De Gentse schepen van Mobiliteit en bezieler van het Gentse circulatieplan, Filip Watteeuw (Groen), deed op zijn Europese ‘circulatietour’ Wenen aan – een van de stops op zijn Europese tournee.

In de Oostenrijkse hoofdstad (hij gaat ook nog naar Berlijn, Bremen, Ljubljana en Oxford) gaf hij tijdens een conferentie over fietsbeleid (de ‘Radgipfel’) de keynote-speech ‘How to Ghentify your City’. Overal gaat de schepen uitleggen hoe hij in Gent in 2017 het circulatieplan heeft ingevoerd en welke positieve effecten dat in vijf jaar opleverde. “Ons beleid wordt internationaal als toonaangevend gezien”, maar Watteeuw gaf in Het Nieuwsblad ruiterlijk toe dat Groningen de eerste stad met een circulatieplan was: “Maar de eerste stad die hetzelfde deed op een serieuze manier is Gent. Wij hebben getoond dat het model Groningen – zeg maar het model Gent nu – een interessante weg is. Nu zie je andere steden volgen zoals Birmingham, Brussel, Leuven en Lille.” Net als in Groningen, dat al in het begin van de jaren ’70 startte, was er ook in Gent veel tegenstand en kritiek.

“Wat andere steden vooral interesseert is de snelle weg die wij gekozen hebben. De meeste steden willen meer plaats maken voor fietsers en voetgangers en willen dat doen met nieuwe infrastructuur zoals fietspaden en bruggen. Dat is zeer goed, wij doen dat ook. Maar dat is de trage weg. Wij hebben voor een snellere weg gekozen, een die bovendien niet al te duur was.”

“Maar uiteindelijk draait het om het verdelen van de openbare ruimte. Als je meer plaats wil voor fietsers, stappers en openbaar vervoer, dan moet je ruimte maken. En dan moet je dat in vraag stellen wat het meeste ruimte inneemt, de auto. Maar dat is iets wat veel steden niet spontaan doen.”

• Gentse schepen Watteeuw: “Het model-Gent is internationaal toonaangevend.” Foto Filip Watteeuw/Twitter.