Arriva vindt zorgen noordelijke provincies over ‘wilde’ Arriva-treinen ‘ongegrond’
De grote zorgen van de noordelijke provincies over de pogingen van Arriva om vanaf 2025 via ‘open access’ toegang te krijgen tot het spoortraject Leeuwarden-Zwolle en Groningen-Zwolle, zijn volgens Arriva ongegrond. In een brief die gericht is aan commissaris van de Koning in de provincie Fryslân, Arno Brok, schrijft Arriva-topman Anne Hettinga dat “er sprake moet zijn van een misverstand”.
De provincie(s) zijn bang voor verschraling van de dienstregeling en duurdere kaartjes als een marktpartij treinen mag laten rijden op het traject. Gezamenlijk vroegen de drie noordelijke provincies in Den Haag aandacht voor dit probleem. Hettinga schrijft dat de dienstverlening juist verbetert en dat er meer treinen gaan rijden. Bovendien wil de vervoerder permanent treinen laten stoppen bij Thialf in Heerenveen.
Tussen Leeuwarden en Zwolle heeft de NS nu het alleenrecht. Dat blijft zo, wat de provincie betreft. Per uur rijden er twee stop- en twee sneltreinen. Volgens de provincie Fryslân is er geen ruimte voor meer treinen vanwege de regelmatige problemen met de vele bruggen op de route.
Vrijdag wordt in de ministerraad besloten over de zogeheten hoofdrailnetconcessie van 2025 tot 2033. Overheden willen de mogelijkheid hebben om in te grijpen of bij te sturen. Arriva stelt best bereid te zijn garanties te geven voor een correcte en constante uitvoering van de dienstverlening tussen Leeuwarden-Zwolle en Groningen-Zwolle.
Hettinga stelt in zijn brief dat ook bij ‘open toegang’ en zonder concessie “de bevoegde overheid kaders kan stellen om de gewenste kwaliteit te waarborgen”. De onderhandelingen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zijn al gestart, stelt Arriva. “Wij betreuren het dat het tempo aan die zijde naar onze mening te laag ligt. Daardoor blijven de door u gezochte garanties uit.”
• Arriva vindt zorgen noordelijke provincies over ‘wilde’ Arriva-treinen ‘ongegrond’. Redactiefoto.