‘Rabobank niet schuldig aan faillissement Oad’; aandeelhouders in hoger beroep
De Rabobank had acht jaar geleden het recht de kredietrelatie met reisorganisatie Oad in Holten/Goor op te zeggen. De opzegging was niet onredelijk, vindt de rechtbank Midden-Nederland in een vanmiddag uitgesproken vonnis. Dat het Twentse reisbedrijf daardoor failliet ging, is de bank niet aan te rekenen. De aandeelhouders hebben meteen meegedeeld in hoger beroep te gaan.
Als oud-eigenaar van het failliete reisconcern kan de familie Ter Haar daardoor de geëiste 67 miljoen euro schadevergoeding vooralsnog vergeten. Na het faillissement in 2013, waarbij 1.500 medewerkers hun baan verloren, wezen de familie en de curatoren direct naar huisbank Rabo als voornaamste schuldige. Die zou haar zorgplicht jegens het reisbedrijf uit Holten hebben verzaakt door Oad te weinig tijd te gunnen om een reddingsplan ten uitvoer te brengen. Een jaar eerder was Oad bij de bank in ‘bijzonder beheer’ geplaatst. De familie houdt vol dat het faillissement helemaal niet nodig was geweest als die afdeling de verlieslatende reisorganisatie meer tijd had gegeven voor een reddingsoperatie.
De bank had volgens de familie Ter Haar voldoende onderpand, maar eiste toch dat Oad het eigen vermogen met 7 miljoen euro zou opkrikken. Zelf kon de familie dat bedrag niet fourneren, maar vond een groep Twentse investeerders bereid om het Oad-busbedrijf over te nemen, waarbij de Ter Haars de touroperatingactiviteiten zou continueren. Maar voordat de deal met de investeerdersgroep bij de notaris kon worden vastgelegd, trok de Rabo de stekker er uit. De bank zette de Oad onder druk (toelaatbaar volgens de rechtbank): binnen een week moest een en ander zijn geregeld anders kwam de nodige seizoensfinanciering voor de traditioneel zwakke winterperiode er niet. Daarvoor was de overeenkomst met de investeerders te complex en ontbrak de tijd. Uiteindelijk vroeg de Oad zelf het faillissement aan.
Vervolgens procedeerden de ter Haars met steun van de curatoren zeven jaar lang tegen de Rabobank. In 2019 stelde de rechtbank in een tussenvonnis dat de familie moest bewijzen dat de bank onredelijk had gehandeld. Dat hebben de Ter Haars de laatste drie jaar geprobeerd aan te tonen, echter zonder succes. De familie Ter Haar kondigde vanmiddag onmiddellijk aan in hoger beroep te gaan. Volgens hen hanteert de rechtbank in het veertig pagina’s tellende vonnis onjuiste cijfers en aannames.
- ‘Rabobank niet schuldig aan faillissement Oad’; aandeelhouders in hoger beroep. Vakblad TravelPro houdt zich al geruimte tijd met de zaak bezig. Foto TravelPro.