Veel patiënten zitten daarom nog altijd zonder een vaste vervoerder. Een van vervoerders die anoniem zijn verhaal doet, krijgt bijna dagelijks ritten van ZCN binnen van patiënten uit steden en dorpen waar zijn bedrijf niet eens rijdt of wil rijden “Bellen naar ZCN heeft vervolgens weinig zin, omdat onze planners dan lang in de wacht staan. Ik wijs dit soort ritten af. Hoe deze mensen vervolgens bij het ziekenhuis komen, weet ik niet.” Volgens hem hadden deze problemen voorkomen kunnen worden als ZCN eerder op zoek was gegaan naar regionale vervoerders. 

CZ, waar Nationale Nederlanden en OHRA ook onder vallen, laat in een reactie aan Omroep Brabant weten dat de marge die ZCN rekent voor hun werk meer dan terecht is. “Zij nemen taxibedrijven een hoop werk uit handen door de planning te maken”, vertelt Marie-José van Gardingen, woordvoerder bij de zorgverzekeraar. Over de tarieven die volgens taxibedrijven te laag zijn, zegt de zorgverzekeraar het volgende: “Een taxibedrijf hoort mensen thuis op te halen en bij het ziekenhuis af te zetten. Het begeleiden van de patiënten van of naar de afdeling is nooit de bedoeling geweest. We snappen dat het vervelend is voor patiënten als dit nu niet meer gebeurt, maar we kunnen het anders niet geregeld krijgen.” 

Dat de busjes nu voller zitten met patiënten dan normaal is volgens de zorgverzekeraar niet te voorkomen, omdat het privé vervoeren van patiënten nooit tot de diensten van taxibedrijven behoorden. De zorgverzekeraar bevestigt wel dat het bedrijf uit Rotterdam nog niet overal vervoerders had gevonden vóór de jaarwisseling. Dat komt volgens de woordvoerder, omdat de onderhandelingen tussen ZCN en vervoerders in Brabant langer duurden dan verwacht. CZ zegt tegen Omroep Brabant er bovenop te zitten om de patiënten die nu nog problemen hebben met taxi’s snel te helpen. “Wij blijven gesprekken voeren met ZCN”, aldus Van Gardingen. ZCN laat alvast weten dat zij zich niet in het geschetste beeld herkennen. 

• CZ: “Begeleiding van patiënten is nooit de bedoeling geweest”. Foto Ton Visser.