Advocatenkantoor buigt zich over Nederlandse schadeclaim sneltram Hasselt-Maastricht: ‘Heeft Maastricht wel bonnetjes?’
Toen Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) in mei bekendmaakte dat de sneltram Hasselt-Maastricht wordt vervangen door een trambus, was het al klip-en-klaar: de sneltram eenzijdig begraven kan alleen als er door de financieel zure appel wordt gebeten, concludeert het Belang van Limburg dat de sneltram-materie jarenlang heeft gevolgd.
De vraag is hoe hoog de schadevergoeding moet zijn die Vlaanderen aan Nederland moet betalen. Sinds de start van het sneltramproject twee decennia geleden maakten de Nederlandse partners een heleboel kosten. De stad Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg gaven naar eigen zeggen 23 miljoen euro uit aan de tram.
Het gaat onder andere om de kosten voor het projectteam dat sinds 2008 aan Nederlandse kant het project begeleidde, de aanpassing van de nieuwe Noorderbrug (waar de tram onderdoor moest rijden, red.), onderzoeksrapporten allerhande en tot slot de drie miljoen euro die Nederland zelf in het verleden als schadevergoeding betaalde omdat de tram niet naar het eindstation in Maastricht kon door problemen met de Wilhelminabrug.
Minister Peeters zegt zich ervan bewust te zijn dat er “een bepaald bedrag” aan Nederland betaald zal moeten worden, maar ze wil niet zomaar een blanco cheque uitschrijven. Daarom nam ze deze zomer het gerenommeerde Brusselse advocatenkantoor Liedekerke onder de arm om een en ander te objectiveren. Het kantoor voert nu een boekenonderzoek uit. Dat moet duidelijk maken in hoeverre de 23 miljoen euro die Nederland eist terecht is en – in het geval dat dit niet zo is – hoe hoog het bedrag dan wel moet zijn. De vraag is namelijk of alle kosten die gemaakt zijn direct verband houden met de tram. Het gaat dan over marketing- en communicatiekosten, maar bijvoorbeeld ook over infrastructuurwerken die voor andere doeleinden bruikbaar zijn. Bij het kabinet-Peeters is te horen dat Nederland de gemaakte kosten moet bewijzen: “Hebben ze wel bonnetjes? Die hebben we voorlopig nog niet gezien.”
In juli bracht een onderzoeker van het advocatenkantoor Liedekerke een bezoek aan Maastricht. De gemeente stelde hem naar eigen zeggen de complete projectadministratie van het tramdossier ter beschikking. “Op deze manier hebben wij de onderzoeker volledig en transparant inzicht gegeven in het onderliggende cijfermateriaal”, staat te lezen in de informatiebrief die wethouder van Mobiliteit John Aarts (VVD) deze zomer aan de Maastrichtse gemeenteraad bezorgde. De onderzoeker werd ook rondgeleid over het tramtracé. Voorlopig is er nog geen duidelijkheid over de uitkomst van dat onderzoek. “We wachten op het voorstel van Vlaamse zijde om over het definitief afsluiten van het dossier te praten”, zo meldde wethouder Aarts vorige week aan de Maastrichtse gemeenteraad.
Bij het kabinet van minister Peeters is te horen dat de discussie voor het einde van het jaar moet zijn uitgeklaard. De volledige 23 miljoen betalen die Nederland eist, lijkt voor de minister uitgesloten. Peeters verwacht van advocatenkantoor Liedekerke binnenkort een advies over de hoogte van de schadevergoeding. Met dat document in de hand wil ze het gesprek met Nederland aangaan. De afhandeling van de schadevergoeding is belangrijk om de relaties met Nederland te herstellen.
Zo lang het tramdossier niet financieel van de baan is, wil Nederland namelijk niet praten over de vervanging van de tram door een trambus, zoals Peeters voorstelde. De gemeente Maastricht zegt wel dat ze de (nog niet uitgegeven) financiering die de Nederlandse hogere overheid beloofde voor de tram nog altijd wil inzetten voor grensoverschrijdend openbaar vervoer.
- Advocatenkantoor buigt zich over Nederlandse schadeclaim sneltram Hasselt-Maastricht: ‘Heeft Maastricht wel bonnetjes?’ Deze fraaie schetsen voor de sneltram kunnen alvast bij het groot vuil. Illustratie TramMaastrichtHasselt.eu.