Afgelopen jaar was beroerd voor treinreizigers: minder en vaak te korte treinen en meer vertraging
Na twee rustige coronajaren ondervond de treinreiziger in 2022 weer ouderwets veel hinder, bleek uit cijfers van spoor- en infrabeheerder ProRail, die ze gisteren, woensdag, publiceerde. Zo’n 10 procent van de treinen reed het afgelopen jaar niet op tijd. Niet alleen werden er minder treinen ingezet, van dat lagere aantal treinen vielen ook nog eens meer uit dan gebruikelijk. Opmerkelijk waren de grote en langdurige IT-storingen.
NS deed het matig in 2022. In 91,6% van de gevallen kwamen NS-treinen binnen de vijf minuten ‘vertragingsgrens’ binnen – dus ‘op tijd’. Om vergelijkbare lage cijfers te vinden, moeten we terug tot 2017, toen extreme weersomstandigheden en aanrijdingen voor vergelijkbare lage prestatiecijfers zorgden. Maar ook regionale vervoerders zoals Arriva en Keolis scoorden een ‘op tijd’-percentage van 91,3%. Hier geldt echter een marge van maximaal drie minuten in plaats van de vijf minuten bij NS. In 2022 had bijna 10% van de reizigers te maken met een vertraging van minstens 5 minuten, aldus ProRail.
Het aantal reizigers is weliswaar toegenomen na corona, maar er zijn nog altijd 20% minder reizigers dan in 2019, het jaar voor corona. Belangrijke oorzaak voor de problemen op het spoor is het nijpende personeelstekort, met name waar het gaat om honderden ontbrekende conducteurs en machinisten. Om de schade enigszins binnen de perken te houden, hebben NS en Arriva in 2022 de dienstregeling uitgedund. De ProRail-cijfers geven aan hoeveel verschil dat maakte: reden reizigerstreinen in 2022 145 mln. km, in 2021 waren dat er 3 mln. km meer en in 2019 zelfs 8 mln. km meer. Het aantal daadwerkelijk vervoerde reizigers geeft ProRail niet, dat is zaak van de vervoerders.
Het uitdunnen van de dienstregeling zou de treinenloop beter bestand moeten maken tegen uitval, het ‘preventieve uitdunnen’, het bekende verhaal bij elk vlokje sneeuw en bij stormweer.
Die uitval te beteugelen is niet gelukt: 4,7% van de reizigerstreinen viel vorig jaar uit, het dubbele van de periode tussen 2016 en 2020 (gemiddeld zo’n 2,4% per jaar). Bij een normale dienstregeling zou dit percentage nog flink hoger zijn geweest.
Dat ProRail zelf ook aan de basis lag van storingen, is bekend: er waren in 2022 maar liefst 459 grote storingen (waaronder de langdurige stroomuitval bij Dronten). In 2018 waren er 579 en in 2019 437 vergelijkbare storingen. ProRail heeft met het ministerie van IenW afgesproken dat er per jaar maximaal 520 ‘grote storingen’ mogen zijn. Met 459 grote storingen op het spoor in 2022 blijft het bedrijf nog onder die grens.
John Voppen, bestuurder bij ProRail, is ontevreden: “Met een eerste blik op de prestaties in 2022 en de oorzaken van tegenvallers zeg ik: werk aan de winkel voor de spoorsector. Laten we investeren in onze mensen en middelen om de prestaties te verbeteren”, zegt hij in De Telegraaf. Maar, wijzend op het personeelstekort bij NS: “We kunnen veel, maar niet alles. De druk op mensen en middelen is al groot.”
Vele reizigers beklaagden zich – bij reizigersorganisatie Rover en de OV Ombudsman èn in de media – al sinds de zomer over vertraging, uitval en overvolle treinen. Die laatste organisatie vreest dat sommige reizigers het ov “voor altijd de rug toekeren”.
Maar ook staatssecretaris Vivianne Heijnen (IenW) liet zich niet onbetuigd en bekritiseerde met name NS, de grootste spoorvervoerder van het land, herhaalde malen over de lamentabele dienstverlening. Ze zegde een diepgaande evaluatie toe, terwijl in het voorjaar de resultaten van een studie van de Boston Consultancy Group verschijnen, waarin met name wordt gekeken naar de wijze waarop NS haar personeelstekort heeft aangepakt. De NS sluit intussen niet uit dat, vanwege de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, de dienstregeling dit jaar nog verder zal moeten worden uitgekleed.
- Afgelopen jaar was beroerd voor treinreizigers: minder en vaak te korte treinen en meer vertraging. Redactiefoto.