De Duitse taxisector eist landelijk minimumtarieven voor huurauto’s op 2 juli. De directeur van de Duitse taxi-organisatie BVTM, Michael Oppermann, bekritiseert de gemeenten in Duitsland: “De taxichauffeurs hebben geen geld meer en zijn het zat. De autoriteiten kijken de andere kant op, terwijl ze wel iets zouden kunnen doen.” 

Dit worden waarschijnlijk taxidemonstraties van een omvang die in Duitsland niet meer zijn gezien sinds de tijd van de voormalige mobiliteitsminister Andreas Scheuer: Taxichauffeurs in Duitsland gaan de straat op. Het Bundesverband Taxis und Mietwagen (BVTM) heeft opgeroepen tot een ‘Nationale TAXI-actiedag’ in de week na volgende week, woensdag 2 juli. In meer dan tien steden zijn demonstraties en marsen geregistreerd. Directeur Michael Oppermann verwacht enkele duizenden deelnemers in heel Duitsland. “Het protest roept steden op om ook voor Uber & Co. minimumprijzen in te voeren. Zo kunnen steden sociale dumping voorkomen en een gelijk speelveld creëren met de prijsgereguleerde taxibranche”, aldus Oppermann. 

“In de taxibranche gelden officieel vastgestelde prijzen en auditbestendige registraties van alle transacties – bij Uber & Co. regeert het Wilde Westen en de willekeur. Zo kan concurrentie niet functioneren. Wij eisen een gelijk speelveld: minimumprijzen voor iedereen, niet alleen voor ons”, legt Oppermann, die de protesten coördineert, uit. 

Tot nu toe zijn er protesten aangekondigd in de volgende steden: Berlijn, Bochum, Darmstadt, Dortmund, Duisburg, Düsseldorf, Frankfurt am Main (hier al op 1 juli), Hannover, Keulen, Mainz en Stuttgart. Volgens de BVTM zijn andere steden “on hold”, wat betekent dat ze wachten op verdere gesprekken met politici en bestuurders. 

• BVTM-directeur Michael Oppermann: “In de taxibranche gelden officieel vastgestelde prijzen en auditbestendige registraties van alle transacties – bij Uber & Co. regeert het Wilde Westen en de willekeur.” Illustratie BVTM.