Waarom krijgt De Lijn de keuzereiziger zo moeilijk aan boord? – 3
- Aanbod
Meer bussen en trams die vroeger in de ochtend en later in de avond rijden, die schoon en comfortabel zijn, en een dienstregeling die ook buiten de schoolvakanties goede verbindingen biedt. Het klinkt gemakkelijk, maar is dat blijkbaar niet.
De krimp van lijnen met een minder grote vraag moet worden opgevangen door flexibel vervoer. “Het nieuwe aanbod van De Lijn is flexibeler, maar je kunt je afvragen voor wie dat flexibeler is: voor De Lijn of voor de klant?”, zegt Marjolein Hantson, onderzoekster aan de VUB.
Omdat er geen extra middelen zijn wordt het buspark van De Lijn maar traag geëlektrificeerd. Tegen het einde van dit jaar moet De Lijn een honderdtal elektrische bussen hebben. Terwijl in Nederland in 2020 meer dan 80 procent van de nieuwe ov-bussen een elektrische aandrijving had, was dat in ons land iets meer dan 3 procent.
- Betrouwbaarheid
Een ruim aanbod is niets waard als je er niet op kunt rekenen. “Hier in Mechelen worden sommige stadslijnen soms urenlang gewoon niet bediend”, zegt Trein-TramBus-woordvoerder Stefan Stynen. De Lijn kampt al jaren met een chronisch personeelstekort. Zowel aan mensen om de bussen en de trams te besturen als aan technici die het materieel rijdend moeten houden, is een tekort. Die tekorten leiden tot bussen die niet kunnen uitrijden omdat er geen chauffeur is en meer pannes door achterstallig onderhoud.
Als bussen en trams rijden, moeten ze op tijd zijn. Dat blijkt almaar lastiger. “Door redenen die te maken hebben met De Lijn zelf, maar ook omdat de drukte op de wegen minder voorspelbaar is’, zegt Lauwers. Slimme verkeerslichten die op groen springen als een bus of een tram nadert en aparte busstroken zijn noodzakelijk om de stiptheid en de snelheid van de bussen te verbeteren.
- Eenvoudige tickets
Om gebruikers te overtuigen de bus of de tram te nemen is een lage instapdrempel cruciaal. Daar loopt het bij De Lijn nogal eens spaak. “Het is treffend dat je in de stad op elke straathoek een parkeermeter vindt, maar een ticketautomaat aan elke bushalte niet mogelijk blijkt”, zegt Hantson. “Tarief-integratie is cruciaal’, zegt Stynen. “Zeker als overstappen van de trein op de bus met de fiets belangrijker wordt, moet je een ticket hebben dat je door alle gewesten van deur tot deur brengt. Dat is er nog altijd niet.”
- Informatie
“Vlaanderen is de enige regio in Europa waar je op een bus kan stappen zonder scherm waarop de volgende halte wordt aangekondigd”, zegt Stynen. “Terwijl dat juist erg belangrijk is voor de keuzereiziger, die zijn traject niet altijd kent. Treinen en trams stoppen in elk station – dat lukt voor de meeste mensen nog wel – maar de bus is door het gebrek aan halte-informatie vaak een no-go. Je moet de drempelvrees van mensen die de bus zelden of nooit gebruiken niet onderschatten.”
Stynen denkt dat De Lijn een paar eenvoudige lessen kan leren van de Brusselse MIVB. “Daar heb je in realtime informatie over de positie van het voertuig. Bij de haltes worden omleidingen of werkzaamheden op grote panelen aangekondigd. Bij De Lijn is dat vaak maar een A4-tje in een hoekje. Ook voor de uitrol van de basis-bereikbaarheid had het beter gekund. De Lijn is pas twee weken geleden begonnen met informatiecampagnes. Zeker als hele stadsnetten op de schop gaan, zoals in Brussel, moet je dat echt wel eerder doen.”
- De fiets troeft De Lijn af
“De Lijn volgt vooral een interne logica, niet zozeer die van het alternatief. Ze zoekt naar optimalisatie van haar eigen netwerk. Maar dat zou weleens kunnen tegenvallen, omdat je opbotst tegen de concurrentie van de fiets. Als je bij het opstellen van je nieuwe routes geen rekening houdt met populaire fietspendelroutes, kan het succes van de bus op die plekken weleens tegenvallen”, zegt Lauwers. De fiets heeft de afgelopen jaren in een ijltempo aan populariteit gewonnen als pendelmiddel. Voor trajecten tot ongeveer 10 kilometer is de fiets een alternatief voor het ov in het algemeen en De Lijn in het bijzonder geworden.
- Stynen denkt dat De Lijn een paar eenvoudige lessen kan leren van de Brusselse MIVB. Redactiefoto.