De Lijn kan vloot niet vergroenen zonder extra middelen
Tijdens een hoorzitting in het Vlaamse Parlement bracht het Vlaamse OV-bedrijf De Lijn, dat de laatste tijd sterk onder vuur ligt vanwege de gebrekkige dienstverlening, mat nadruk naar voren dat het niet kan vergroenen als er geen geld is om de bussen te laten rijden.
De Lijn zei, bij monde van de voorzitter van de Raad van Bestuur, Marc Descheemaecker, meer geld nodig te hebben om de ‘ambitieuze’ klimaatdoelstellingen van de Vlaamse regering te realiseren. De vervoersmaatschappij heeft niet alleen subsidies nodig voor aanschaf van nieuw materieel, maar ook extra financiële middelen om de nieuwe bussen te laten rijden.
De Vlaamse regering heeft alvast in het Vlaams regeerakkoord op laten nemen dat alle nieuwe voertuigen die De Lijn aanschaft, emissievrij moeten zijn. In 2025 moet De Lijn in alle stadscentra rijden met voertuigen die geen CO2 uitstoten. “Wat werkingsmiddelen betreft, zit De Lijn op haar tandvlees,” aldus Descheemaecker in De Standaard.
Geld voor het bestellen van meer groene bussen heeft de Lijn ook niet. Alleen al in 2024 zegt De Lijn 24 miljoen euro meer nodig te hebben dan vandaag in de Vlaamse begroting begroot is. De totale toename van de middelen die de Vlaamse regering tijdens deze regeringsperiode voorziet, is 10 miljoen euro. Alom regelmatig ‘een fooi’ genoemd. Dit bedrag is niet eens voldoende om de inflatie te dekken.
De Lijn toonde ook een vergelijking waarin de vergelijking wordt gemaakt tussen de investeringen in openbaar vervoer in het Brussels Gewest en die in Vlaanderen. Brussel investeerde in 2018 per inwoner 294 euro in OV-bedrijf MIVB, terwijl De Lijn in datzelfde jaar 34 euro per inwoner van Vlaanderen kon uitgeven.
Behalve meer middelen vraagt De Lijn voor de aankoop van alle groene bussen en trams ook meer financiële speelruimte en de mogelijkheid om zelf geld te lenen. Dat gaat momenteel niet.
Het vervoersbedrijf denkt daarbij aan systemen die elders gebruikelijk zijn waarin De Lijn afspraken kan maken met projectontwikkelaars om hun nieuwe projecten met openbaar vervoer te ontsluiten, om vervolgens aanspraak te maken op een deel van de winst die dat oplevert.
Meer dan ooit stonden in 2019 reizigers van De Lijn te wachten op een bus die te laat of nooit komt. Een record aantal klachten was het gevolg: 72.500 – 38% meer dan in 2018. Een op de veertig ritten van De Lijn werd niet gereden – dubbel zoveel als in 2018. Iets meer dan een derde van de afgeschafte ritten was te wijten aan stakingen. Het grootste deel van de geschrapte ritten had te maken met het enorme tekort aan chauffeurs. Dit probleem lijkt opgelost: inmiddels wist De Lijn bijna 700 nieuwe chauffeurs aan te trekken. De Lijn mikt er op het aandeel afgeschafte ritten in 2020 terug te brengen tot minder dan 1 procent.
- De Lijn kan vloot niet vergroenen zonder extra middelen.