60 procent van de Duitsers is voorstander van het invoeren van minimumprijzen voor platformdiensten zoals Uber
Zo’n 60 procent van de Duitsers wil minimumprijzen voor platformdiensten zoals die van Uber. Dat blijkt uit een representatief onderzoek dat het opinieonderzoeksinstituut Infratest/Kantar heeft uitgevoerd voor de Duitse brancheorganisatie BVTM. Slechts 15 procent van de ondervraagden wijst minimumprijzen voor huurauto’s in platformdiensten af. De federale wetgeving staat dergelijke minimumprijzen voor huurauto’s met chauffeur toe en verschillende steden, waaronder Berlijn en München, bereiden zich momenteel voor op de invoering ervan. “De cijfers laten het duidelijk zien: mensen willen dat chauffeurs fatsoenlijk betaald krijgen en zijn bereid om daarvoor hogere prijzen te accepteren. “Als steden minimumprijzen invoeren, handelen ze in het belang van de bevolking”, aldus Michael Oppermann, BVTM-directeur.
Aan respondenten werd gevraagd of zij het eens waren met de stelling: “De autoriteiten moeten minimumprijzen voor Uber vaststellen om sociale dumping ten koste van chauffeurs te voorkomen”. 41,5 procent was het er helemaal mee eens, en nog eens 18,1 procent was het er enigszins mee eens. 8,4 procent was het er niet mee eens, 6,7 procent was het er mee oneens.
De resultaten voor verdere stellingen: “Een minimum aantal taxi’s zou beschikbaar moeten zijn als onderdeel van het mobiliteitsaanbod in Duitsland.” – 63 procent van de bevolking is het hiermee eens. 59 procent van de bevolking is van mening: “De autoriteiten moeten de exploitatie van platforms zoals Uber kunnen verbieden als ze de wet overtreden.” “Uber en soortgelijke diensten zouden in Duitsland in het algemeen verboden moeten worden.” – Slechts zeven procent van de respondenten is het echter eens met deze stelling.
Oppermann zei: “De meerderheid van de bevolking wijst platformen niet fundamenteel af. Als er echter sprake is van wetsovertredingen of sociale dumping, dan moet de staat ingrijpen. Er zijn de laatste tijd veel schandalen aan het licht gekomen rondom Uber & Co., die laten zien hoe chauffeurs worden uitgebuit en hoe er in Duitsland systematisch sociale en fiscale fraude plaatsvindt. Dit is zeker een deel van de verklaring voor de duidelijke meerderheid die vóór de invoering van minimumprijzen voor deze vervoersdiensten is.”
Opvallend is dat de steun voor minimumprijzen het grootst is onder respondenten in de groep met de laagste inkomens tot 1.500 euro. Hier is dat 72 procent (totale bevolking: 60 procent). Oppermann: “Je zou kunnen aannemen dat vooral huishoudens met een laag inkomen problemen hebben met minimumprijzen voor vervoersdiensten. Maar de dossiers bewijzen nu het tegendeel. Het is mogelijk dat empathie met bestuurders juist bij deze bevolkingsgroep bijzonder sterk aanwezig is.”
De brancheorganisatie roept op tot de invoering van minimumprijzen voor Uber & Co. in steden waar Uber de concurrentie met taxi-achtige huurauto’s aangaat. Dit zou leiden tot eerlijke concurrentie met de taxibranche, die al prijsgereguleerd is, en sociale dumping ten koste van chauffeurs bemoeilijken. Het doel is om een moderne en functionele taxibranche blijvend in stand te houden als onderdeel van het openbare mobiliteitsaanbod.
- 60 procent van de Duitsers is voorstander van het invoeren van minimumprijzen voor platformdiensten zoals Uber en Bolt. Redactiefoto.