Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM): ‘Sterk klimaatbesef, minder vliegen?’
Vrijetijdsreizigers met een sterk klimaatbesef nemen zich voor om minder te vliegen. Of zij daadwerkelijk minder gaan vliegen hangt af van in hoeverre hun klimaatbesef opweegt tegen andere factoren, zoals hun eerdere vliegervaring als kind. De mate waarin mensen kennis hebben over de impact van vliegen op klimaat beïnvloedt hun klimaatbesef sterk. Dit blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM)
Een kwart van de respondenten die meewerkten aan het KiM-onderzoek heeft een bovengemiddeld sterk klimaatbesef en is van plan om minimaal 1 vliegreis te maken in de komende 2 jaar. Hun rechtvaardiging om ondanks hun sterke klimaatbesef te vliegen, komt voort uit een gevoel genoodzaakt te zijn te vliegen. In hun beleving kúnnen ze niet anders dan het vliegtuig pakken om een bepaalde bestemming te bereiken. Enkele mensen rechtvaardigen hun vlieggedrag door erop te wijzen dat anderen vaker vliegen. Opvallend is dat die groep doorgaans juist vaker vliegt dan de gemiddelde Nederlander.
Overigens vloog een ruime meerderheid van de Nederlanders in 2022 niet. Zeker een kwart van de volwassen Nederlanders heeft in 5 jaar tijd helemaal niet gevlogen. Omgekeerd is 20% van de reizigers goed voor meer dan de helft van alle recreatieve vliegreizen in 5 jaar tijd.
Of mensen in de toekomst zullen vliegen, wordt niet alleen beïnvloed door hun besef van de impact van vliegen op het klimaat, maar ook door andere factoren. Eerdere vliegervaring als kind is zo’n factor. Vooral mensen die als kind vaak vlogen, vliegen ook nu vaak. Een andere factor is de mate waarin sommige mensen zichzelf zien als wereldreiziger. Ook de perceptie van de sociale norm is van belang: als mensen het idee hebben dat anderen in hun sociale omgeving in het vliegtuig stappen, vinden ze het moeilijker om te minderen.
Vrijwel alle mensen die een sterk klimaatbesef hebben en het voornemen hebben te gaan vliegen, wijzen naar de overheid en andere partijen om de klimaatimpact van vliegen te verminderen. Gedragsverandering is belangrijk voor het verminderen van de klimaatimpact. Toch blijkt ook uit eerder onderzoek dat de individuele consument zelf maar beperkt zijn gedrag vrijwillig verandert. Indien de overheid meer beleidsmaatregelen neemt, zoals beprijzing van de luchtvaart en beperking van de capaciteit op luchthavens, kan dat dat direct bijdragen aan de klimaatdoelen en indirect aan het beeld dat de overheid verantwoordelijkheid neemt.
- Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM): ‘Sterk klimaatbesef, minder vliegen?’ Redactiefoto.