Cassatiezaak OAD: procureur-generaal steunt Rabobank, maar Hoge Raad moet nog beslissen
De procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad vindt dat Rabobank in 2013 niet onrechtmatig heeft gehandeld rond het faillissement van reisorganisatie OAD. Dat blijkt uit zijn conclusie. De uiteindelijke uitspraak van de Hoge Raad volgt waarschijnlijk in de zomer. De oud-eigenaren van OAD hopen dat de Hoge Raad tot een ander oordeel komt. Arjen Lutgendorff volgt voor Travelpro de zaak al enkele jaren.
De oud-eigenaren van reisorganisatie OAD lieten vorig jaar weten in cassatie te gaan tegen de in hun ogen onjuiste en onvoldoende onderbouwde uitspraak van het gerechtshof Arnhem in de zaak OAD versus Rabobank. Na de uitspraak van de PG mogen de advocaten van de oud-eigenaren nog reageren, waarop de Hoge Raad deze zomer uitspraak zal doen. Jan Driessen, woordvoerder van de oud-eigenaren van OAD, laat desgevraagd aan Travelpro weten: “Het gaat de familie om gerechtigheid en eerherstel. Waarbij de centrale vraag ook nu nog blijft: hoeveel vertrouwen ondernemers mogen hechten aan de zorgplicht van hun bank?”
In 2013 ging de Twentse reisorganisatie OAD failliet, tot grote schok van de reiswereld. De familie Ter Haar, oud-eigenaren van het bedrijf, stelt dat Rabobank onnodig het faillissement heeft veroorzaakt door geen vier dagen extra uitstel te verlenen voor het rondmaken van een reddingsplan met Twentse investeerders. Volgens hen was dat plan al goedgekeurd door Rabobank, maar strandde het op een te krappe deadline. Na eerdere procedures startte de familie een civiele schadeclaimzaak tegen de bank. Die zaak begon bij de rechtbank Midden-Nederland en werd in hoger beroep behandeld door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In april 2024 oordeelde het hof dat Rabobank niet onrechtmatig had gehandeld. Daarop stapten de oud-eigenaren naar de Hoge Raad.
In zijn conclusie stelt de procureur-generaal dat Rabobank niet onrechtmatig handelde toen zij in september 2013 weigerde het krediet aan OAD te verlengen. Volgens hem stond het de bank vrij “om haar kredietverlening aan OAD te beëindigen” en heeft Rabobank “voldoende duidelijkheid gegeven over haar positie” in de onderhandelingen met mogelijke investeerders. De PG wijst erop dat de bank “geen toezegging had gedaan dat de deadline zou worden opgeschort” en dat OAD zich daar ook niet op had mogen verlaten. Tot slot onderstreept hij dat er geen grond is om aan te nemen dat Rabobank haar zorgplicht heeft geschonden. Hij adviseert daarom de Hoge Raad om het cassatieberoep van de oud-eigenaren van OAD te verwerpen.
Hoewel de conclusie van de procureur-generaal vaak wordt gevolgd, is dat niet altijd het geval. De oud-eigenaren van OAD hopen dat de Hoge Raad wél zal oordelen dat Rabobank in strijd handelde met haar zorgplicht. Hun inzet blijft eerherstel én mogelijk een schadevergoeding. Totdat de Hoge Raad uitspraak doet, blijft de juridische uitkomst van de slepende zaak onzeker.
OAD werd in 1924 opgericht in Holten en groeide uit tot een van de grootste reisorganisaties van Nederland, met zo’n 1.500 medewerkers. Het faillissement in 2013 veroorzaakte grote beroering in de reiswereld. Tienduizenden reizigers zagen hun geboekte vakantie in rook opgaan. In de jaren na het faillissement voerden de oud-eigenaren een juridische strijd tegen Rabobank, die volgens hen verantwoordelijk was voor het onverwachte einde van het familiebedrijf.
- Cassatiezaak OAD: procureur-generaal steunt Rabobank, maar Hoge Raad moet nog beslissen. Illustratie 123rf.com