PV

About PV

Posts by Katie Challans:

Rover-Limburg ergert zich aan onbetrouwbare Drielandentrein

Of het nu komt door personeelsuitval, materieeluitval of een vertraagde goederentrein die er tussendoor wordt gepland: de reiziger tussen Luik, Maastricht, Heerlen en Aken kan niet rekenen op een betrouwbare dienstregeling en hier ondervinden ook andere reizigers hinder van. Rover-Limburg stelt de kwestie via het regionale reizigersoverleg aan de kaak.

“De kinderziektes tussen Luik en Maastricht duren al 5 jaar, reizigers vanuit Landgraaf komen vaak niet verder dan Heerlen omdat de trein niet naar Maastricht doorrijdt”, verzucht Kees Braam, voorzitter van Rover-Limburg. De onbetrouwbaarheid van de trein is de Rover-afdeling een doorn in het oog: “het goederenvervoer dat tussendoor komt, daar kan Arriva niets aan doen, maar twee jaar na de coronacrisis is de vervoerder ook nog steeds geen oplossing voor de personeels- en materieeluitval op het spoor.”

De vertragingen van de Drielandentrein hebben ook gevolgen voor andere reizigers. Omdat de vertraagde trein spoor 4 in Heerlen bezet houdt, moet de trein tussen Kerkrade en Maastricht op een plekje wachten en kunnen reizigers fluiten naar hun overstap richting Eindhoven. “In misschien wel 40 % van de gevallen missen zij hun aansluiting in Heerlen, met tot gevolg een half uur verloren wachttijd en vooral een hoop frustratie die mensen voorgoed de trein uit jaagt”, vreest Kees Braam.

Rover-Limburg stelde al eerder voor om spoor 4 in Heerlen te splitsen in een 4a en een 4b waarbij voldoende ruimte zou moeten zijn om twee treinen achter elkaar te laten halteren. Een kleine ingreep met een groot positief effect, want hierdoor kan de olievlekwerking van de vertraagde trein uit Aken worden beperkt. Rover-Limburg gaat de onbetrouwbare dienstregeling via het reizigersoverleg bij de provincie aankaarten.

Rover-Limburg ergert zich aan onbetrouwbare Drielandentrein. Foto Rover.

Dinner Train failliet verklaard

De rechtbank in Zeeland-West-Brabant heeft Dinner Train failliet verklaard, meldt Transport Online. De onderneming, die luxe diners aanbood in een rijdende trein, kampte afgelopen weken al met problemen. Daarom waren alle ritten geschrapt. De rechter heeft een curator aangewezen, die moet kijken of er nog een doorstart voor het bedrijf in zit.

Dinner Train zette onlangs een streep door alle ritten omdat er technische problemen waren rond de rijtuigen waarvan gebruik werd gemaakt. Mensen die al hadden geboekt hoorden soms kort voor vertrek, en soms helemaal niet, dat hun trein niet meer zou rijden.

Het leek er meteen al op dat er ook financiële problemen speelden. Op sociale media klaagden veel gedupeerden dat ze het geld van hun reservering niet meteen terugkregen. Dinner Train liet klanten weten dat ze eerst een voucher zouden ontvangen en dat het bedrijf iedereen later gefaseerd wilde terugbetalen. Wanneer mensen daarover vervolgens vragen stelden, reageerde het bedrijf niet of nauwelijks.

Of de gedupeerden hun geld nog terug zullen zien, valt te betwijfelen. Bij faillissementen staan consumenten met hun claims doorgaans achteraan in de rij. Verzekeraar DAS heeft meerdere meldingen over Dinner Train binnengekregen. Maar op de vraag wat het bankroet precies voor consumenten betekent, wil een woordvoerster niet ingaan. “Wij hebben besloten om voorlopig even niks te zeggen om geen belangen te schaden van mensen die wij vertegenwoordigen.”

Volgens vakbond FNV werkte Dinner Train vooral met zzp’ers. Het gaat bijvoorbeeld om studenten die als bijbaan bijverdienden in de rijdende restaurants van het bedrijf. De bond had ook al van krachten te horen gekregen dat Dinner Train hen niet meer uitbetaalde. Sommige zzp’ers zouden nog duizenden euro’s tegoed hebben van het bedrijf.

Dinner Train ging in 2019 al eens failliet. Het materieel en de merknaam Dinner Train werden daarna met de hulp van een aantal investeerders overgenomen door Train Charter Events van ondernemer Tim Beltz. Onder de naam Train Events bood Beltz eveneens de mogelijkheid voor bijvoorbeeld bedrijven om een trein als rijdende evenementenlocatie te boeken. Ook die activiteiten zijn nu failliet. Het bedrijf zelf en ook de curator waren woensdag niet bereikbaar voor commentaar.

Dinner Train failliet verklaard. Foto Dinner Train.

Het bedrijfsleven gaat weer massaal op reis

Tijdens de coronapandemie beloofden veel bedrijven voortaan minder te gaan vliegen, maar uit cijfers blijkt dat ze dat inmiddels weer even vaak doen als voor de pandemie, noteert de FD in een uitgebreid artikel. Slechts 17% van de internationale bedrijven vertaalde de intentie om duurzamer te reizen in concrete doelen.

“Bedrijven zijn goed in duurzame ambities verkondigen, maar minder goed in het uitvoeren”, zegt Daan Lenderink, directeur van Schiphol Travel International, een van de grootste zakenreisorganisaties van Nederland. ‘Uiteindelijk bepalen niet de milieudoelen, maar handel en commercie hoe en hoe vaak we op zakenreis gaan. Als jij omwille van het milieu alles online wilt regelen maar je concurrent haalt de deal binnen nadat hij uit eten is geweest met de klant, dan pak jij ook weer het vliegtuig.”

Toen de pandemie tot een forse daling in het aantal zakelijke vliegreizen leidde, gaven veel bedrijven aan blijvend minder te gaan vliegen. Dat zou goedkoper en duurzamer zijn. Maar uit een analyse van het reisbeleid van 328 grote multinationals door de internationale milieuorganisatie Transport & Environment (T&E) blijkt dat ze hun woorden lang niet altijd omzetten in daden. Slechts 17% van de internationale bedrijven vertaalde de intentie om duurzamer te reizen in concrete doelen. Van de onderzochte Nederlandse bedrijven hebben 4 van de 17 doelen gesteld om milieuvriendelijker op zakenreis te gaan.

In 2020 waren zakelijke vliegreizen goed voor ongeveer een derde van de totale CO2-uitstoot van de Nederlandse luchtvaart en tijdens de pandemie daalde de uitstoot van zakelijke vliegreizen flink. Maar die afname is inmiddels alweer bijna ongedaan gemaakt. Zelfs rijksambtenaren pakten in 2023 even vaak het vliegtuig als vóór corona, blijkt uit een Kamerbrief.

Al met al stijgt de verkoop van zakelijke vliegtickets in Nederland en Europa flink, bevestigt de Nederlandse brancheorganisatie van reisaanbieders ANVR. “Het bedrijfsleven liep wat achter op de toeristische markt, maar inmiddels zit het mkb alweer op het aantal reizen van voor covid”, vertelt woordvoerder Hanita van der Meer. “Het beleid bij grote bedrijven is strenger geworden en zij vervangen meer interne meetings door Teamscalls. Tegelijkertijd blijven zakenreizen noodzakelijk voor internationale handel.”

Het bedrijfsleven gaat weer massaal op reis – per vliegtuig. Redactiefoto.

Reizen met het OV in plaats van het vliegtuig?

Bedrijven zoeken vooral andere manieren om te reizen, bijvoorbeeld met de trein of de elektrische auto stelt het FD. “Gewoon zeggen dat medewerkers de helft minder moeten reizen, is geen optie”, zegt Van der Meer. “Zakenreizigers willen zeker vaker met het ov, maar tijd speelt bij een zakenreis een nog grotere rol dan bij een vakantie. Treinen naar Brussel of Parijs werken goed, maar zijn relatief duur. De overige bestemmingen kosten gewoon te veel tijd en de frequentie van de treinen is te laag.”

Lenderink zegt dat zakenreizigers al lang de trein pakken als dat kan. Dat geldt voor reizen tot circa 400 kilometer. “Korte afstanden vliegen is maatschappelijk niet meer aanvaardbaar, en bovendien tijdrovend en duur”, zegt hij. “Maar voor langere reizen blijft vliegen de norm. Tijd is geld; ook het salaris van een zakenreiziger telt mee.”

“Verduurzamen van internationaal reizen is een veelkoppig monster”, zegt Hugo Houppermans, directeur van Anders Reizen, een coalitie van zeventig grote organisaties, waaronder ASML, ABN Amro en Capgemini. Zij delen de ambitie van een halvering van de CO2-uitstoot in 2030 ten opzichte van 2016. Houppermans zegt dat het verduurzamen van woon-werkverkeer goed gaat. “Bestuurders zijn toegewijd. Als zij hun doelen niet halen, moeten ze er wat mee.”

Deze zomer kwamen de duurzaamheidsmanagers samen om resultaten en ervaringen te delen, vertelt hij. “Toen moesten we erkennen dat de resultaten voor CO2-reductie van vliegreizen achterblijven. En samen bedenken: hoe gaan we daar iets aan doen? Hoe motiveren we meer organisaties om te veranderen?”

Uit cijfers van de Coalitie Anders Reizen blijkt dat bijna alle 70 aangesloten organisaties niet meer vliegen voor reizen onder de 1500 kilometer. Uitzondering zijn reizen via Londen, omdat overstappen in Brussel te veel tijd kost.

Uit het onderzoek van T&E blijkt dat er soms grote verschillen zijn tussen de doelen van bedrijven in dezelfde sector. ABN Amro heeft bijvoorbeeld een A-rating, de hoogste score in de lijst. De bank is op weg om in 2025 zo’n 50% CO2-reductie te halen ten opzichte van 2018. Ook Rabobank is ambitieus, maar concurrent ING heeft geen doelen gesteld om vliegreizen te verminderen. In de ICT loopt Oracle voorop, met een reductiedoel van 25% in 2025, maar SAP en Atos hebben geen duurzaam reisbeleid.

Houppermans legt uit dat woon-werkverkeer verduurzamen meer resultaten oplevert doordat organisaties al langer milieuvriendelijk beleid voeren. Zo vergoeden veel bedrijven alleen nog maar de reiskosten per trein, fiets of elektrische auto. “Internationaal reizen werkt anders”, zegt hij. “Hoe noodzakelijk is vliegen? Zit het in een cultuur om elkaar fysiek te ontmoeten? Is het makkelijk een duurzame keuze te maken in het boekingssysteem? En hoe zit het tijdens de reis? Kom je makkelijk op je bestemming met de trein?”

Tot slot zijn monitoring en feedback van belang, legt hij uit. “Bijna alle bedrijven registreren de CO2-uitstoot, maar terugkoppeling naar de medewerkers ontbreekt. Wat heeft de reis gekost of opgeleverd voor het milieu? Door dat te delen, motiveer je mensen duurzamere keuzes te maken.”

Reizen met het OV in plaats van het vliegtuig? Redactiefoto.

Historische treinen en lezing in het Spoorwegmuseum tijdens Open Monumentendag

Tijdens Open Monumentendag op zaterdag 14 september organiseert het Spoorwegmuseum extra activiteiten. Het thema dit jaar is Utrecht verbindt! waarbij het erfgoed van routes, netwerken en verbindingen centraal wordt gezet. Het sluit mooi aan bij de (gratis) jubileumtentoonstelling ‘Maliebaanstation 150 jaar’ in het Spoorwegmuseum waar de lange geschiedenis van het station wordt belicht. Het Maliebaanstation werd begin deze eeuw in originele staat teruggebracht, restauratie-architect Leo Wevers gaat tijdens twee lezingen in op de keuzes die destijds werden gemaakt.

Restauratie-architect Leo Wevers van architectenbureau Wevers & Van Luipen was in 2004 verantwoordelijk voor het restauratieplan van het Maliebaanstation. Tijdens de gratis lezing zal hij vertellen over de bouwgeschiedenis van het stationsgebouw en de uitgangspunten en totstandkoming van de restauratie in 2004. De lezingen vinden plaats om 10.30 en 11.30 uur en zijn gratis. Aanmelden is noodzakelijk en kan via de website.

Daarnaast zet het museum zijn historische collectie in, vanaf station Amersfoort rijden op 14 september de Mat ’54 (Hondekop) en Mat ’46 (Muizeneus) ritten naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Speciaal voor Open Monumentendag gaat het museum, in samenwerking met NS, rijden met treinen uit de collectie. De Mat ’54 (beter bekend als de Hondekop) en de Mat ’46 (die bekend staat als de Muizeneus) worden aan elkaar gekoppeld en verzorgen ritten vanaf station Amersfoort Centraal naar station Utrecht Maliebaan. Klik hier voor de dienstregeling. Voor deze trein gelden de normale NS-tarieven.

In 1874 opende de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij een station aan de oostkant van Utrecht. Het station lag aan de nieuwe Oosterspoorlijn die Amsterdam via Hilversum aan Utrecht verbond. Na aanvankelijk succes raakte het station langzaam in onbruik en sloot zijn deuren in 1939. Na WOII werd het Spoorwegmuseum erin gevestigd. In een mooie tentoonstelling gaat het Spoorwegmuseum in op de bouw van het station, de verschillende functies die het station had en wie er door de jaren heen werkten. De tentoonstelling ‘Maliebaanstation 150 jaar’ is op Open Monumentendag gratis te bezoeken.

De Mat ’54 (Hondekop) en de Mat ’46 (Muizeneus) worden Op Open Monumentendag aan elkaar gekoppeld en verzorgen ritten vanaf station Amersfoort Centraal naar station Utrecht Maliebaan. Foto’s Spoorwegmuseum.

Mat ‘46 – de Muizeneus.

Samenwerkingsverband Taxi Deutschland waarschuwt voor samenwerking met Free Now (en andere apps)

De onlangs aangekondigde samenwerking tussen de Taxi-Autozentrale Stuttgart en de app Free Now stuit op harde kritiek van Taxi Deutschland eG, het Duitsland-brede samenwerkingsverband van grote Duitse taxicentrales.

“Taxicentrales moeten heel goed nadenken of ze toegeven aan de reclame voor het app-platform en betrokken raken bij een samenwerking met Free Now”, waarschuwt Marten Clüver, CEO van Taxi Deutschland Servicegesellschaft für Taxizentralen eG. “Men mag de geschiedenis van dit bedrijf niet vergeten.”

“Toen de app ‘mytaxi’ vele jaren geleden op de markt kwam, was het doel om taxicentrales overbodig te maken”, blikt Clüver terug. Mytaxi sloot destijds individuele contracten af met taxibedrijven maar verwees naar hen alleen dezelfde klanten die met dure marketingcampagnes uit de taxicentrales waren weggehaald.

“De toenmalige belofte dat de app nieuwe, jonge taxiklanten in de branche zou brengen, bleek vals te zijn”, zegt Clüver. “In werkelijkheid werden de orders eenvoudigweg herverdeeld. Maar het verschil was dat de bemiddelingsprovisies die de taxibedrijven per bestelling aan Free Now moesten betalen hoger waren en dit geld werd afgepakt van de taxibranche. Bij taxicentrales, die grotendeels als coöperaties zijn gestructureerd, bleven de deelnemersbijdragen van de taxisector behouden omdat de centra deze gebruiken om hun reclame- en commerciële activiteiten te financieren. Bij Free Now wordt het geld gebruikt voor dure kortingscampagnes en vloeit de winst rechtstreeks naar de stakeholders en investeerders.”

Clüver vervolgt: “Je mag niet vergeten dat mytaxi korte tijd later ook klanten weghaalde bij taxibedrijven door plotseling een goedkopere huurautoservice voor passagiers aan te bieden – toen als Free Now. “Free Now wilde Uber kopiëren en bracht de taxiklanten naar het huurautobedrijf en bemiddelde de trips naar dezelfde dubieuze huurautobedrijven die zich bij Uber niet aan de regels hielden. Degenen die eronder leden waren de taxiondernemers die afhankelijk waren geworden van mytaxi/Free Now. Vaak moesten ze toekijken hoe de klantenkring die ze zorgvuldig hadden opgebouwd plotseling in Free Now-huurauto’s stapte. Free Now-chauffeurs werden gedwongen meer ritten te maken in huurauto’s met minder bruto-omzet en, vanwege de 19% BTW, nog minder netto-omzet.”

Volgens Clüver moet je je niet laten misleiden door het feit dat Free Now onlangs een ommekeer maakte en zegt nu alleen nog ritten ritten uit te geven aan taxi’s. “We kennen allemaal de berichten over de omstandigheden in Berlijn met de duizenden illegaal rijdende huurauto’s en de enorme schade die Free Now, Uber en Bolt daar met hun bedrijfsmodellen hebben aangericht. In plaats van een economisch gezonde taxisector domineren huurautobedrijven van de georganiseerde misdaad daar de markt. En in veel andere grote steden is dat niet anders!”

Clüver wijst erop dat de taxicentrales al lang hun eigen taxi-apps hebben opgezet samen met de apps van Taxi Deutschland (de app ‘Dein Taxi’ was destijds de eerste op de markt), ‘cab4me’ en ‘taxi.eu’. “Deze drie commerciële apps zullen in de toekomst met een uniforme technologie werken en dus overal en even goed”, kondigt Clüver aan en doet daarom een oproep: “Wij taxicentrales moeten ons meer inzetten om deze apps te versterken in plaats van een samenwerking aan te gaan met een platformaanbieder, die de loyaliteit van partners al meerdere keren met voeten heeft getreden.”

In Nederland en België is Free Now niet aanwezig, maar in Duitsland, Londen en Ierland en een aantal andere Europese landen is de app dominant.

Samenwerkingsverband Taxi Deutschland waarschuwt voor samenwerking met Free Now en andere apps. Foto Taxi Deutschland.

NMBS start groot offensief met laadpalen op stationsparkings

Nog dit najaar wil de NMBS een aanbesteding uitschrijven voor de uitrol van een groot laadpalennetwerk op haar stationsparkings, meldt De Tijd. Het is de bedoeling dat er tegen 2032 2.500 publieke laadpalen bij komen, goed voor 5.000 aansluitpunten voor elektrische wagens. De NMBS gaat daarvoor een concessie toewijzen aan een bedrijf dat gedurende tien jaar de installatie, de uitbating en de financiering van de laadinfrastructuur op zich wil nemen. Dat blijkt uit een marktbevraging die het spoorwegbedrijf lanceerde.

Met de aanbesteding wil de NMBS een versnelling hoger schakelen, zeker als volgend jaar een Europese verplichting in werking treedt. In stationsparkings in Vlaanderen en Brussel – Wallonië heeft de verplichting niet omgezet in wetgeving - zou de NMBS vanaf 1 januari in minstens 194 laadpunten moeten voorzien. De nieuwe concessionaris moet zo snel mogelijk met de uitrol kunnen beginnen om daaraan te voldoen, zegt de NMBS.

De spoormaatschappij telt 522 stations met parkeergelegenheden, in totaal zo’n 75.000 parkeerplaatsen. Een eerste concessie werd in 2020 toegewezen aan het Nederlandse laadpalenbedrijf Allego, dat al op 35 stationsparkings laadinfrastructuur uitbaat. De nieuwe concessie van de NMBS komt daarbovenop en zal alleen de gewone publieke laders omvatten, met een vermogen van maximaal 22 kilowatt. De laadpalen voor de eigen dienstwagens en het personeel van de NMBS maken er geen deel van uit. Ook de uitrol van publieke snelladers op sommige strategische locaties valt erbuiten.

De nieuwe laadconcessie moet voor de NMBS extra geld opbrengen. Het gaat om gunstige locaties waar de uitbater gedurende tien jaar laadpalen mag uitbaten, klinkt het. De NMBS rekent erop dat de opdracht “winstgevend is en dat gezien het verdienmodel een aanzienlijke concessievergoeding betaald kan worden”.

De NMBS rekent op een vaste vergoeding per jaar van de concessionaris, plus een variabele vergoeding per laadsessie. Om de beste kandidaat te selecteren zal ook rekening worden gehouden met de dienstverlening die de exploitant geeft, diens prijszetting, maar ook duurzaamheidscriteria zoals het aanbieden van slimme laadpalen die helpen om pieken op het elektriciteitsnet te voorkomen.

De nieuwe concessie van de NMBS wordt een van de grotere, nadat Vlaanderen in 2022 de Franse energiebedrijven TotalEnergies en Engie heeft aangesteld om tegen 2025 een kleine 10.000 publieke laadpalen te plaatsen en uit te baten. Met een recordgroei overtrof Vlaanderen halverwege het jaar al zijn doel van 35.000 publieke laadequivalenten (standaardlaadpunten) tegen 2025. Eind mei telde Vlaanderen 46.000 publieke laadpunten. Tegen 2030 moet dat stijgen tot minstens 100.000, of één publieke laadpaal per tien elektrische wagens.

NMBS start groot offensief met laadpalen op stationsparkings. Foto LEAP24.

NS promoot eigen app op bestickerde bussen en trams in Den Haag en Amsterdam

De NS zet de komende weken in Den Haag en Amsterdam bestickerde bussen en trams in die rondrijden in de geel-blauwe kleuren van de spoorwegmaatschappij. Daarmee wil de NS haar eigen app onder de aandacht brengen. Die kan voor meer dan alleen de treinreis worden gebruikt.

Volgens de NS kent de app momenteel zo’n drie miljoen gebruikers. Het merendeel van hen gebruikt die voor het plannen van treinreizen, terwijl met de app een reis van deur-tot-deur gepland kan worden. Dat geldt dus ook voor het reizen met de bus of tram.

In heel Den Haag rijdt zowel één tram als één bus in de NS-kleuren. Wie een ritje wil maken in de gele tram, die heeft daarvoor vier weken de tijd. De bestickerde NS-bus rijdt acht weken rond in de Residentie. Ook in Amsterdam zet de NS ook al geel stadsvervoer in. De trams moeten gelijkenissen vertonen met de dubbeldekker, terwijl de bussen worden uitgedost als nieuwe ICNG-trein (Intercity Nieuwe Generatie) van de NS.

NS promoot eigen app op bestickerde bussen en trams in Den Haag en Amsterdam. Foto NS/Kristel van Dijk.

Onderzoek KiM: 1 op de 10 volwassen inwoners heeft moeite om vervoer te betalen

10% van de volwassen inwoners van Nederland ervaart problemen bij het betalen van zijn of haar vervoer. Dit zijn vaak mensen met een laag inkomen, alleenstaanden met kinderen, en werklozen. Zij hebben moeite om hun reis te betalen, geven meer geld uit aan vervoer dan ze zich kunnen veroorloven of bezuinigen op andere huishouduitgaven om hun vervoer te kunnen betalen.

Daarnaast geven zij aan in het algemeen moeite te hebben om rond te komen of verwachten daar binnen een jaar moeite mee te krijgen. Voor 1 tot 5,5% van de inwoners van Nederland geldt zelfs dat ze niet of minder deelnemen aan sommige activiteiten (zoals een familie- of ziekenhuisbezoek), omdat ze geen geld hebben voor het vervoer ernaartoe.

Dit blijkt uit het onderzoek ‘Betaalbare mobiliteit?’ van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Onder betaalbaarheid van mobiliteit wordt meer verstaan dan alleen betaalbaarheidsproblemen. Daarom verkent het KiM het begrip vanuit 3 invalshoeken: huishouduitgaven aan mobiliteit, prijzen en prijsveranderingen en betaalbaarheidsproblemen.

Mobiliteit is voor veel huishoudens een groot deel van hun uitgaven. Gemiddeld geven huishoudens 14% van hun budget uit aan mobiliteit, al verschilt dat sterk tussen huishoudens. De gemiddelde prijzen van vervoer zijn in de afgelopen 8 jaar met 30% gestegen. Dat is iets meer dan de inflatie over die periode. Daarmee is vervoer relatief duurder geworden, maar dit verschilt wel per vervoermiddel. Openbaar vervoer en fietsen zijn minder in prijs gestegen. Fossiele brandstof voor de auto steeg sterk in prijs, waarna in 2023 een afvlakking volgde, maar alsnog is de prijsstijging groter dan de inflatie. Vliegen is het sterkst in prijs gestegen. Deze ontwikkelingen in prijzen en in uitgaven aan mobiliteit geven nog niet aan in hoeverre mensen moeite hebben om hun vervoer te betalen ofwel de betaalbaarheidsproblemen.

Een benadering van betaalbaarheidsproblemen gebaseerd op daadwerkelijke uitgaven en inkomens van huishoudens kan nuttig zijn om de kans op betaalbaarheidsproblemen te monitoren. Zo’n benadering laat echter niet zien in hoeverre mensen al hun reisgedrag hebben aangepast aan een te krappe portemonnee. Dan is het waardevol om ervaren betaalbaarheidsproblemen in kaart te brengen. Beide onderzoeksaanpakken zijn toegepast in het KiM-onderzoek en wijzen dezelfde groepen aan die de grootste kans hebben op betaalbaarheidsproblemen van mobiliteit: lagere inkomens, alleenstaanden met kinderen, en werklozen. Als de overheid betaalbaarheidsproblemen wil verlichten, is het dus efficiënt om maatregelen te nemen die zich op die groepen richten.

Onderzoek KiM: 1 op de 10 volwassen inwoners heeft moeite om vervoer te betalen. Redactiefoto.

EasyPark: ‘Nederland is deze zomer de populairste vakantiebestemming bij Belgen’

Belgen trekken deze zomer massaal naar het buitenland op vakantie, zo blijkt uit een analyse van het wereldwijde mobiliteitsplatform EasyPark. Deze zomer maakten Belgen meer dan 58.000 parkeersessies in het buitenland; Nederland kwam dit jaar als populairste zomerbestemming uit de bus. Maar ook België is een geliefde bestemming bij buitenlandse reizigers. EasyPark voorspelt dan ook een stijging van het toerisme in België met 50%.

Met meer dan 15.800 parkeersessies tussen mei en midden juli staat Nederland bovenaan de lijst van populairste zomerbestemmingen voor Belgen met de auto. Dit blijkt uit een analyse van het wereldwijde mobiliteitsplatform EasyPark, dat de parkeer- en reisgegevens van Belgische automobilisten in het buitenland onderzocht. Italië komt op de tweede plaats met iets meer dan 15.000 parkeersessies, terwijl Frankrijk de top drie vervolledigt met 6.000 parkeersessies.

Rotterdam, Amsterdam, Maastricht, Aken en Parijs behoorden tot de meest bezochte steden door Belgen. De verste stad die Belgen deze zomer bezocht was Reykjavik, IJsland, op meer dan 2150 kilometer van Brussel. Daar gingen meer dan 130 Belgische toeristen naartoe. Aan de andere kant kwam Lille in Frankrijk, op slechts 110 kilometer van Brussel, naar voren als de dichtstbijzijnde favoriete vakantiebestemming. De stad trok deze zomer meer dan 1000 Belgische automobilisten aan.

Bovendien is het toerisme binnen België ook gestegen, met meer dan 100.000 parkeersessies deze zomer van bezoekers uit het buitenland. Een aanzienlijk deel van deze zomerse parkeerbeurten in België komt van toeristen uit Frankrijk, Duitsland en Nederland, vanwege hun nabijheid, gevolgd door bezoekers uit Italië en Spanje. Volgens EasyPark was er in de zomer van 2024 een gemiddelde stijging van 48% in parkeerreserveringen door mensen die op vakantie waren in België, vergeleken met 2023.

“Technologie is universeel, en de reisdata van deze zomer laten dit duidelijk zien. Belgen kiezen er steeds vaker voor om hun eigen auto te gebruiken voor vakanties in het buitenland, net zoals toeristen het gemak van onze app ontdekken tijdens hun bezoek aan België. Naarmate het toerisme terug op gang komt, zien we niet alleen een aanzienlijke groei in traditionele bestemmingen, maar ook in kustgebieden in heel Europa. Met de activatie in kuststeden verwacht EasyPark alleen al langs de noordkust van België een aanzienlijke stijging van het aantal parkeerregistraties”, aldus Arne Van Helleputte, Country Director België.

EasyPark: ‘Nederland is deze zomer de populairste vakantiebestemming bij Belgen’ Foto EasyPark.

«< 18 19 20 21 22 >»