“Politici moeten met andere ogen kijken naar ingewikkelde infraprojecten”, aldus Paul Janssen
Als het misgaat op projecten, zoals onlangs bij de Van Brienenoordbrug, vliegen ze hem in – en daarmee prijst hij zich gelukkig. Interview met projectendokter Paul Janssen. “Er werden geen gekke spelletjes gespeeld.”
De aanbesteding van de Van Brienenoordbrug werd begin dit jaar afgeblazen. Rijkswaterstaat schakelde Paul Janssen in om de tender-pijn te evalueren. Bouwmagazine Cobouw spreekt hem in het kader van de podcast ‘Doorzagen’ een week na de publicatie van zijn slotoordeel. Op de vraag waarom ‘zoveel’ grote projecten financieel ontsporen, staat Janssen onmiddellijk op de rem: “Ontsporen? Onzin.”
“Ik ben het daar niet mee eens. Het is een soort journalistenwaarheid. Alleen de grote projecten die in de financiële malaise komen, halen het nieuws. Er zijn tal van projecten die prima op tijd en binnen budget worden gerealiseerd. Die missen helaas de belangstelling.”
U kunt toch niet ontkennen dat Rijkswaterstaat de laatste jaren vaker de portemonnee moet trekken omdat een project duurder is geworden? “Het hele leven wordt duurder… Mijn punt is dat budgetten vaak in jaar X worden vastgesteld, terwijl de projecten pas vijf, zes, zeven of zelfs soms tien jaar later worden gegund, dan wel worden opgeleverd. In de tussentijd stijgen de bouwkosten. De afgelopen tien jaar zelfs met 50 procent. Dat is een van de redenen van wat jij ‘ontsporing’ noemt.”
Fair enough. Maar stijgende kosten kun je toch incalculeren? “Dat gebeurt te weinig, waardoor budgetten worden overschreden. Dat heeft met indexering te maken, maar ook met politici die er aan het begin te veel belang bij hebben dat een project doorgaat; die weten het dan vaak mooi te brengen. Als de techneut zegt: ‘Het kost 150 miljoen euro, plus of min 30 miljoen’, dan maakt een politicus daar al snel 120 miljoen euro van.”
Naar ingewikkelde projecten moet je met andere ogen kijken? “Precies. En een politicus moet durven aangeven dat het budget een richtbedrag is en dat er een behoorlijk bedrag ‘onvoorzien’ bij kan komen.”
Brengen wethouders en ministers van Infrastructuur de bouwsector nu onnodig in verlegenheid met te rooskleurige en te lage budgetten? “Ik denk het wel.”
Als het misgaat, wordt u als mediator ingevlogen. Wat is uw motto? “Keep it simple. Maar ik vertaal een project ook naar zaken die iedereen begrijpt – zo zeg ik weleens: ‘Deel een project van een miljoen eens door 1000 en bedenk dan dat het over de verbouwing van je eigen huis gaat.’ Degene die binnen budget is gebleven, moet nog opstaan.”
In opdracht van Rijkswaterstaat evalueerde u de mislukte aanbesteding van de Van Brienenoordbrug. Wat trof u aan? “Ik sprak mensen van ‘waterstaat’ maar ook de aannemers. Beide kanten vonden het ontzettend jammer dat het zo was gegaan. Ik heb ook niet het gevoel dat iemand gekke spelletjes heeft gespeeld. De geschapen verwachtingen en uitgangspunten waren wel verkeerd.”
Wat is de analyse? “Om te beginnen de gekozen contractvorm: UAV-GC. Die gaat uit van een vaste prijs. Een prima contactvorm, maar niet voor dit soort vervangings- en renovatieprojecten (V&R). Bij V&R weet je één ding zeker: het wordt totaal iets anders dan je vooraf denkt dat het gaat zijn.”
Trof u ook paniek aan bij bouwers en of Rijkswaterstaat? Het afblazen van zo’n grote aanbesteding gaat je niet in de koude kleren zitten toch? “Nee. Ik merkte wel dat ze het heel fijn vonden dat ze een keer hun hart konden luchten en hun visie konden geven. In heel veel kranten had al gestaan – niet in Cobouw, geef ik toe – dat Rijkswaterstaters prutsers zijn en aannemers graaiers. Geen van beide is waar.”
- “Politici moeten met andere ogen kijken naar ingewikkelde infraprojecten”. Foto Rijkswaterstaat.