De Duitse taxisector voelt zich buitengesloten bij discussie over nieuw ov-kaartje van 49 euro
Vandaag troffen de Bundeskanzler en de minister-presidenten van de Duitse deelstaten elkaar en daarbij ging het om heikele thema’s. Een daarvan is de financiering van het ‘Deutschlandticket’, het nieuwe ov-kaartje van 49 euro dat begin 2023 van start moet gaan. De federale overheid en die van de deelstaten schuiven elkaar waar het om de financiering gaat, steeds de Zwarte Piet toe: wie betaalt wat? Er lag alvast een compromis op tafel.
Tegelijk herinnerde de Duitse taxisector de bewindslieden er aan dat veel inwoners van Duitsland niets hebben aan het kaartje van 49 euro. Zij wonen op het platteland waar vaak geen bus of trein rijdt.
Daarom eist de taxisector van de federale en deelstaatregeringen een eerlijker afweging als het gaat om de mobiliteit van alle Duitse burgers. “Er zijn niet alleen belastingbetalers in steden met een goede infrastructuur, maar ook op het platteland. Maar alleen wie gebruikmaakt van bussen en treinen, kan genieten van het kaartje van 49 euro”, zegt Michael Oppermann, directeur van de Federale Vereniging van Taxi- en Verhuurwagens (BVTM). “Ongeveer 23 procent van de mensen in Duitsland woont op het platteland en in plaatsen met minder dan 5.000 inwoners. Voor hen is de taxi vaak het enige alternatief voor hun eigen auto”. Daarom moeten ook taxi’s en huurauto’s met chauffeur meegerekend worden in de subsidies voor het plaatselijk vervoer, eist de vereniging.
Terwijl bussen en treinen slechts ongeveer de helft van hun inkomsten uit ticketprijzen halen, moet in taxi’s de passagier de chauffeur volledig betalen. “Als het gaat om individuele mobiliteit, hebben mobiliteitspolitici van alle partijen het graag over ‘on demand’-vervoer, zoals dat wordt aangeboden door taxi’s. Maar daarvoor heeft de industrie ook financiële steun nodig”, benadrukt Oppermann.
Tegelijkertijd is de taxi de meest arbeidsintensieve vorm van vervoer en is deze strikt wettelijk gereguleerd met vervoers-, exploitatie- en tariefverplichtingen. Bussen rijden zelden op het platteland, en de belastingbetaler draagt vrijwel de totale kosten. “Voor een fractie van deze kosten zorgen de collega’s achter het stuur van een taxi in dunbevolkte regio’s voor mobiliteit voor iedereen – daar moet rekening mee worden gehouden bij het kaartje van 49 euro”, aldus Oppermann.
- Oppermann (BVTM): “Ongeveer 23 procent van de mensen in Duitsland woont op het platteland en in plaatsen met minder dan 5.000 inwoners. Voor hen is de taxi vaak het enige alternatief voor hun eigen auto.”