GS van Brabant: “Brabant kan en mag Israëlisch busbedrijf EBS niet weren van OV-aanbesteding”
De provincie Noord-Brabant kan en mag busbedrijf EBS niet uitsluiten van de aanbesteding van het openbaar vervoer in Oost-Brabant, aldus Omroep Brabant. Vorige maand vroegen Statenleden van linkse partijen hierom, omdat het Israëlische moederbedrijf van EBS – Egged Public Transportation Company, het grootste OV-bedrijf van Israël – actief is in illegaal bezette gebieden op de Westelijke Jordaanoever. Formeel is EBS Public Transportation BV onderdeel van dochter Egged Europe. Naast EBS heeft de huidige vervoerder Arriva een bod gedaan voor het vervoer in Oost-Brabant. Medio juli moet bekend worden met welk bedrijf de provincie de komende 12,5 jaar in zee gaat.
Al in 2013 publiceerden de Verenigde Naties een lijst met bedrijven die actief zijn in de Palestijnse gebieden die door Israël worden bezet. Het moederbedrijf van EBS, Egged, staat op die lijst, omdat het buslijnen in en naar illegale nederzettingen heeft en zo profiteert van de bezetting. Volgens meerdere mensenrechtenorganisaties dragen deze bedrijven, direct of indirect, bij aan de kolonisatie van Palestijns grondgebied. De partijen GroenLinks, PvdA, Partij voor de Dieren en Volt vinden daarom dat de provincie niets met EBS te maken moet hebben.
Volgens het college van Gedeputeerde Staten is het niet mogelijk om het bedrijf op basis van de VN-lijst uit te sluiten. “Voorafgaand aan de aanbesteding stelt de provincie eisen waar de inschrijvers aan moeten voldoen”, is te lezen in de reactie op de linkse partijen. “Er kunnen achteraf geen nieuwe redenen worden gegeven om een bepaalde partij uit te sluiten.”
Het eventueel aanpassen van de eisenlijst, zodat een bedrijf als EBS in de toekomst niet meer mee kan doen, is mogelijk, zo schrijft het college. Daar zitten wel haken en ogen aan. “Een reden om bedrijven uit te sluiten zal een legitiem doel moeten dienen en ook te toetsen moeten zijn. Een dergelijke ‘nieuwe’ uitsluitingsgrond kan ook bij de rechter worden aangevochten door een partij die hier nadeel van ondervindt.” Bovendien is de vermelding van EBS en andere bedrijven op de lijst van de Verenigde Naties geen juridisch oordeel over de activiteiten van deze bedrijven.
De opmars van EBS in Nederland is opmerkelijk: in 2011 sleepte newcomer EBS de 10-jarige concessie Waterland in de wacht. In 2023 volgde de 15-jarige concessie Zaanstreek waarin Waterland is opgegaan. Daarna haalde het in 2018 de concessie Voorne-Putten en Rozenburg binnen (tot 2028). Een jaar later volgde de concessie Haaglanden (tot en met 2030). In 2022 won EBS de concessie IJssel-Vecht (2023-2035). Dit jaar verkreeg EBS de busvervoerconcessie Zeeland (2026-2038). Deze laatste is de vijfde concessie voor EBS in Ndereland.
- Brabant kan en mag Israëlisch busbedrijf EBS niet weren van de OV-aanbesteding in Oost-Brabant Het moederbedrijf van EBS, Egged, is een van de grootste openbaar vervoerders in Israël. Foto Egged.