“De deal met de Anschütz Group is waarschijnlijk rechtstreeks in Silicon Valley onderhandeld”, vermoedt Hermann Waldner van Taxi Berlin. Waldner doelt op het feit dat de hallenexploitant Anschutz (AEG) ook een Amerikaans bedrijf is, gevestigd in Los Angeles – Anschutz is een van ’s werelds toonaangevende bedrijven op het gebied van entertainment en sport. Het bedrijf bezit en exploiteert enkele van ’s werelds grootste stadions, arena’s, theaters en diverse bedrijven, markten en produceert entertainmentevenementen.  

Het bedrijf omschrijft de deal met Uber aan Taxi Times als “de meest uitgebreide sponsorovereenkomst die het bedrijf tot nu toe in Duitsland heeft gesloten.” Over de prijs geeft het bedrijf geen informatie. Als Uber echter 600.000 euro beschikbaar stelt voor de samenwerking met het Berlinale filmevenement (meldde Taxi Times), is duidelijk hoeveel de naamgeving van een grote evenementenhal over meerdere jaren financieel waard zal zijn. Waarschijnlijk gaat het om enkele miljoenen. 

“Een evenementenhal in de Duitse hoofdstad wordt gefinancierd door een bedrijf waarvan het bedrijfsmodel is ontworpen om de wet te overtreden, en waarvan de partners zich bezighouden met bendeachtig illegaal werk door chauffeurs in onzekere arbeidsomstandigheden uit te buiten,” stelt vakblad Taxi Times. Dit is precies waar Michael Oppermann, directeur van de Duitse Taxi- en Huurautovereniging (BVTM), op zinspeelt in zijn reactie op de overeenkomst, wanneer hij voorstelt om het nieuw gecreëerde ‘Uber-plein’ te hernoemen naar ‘Plein van het zwartwerk’. “Dan zouden we in de toekomst passagiers naar de Uber Arena op Platz der Schwarzarbeit brengen, wat een zekere charme zou hebben, en het zou ook documenteren dat zwartwerk – helaas – een permanente plek heeft in het midden van Berlijn. Terwijl de taxibranche vandaag de dag netjes werkt dankzij strenge controles en fiscale taximeters, opereren de Uber-diensten grotendeels op het gebied van georganiseerd zwartwerk.” 

Ook de koepelorganisatie TMV vraagt zich af of het in deze gevallen niet uitmaakt waar het geld vandaan komt. De Berliner Tagesspiegel gaf commentaar op de plannen met het gerucht dat ‘Berlijn’ omgedoopt zou worden tot “UBERlin”. De TMV verwacht dat “de politiek direct initiatief zal nemen, dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer dit ongelooflijke proces zullen aanpakken en dat er nauwkeurig wordt gekeken welk geld van wie en vooral naar wie vloeide.” 

“Zullen politici naar deze oproep luisteren?, vraagt de redactie van taxi Times zich af. “De deal mag dan een transactie in de particuliere sector zijn, maar om de reeds geschetste redenen wordt een rode lijn overschreden. Wanneer een van de grootste evenementenhallen in de Duitse hoofdstad de naam draagt van een bedrijf waarvan bewezen is dat het in strijd handelt met de rechtsstaat, is dat niet alleen een belediging voor de taxisector. Het is de capitulatie van de rechtsstaat voor het kapitalisme. En er is ook sprake van een verlies aan consumentenbescherming, omdat Uber-gebruikers hogere tarieven moeten verwachten, vooral bij grote evenementen (trefwoord: surge pricing).” 

Daarom is het nu tijd – aldus Taxi Times – voor de taxisector om beslissende actie te ondernemen om deze ontwikkeling tegen te gaan. Er zijn al initiële overwegingen om vóór elke thuiswedstrijd van Eisbären of Alba en vóór elk concert een taxidemonstratie te houden – met de duidelijke eis dat Anschutz het naamcontract met Uber beëindigt. Hoe lang zou het bedrijf het zich kunnen veroorloven dat hun evenementen moeilijk of onmogelijk te bereiken zijn omdat taxi’s legaal en binnen het wettelijke kader protesteren? De (Berlijnse) taxisector zou veel energie en moeite moeten investeren in zo’n ‘straatprotest’. Maar het kan de moeite waard zijn: als dit de (Amerikaanse) organisator daadwerkelijk op de knieën brengt, zou het ook een duidelijk signaal zijn aan de politiek dat de taxibranche niet alles meer kan verdragen.  

• Michael Oppermann, secretaris-generaal van de federale taxiorganisatie BVTM op het plein, dat wordt omgedoopt tot ‘Uber Platz’ maar eigenlijk ‘Platz der Schwarzarbeit’ zou moeten heten. Foto: BVTM