Op 21 oktober treedt het Brusselse Taxiplan van Rudi Vervoort (eindelijk) in werking: een gelijk speelveld voor bestelde ritten, meer controle op Uber-chauffeurs – 1
De twee uitvoeringsbesluiten voor de Brusselse taxiordonnantie werden op 6 oktober jl. door de Brusselse regering goedgekeurd, waardoor het nieuwe Taxiplan op 21 oktober in werking kan treden, aldus minister-president Rudi Vervoort (PS). Deze hervorming van de taxisector, met Vervoort als belangrijkste trekker, is het resultaat van een lang politiek proces, maar ook van breed overleg met de taxisector. De taxi-ordonnantie, die op 9 juni door het Brussels parlement goedgekeurd werd, zorgt voor een eengemaakte taxisector. Zo komt er een gemeenschappelijk basisstatuut voor de standplaatstaxi’s en de straattaxi’s – lees gewone taxi’s en platformtaxi’s.
Er komt een numerus clausus die bepaalt dat er in het Brussels Gewest 1.425 standplaatstaxi’s (de huidige taxi’s) een vergunning kunnen krijgen. Daarvan zijn er 150 bedoeld voor personen met beperkte mobiliteit, 140 voertuigen met elektrische aandrijving en 50 met waterstof. Daarnaast is er plaats voor 1.825 straattaxi’s/platformtaxi’s. Daarvan zijn er 50 voor vervoer van personen met beperkte mobiliteit, 50 elektrische en 25 waterstofvoertuigen. In totaal dus 3.250 standplaats- en straattaxi’s. Tot slot zijn er nog 85 vergunningen voor luxevoertuigen. De numerus clausus zal om de twee jaar worden geëvalueerd, de eerste keer in 2025.
De uitvoeringsbesluiten bepalen ook de tarieven voor ritten met of zonder reservering. Alleen standplaatstaxi’s kunnen klanten zonder voorafgaande reservering vervoeren. De kilometerprijs bedraagt voortaan 2,30 euro (tegen 1,80 – tarief I – of 2,70 euro – tarief II nu), met een eerste aanslag van 2,60 euro (2,40 euro nu) en de wachttijd 0,60 (0,50) euro per minuut, terwijl de forfaitaire toeslag voor nachtritten 2 euro blijft. Voortaan geldt een minimumprijs voor een rit van 8 euro.
Voor ritten met reservering door straat- of standplaatstaxi’s geldt een kilometerprijs van minimum 1,50 euro en maximum 3 euro, een wachttijdvergoeding van minimum 40 en maximum 80 eurocent. De eerste aanslag is minimum 1,50 en maximum 3 euro. Ook hier geldt een minimumprijs voor een rit van 8 euro, dit alles met een maximum plafond van 200 procent van de minimumprijs ter bescherming van de consumenten.
Voor luxe-straattaxi’s geldt dan weer een minimum kilometerprijs van 3 euro, een wachttijd van 1 euro per minuut en een instapgeld van 5 euro. Het maximum wordt geplafonneerd op 500 procent van de minimumprijs. Tot slot ligt het tarief voor een rit met een ceremoniële taxi op minimum 90 euro exclusief btw voor een dienstverlening van drie opeenvolgende uren in het kader van een plechtigheid. Het tarief voor elk bijkomend uur bedraagt 30 euro per uur.
Vanaf 21 oktober wordt aantal vergunningen voor taxi’s voor personen met beperkte mobiliteit (PBM) opgetrokken tot 200, een verdubbeling ten opzichte van vandaag.
Op het vlak van duurzame initiatieven blinkt de Brusselse overheid niet bepaald uit in vergelijking met andere Europese steden: de ondernemers worden aangemoedigd om te schakelen naar milieuvriendelijke alternatieven. De doelstelling is te komen tot in totaal 190 uitstootvrije taxi’s, 140 elektrische en 50 op waterstof.
- Op 21 oktober treedt het Brusselse Taxiplan van Rudi Vervoort (eindelijk) in werking: een gelijk speelveld voor bestelde ritten, meer controle op Uber-chauffeurs – 1. Foto Rudi Vervoort (rudivervoort).