat ze in haar eigen kieskring iets in beweging kan zetten op het vlak van mobiliteit.
De Spartacusbussen die tussen Hasselt, Genk en Maasmechelen gaan rijden, zijn daar één element van, net zoals de eerste nieuwe zero-emissiebussen van Van Hool die in Limburg moesten rijden. Even goed pronkte zij in de media bij de eerste grote private busvloot in Limburg, ook al werd die tijdelijk geladen door dieselgeneratoren omdat netwerkbeheerder Fluvius het elektriciteitsnet niet tijdig kon aanpassen.
- “Terwijl VDL-toplui herhaaldelijk wezen op de deloyale concurrentie vanuit China en zinspeelden op de recente order van De Lijn om 92 elektrische bussen te bestellen bij het Chinese BYD, was die toewijzing al uit het geheugen van de politici gewist.”Foto BYD.