Extra

NS investeert opnieuw in het moderniseren van dubbeldekkers

Na de revisie en modernisering van de dubbeldekker VIRM (Verlengd Inter Regio Materieel) serie 1, 2 en 3 heeft NS besloten om ook de laatste deelserie VIRM4, te moderniseren. Hiermee verdubbelt de levensduur van deze treinen. De vierde serie bestaat uit 51 treinen (204 rijtuigen).

De eerste trein gaat najaar 2023 naar NS Treinmodernisering in Haarlem om gerenoveerd te worden en fungeert als prototype voor de overige treinen. Deze gemoderniseerde trein keert eind 2025 terug in de dienstregeling. De overige 50 treinen zullen tussen 2026 en 2028 worden gemoderniseerd. Dit doet NS net als bij de vorige series op een nagenoeg volledig circulaire manier: 99% van de materialen komt terug in de nieuwe trein, krijgt een tweede leven elders of wordt gerecycled.

De treinen zullen een vergelijkbare uitstraling krijgen als de huidige serie waarvan de eerste trein in juni 2021 is gepresenteerd. Door treinen een dubbele levensduur te geven, rijdt NS zo duurzaam mogelijk treinen. Het moderniseren is minder kostbaar dan nieuwe treinen bestellen. Daarnaast zijn reizigers enthousiast over de gemoderniseerde dubbeldekkers. Met deze investering is €323 miljoen gemoeid.

“Voor de lange termijn bereiden we ons voor op een forse groei van het aantal reizigers, zegt Eelco van Asch, Directeur Operatie en lid RvB NS. “Daarom is het belangrijk, dat we ook blijven investeren in moderne treinen met meer zitplaatsen voor onze reizigers. Door deze dubbeldekkers te moderniseren, slaan we twee vliegen in één klap: een comfortabele reis voor onze reizigers en zo duurzaam mogelijk treinen rijden. Extra mooi is dat onze reizigers deze gemoderniseerde treinen heel goed waarderen, met een rapportcijfer 8.”

Momenteel ondergaan de dubbeldekkers VIRM uit de series 2 en 3 een metamorfose. Naast dat ze van binnen volledig zijn gemoderniseerd en voldoen aan de laatste veiligheidseisen hebben ze ook aan de buitenzijde een nieuwe uitstraling gekregen. Iedere 3 weken rolt er een nieuwe gemoderniseerde trein de hal uit in Haarlem en keert terug in de dienstregeling. Dit gebeurt volgens de lean-principes uit de auto-industrie. Hierbij worden de rijtuigen stuk voor stuk volledig gedemonteerd en daarna in 22 productiestations weer helemaal opgebouwd. Begin 2024 verwacht NS dat alle 45 treinen (242 rijtuigen) uit deze serie de reizigers weer naar hun bestemming kunnen brengen. Vervolgens gaat NS aan de slag met de laatste serie, de VIRM4.”

NS investeert opnieuw in het moderniseren van dubbeldekkers. Foto NS.

Belgische elektrische CX45E touringcar van Van Hool zet sterke prestatie neer in de Verenigde Staten

De nieuwe elektrische bus van Van Hool heeft in de Verenigde Staten een sterke prestatie neergezet, aldus Business AM. Het voertuig is erin geslaagd om een rondrit langs de westkust van de Verenigde Staten te maken zonder meer dan 65 procent van de batterij te verbruiken. Het traject werd afgelegd in meerdere etappes, zodat de batterij van de bus tussendoor kon opladen.

CX45E touringcar van Van Hool met batterijen van Proterra en uitgebaat door Van Hool-partner ABC Coaches en de vervoersmaatschappij MTRWestern, maakte een retourreis langs de beroemde westkust van de Verenigde Staten, van Noord-Californië (Newark) naar Seattle.

De bus had op het einde van de reis maar liefst 1.700 mijl, of bijna 2.750 kilometer, afgelegd, met een gemiddelde snelheid van 87 kilometer per uur. Het voertuig maakte tijdens de hele reis alleen gebruik van openbare oplaadpunten, meldt de Amerikaanse nieuwssite Electrek. De busbatterij heeft een totale capaciteit van 676 kWh. De bus reed na elke oplaadsessie gemiddeld 450 kilometer. In sommige gevallen werd er zelfs een afstand afgelegd van 480 kilometer. De oplaadsessie duurden gemiddeld 2,5 à 3 uur, wat korter was dan verwacht. Het verbruik per etappe heeft nooit meer bedragen dan 65 procent van het totale bereik.

“Na verloop van tijd leren bestuurders ook beter om te gaan met de levensduur van de batterij”, merkt ABC-baas Roman Cornell op. “We gebruiken realtime telematica om het energieverbruik, de oplaadsnelheden, de voertuigprestaties en meer te meten, zodat we samen met onze klanten het energieverbruik en dus de actieradius voortdurend kunnen verbeteren.”

ABC ontving zijn eerste bus met 56 zitplaatsen in december 2020. Sindsdien heeft de maatschappij het voertuig gebruikt voor gegevensverzameling en prestatietests. De rit langs de westkust was voor het merk de perfecte gelegenheid om te laten zien dat dergelijke reizen mogelijk zijn, en dat het potentieel ervan groeit.

Het doel van de reis langs de westkust was ook om de infrastructuur van de oplaadpunten te testen. De exploitant is van mening dat er genoeg op de weg zijn om een dergelijke rit te organiseren. Het bedrijf merkte wel op dat sommige oplaadpunten niet genoeg parkeerruimte hebben voor een bus.

• Belgische elektrische CX45E touringcar van Van Hool zet sterke prestatie neer in de Verenigde Staten. Foto Van Hool.

Chauffeurs Buurtbus zoeken passagiers

De vraag naar de Buurtbus kun je ook creëren, zo was in 2017 het idee tijdens de oprichting van de vereniging Buurtbus Opsterland. Een vraagstuk dat vandaag de dag extra actueel is, want sinds de pandemie is het reizigersaantal op buurtbuslijn 104 gekelderd. “We wolle graach wer wat minsken yn ús bus.” (We willen graag wat meer mensen in onze bus), aldus Sa!

Het is tijd om de oude vertrouwde Buurtbus, buslijn 104, onder de aandacht te brengen, zo vinden de chauffeurs. “As earste wolle we graach ôf fan it kuchskerm en it lawaaimeitsjende fentilaasjesysteem.” Want het kuchscherm en het HEPA-ventilatiesysteem maken een normaal gesprek in de buurtbus vrijwel onmogelijk. Hoe nuttig ook in tijden van besmettingen, het beperkt het sociale contact in de bus danig, zegt secretaris Willem Vlietstra. En juist die sociale contacten zijn voor veel reizigers en chauffeurs belangrijk, weet voorzitter Liesbeth de Boer.

Jarenlang viel de Buurtbus onder de gemeente Opsterland, die hiervoor chauffeurs in dienst had. In 2017 trok de gemeente zich terug en droeg de Buurtbus over aan vrijwilligers. Met een groep van 25 chauffeurs, inclusief het bestuur en een coördinator, verzorgt Vereniging Buurtbus Opsterland elke werkdag (7.09-19.27 uur) de ritten: van Gorredijk naar Allardsoog vice versa en aansluitend een lus naar Tijnje.

Een Buurtbus in stand houden, blijkt een hele opgave, vooral sinds de coronatijd. Vlietstra: “We hebben een jaar stilgestaan en nu we weer rijden, hebben we nog maar een derde van het aantal passagiers van voorgaande jaren.”

“En als er geen mensen in de bus zitten is er voor de chauffeur geen klap aan,” zegt chauffeur Nynke de Visser. “Corona heeft daar een groot aandeel in gehad. Geen schoolkinderen omdat de scholen dicht waren en geen ouderen omdat ze niet met het openbaar vervoer willen omdat ze niet besmet willen worden,” verklaart Liesbeth de Boer een deel van de passagiersterugloop. Klaas Wijma, chauffeur vanaf het begin, merkt dat het aantal schoolkinderen in de Buurtbus al jaren afneemt.

De Buurtbus vervoert daarnaast regelmatig ouderen die boodschappen doen, hoewel ook dat aantal terugloopt, zegt Wijma. “De boodschappen brachten we hen tot in huis. Het zou ook mooi zijn als de mensen van de campings in Bakkeveen de Buurtbus zouden gebruiken voor uitstapjes of boodschappen.”

Maar er zijn wel ideeën om meer passagiers de buurtbus in te lokken. Opsterland heeft bijvoorbeeld mooie wandelgebieden en –routes. “De Buurtbus is ideaal voor mensen die graag wandelen of hardlopen. Ze kunnen meerijden tot Bakkeveen en daar een route lopen of vanaf daar naar huis rennen,” tipt De Boer. Het comité denkt ook over mogelijkheden om zelf routes uit te zetten en onderstreept dat de Buurtbus een vorm van ov is die goed is voor mensen die de tijd nemen om te reizen.

De chauffeurs zijn daarnaast ook uitermate soepel: ze stoppen ook voor passagiers die niet bij een halte staan en rijden desnoods een paar honderd meter om, om passagiers voor de huisdeur af te leveren. En voor de prijs hoeft niemand het te laten: ongeacht de bestemming kost een kaartje op lijn 104 maar € 2,35 en € 1,40 voor jeugd t/m 11 jaar en 65-plussers. Een tienrittenkaart is nog voordeliger. Kaartjes kopen kan in de bus, uitsluitend met pinbetaling.

Chauffeurs Buurtbus zoeken passagiers. Foto Buurtbus Opsterland.

Geen verplichte fietsreservering in trein in 2022

Rover, de Fietsersbond en de andere consumentenorganisaties in het LOCOV, hebben met instemming kennisgenomen van het besluit van NS om deze zomer geen nieuwe pilot met verplichte reservering voor het meenemen van fietsen in de trein te starten.

Een pilot met de verplichte reservering levert veel ongemak bij de reizigers op, bleek uit een evaluatie door Rover en de Fietsersbond. Problemen waren er vooral omdat het systeem niet handhaafbaar is en er bij reservering geen daadwerkelijke garantie op een plaats is. Reizigers die hun overstap niet haalden, waren niet zeker van een beschikbare plek in de volgende trein en konden hiermee vastlopen op het station.

De consumentenorganisaties hadden al voor invoering van de pilot van afgelopen zomer er op aangedrongen om hiervan af te zien. Gedurende de pilot ontvingen zij veel klachten, die werden gebundeld in een rapport met het advies om de proef niet te verlengen. Zij vinden dat de NS beter werk kan maken van het uitbreiden van het aantal fietsplekken in de trein.

De NS gaf deze week aan dat verlenging van de pilot in de uitvoering veel voeten in de aarde zou hebben en zegt zich in 2022 te willen concentreren op de terugkeer van reizigers. De consumentenorganisaties blijven opkomen voor uitbreiding van het aantal fietsplekken, zodat er ook in de toekomst geen discussie over verplichte reservering is.

• Geen verplichte fietsreservering in trein in 2022. Foto Rover.

Metrostation Centraal Station in Brussel krijgt facelift

Metrostation Centraal Station ondergaat de komende jaren een volledige facelift. Het station wordt ruimer, krijgt meer verlichting, en zal beter toegankelijk zijn. De werkzaamheden starten op 1 maart en gebeuren in verschillende fasen om de hinder zoveel mogelijk te beperken en het metroverkeer niet te moeten onderbreken.

Het metrostation Centraal Station is een van de oudste van het MIVB-net. Het werd in 1969 geopend. Tegenwoordig verwelkomt dit echte multimodale knooppunt in het hart van de stad elke dag 53.000 reizigers, met bussen bovengronds en de trein in het aanpalende station. Het metrostation is sinds zijn ingebruikneming nooit grondig gerenoveerd, terwijl het aantal reizigers dat er passeert in diezelfde periode aanzienlijk is toegenomen.

Daarom is het des te noodzakelijker het station te renoveren en volledig om te bouwen. Dit grootscheepse renovatie- en uitbreidingsproject, van de MIVB, Brussel Mobiliteit en Beliris, biedt de reizigers meer comfort en een betere toegankelijkheid. Doel van deze grondige renovatie is het hoofd bieden aan de huidige behoeften van de reizigers door van het station niet langer een loutere doorgangsplaats te maken, maar een echte levendige ruimte. De nadruk ligt op modernisering, meer ruimte, meer licht, een betere doorstroming, comfort en toegankelijkheid.

De capaciteit van het station wordt aanzienlijk groter, wat de doorstroming van de reizigers zal vergemakkelijken. Voor meer comfort en veiligheid worden de perrons gerenoveerd en verbreed, door verschillende technische lokalen te verplaatsen.

Er gaat ook bijzondere aandacht naar natuurlijke lichtinval. Er komt nieuwe, warmere en zuiniger verlichting. De vloeren, muren en plafonds worden opgeknapt in lichte kleuren om de grotere lichtinval te bevorderen. Dat moet van het station een aangenamere plaats maken. Winkels, openbare toiletten en geldautomaten vervolledigen de faciliteiten van het station en er worden verschillende kunstwerken geïnstalleerd. Het Centraal Station is een van de weinige stations dat er nog geen heeft. Momenteel loopt er een projectoproep om de kunstenaars te selecteren die in het station zullen werken.

Een ander essentieel onderdeel van deze relifting is de verbetering van de toegankelijkheid van het station. Er worden nieuwe trappen gebouwd vanaf de Ravensteinstraat en de Kardinaal Mercierstraat, de twee bestaande liften worden vervangen en er wordt een extra lift geïnstalleerd, waardoor het aantal liften in het station op drie komt. Mensen met beperkte mobiliteit krijgen vanaf de straat rechtstreeks toegang tot de perrons van het station, zonder door het station te moeten. Hetzelfde geldt voor de roltrappen: die in het station worden gerenoveerd en er worden twee extra roltrappen geïnstalleerd, waardoor het aantal roltrappen in het station op vijf komt. Het KIOSK-verkooppunt wordt volledig heringericht en het informatie- en signalisatiesysteem wordt vernieuwd. Tenslotte komen er toegangspoortjes in het Centraal Station.

De uitbreidings- en renovatiewerkzaamheden worden uitgevoerd in vier grote fasen om de overlast in het station en bovengronds tot een minimum te beperken en de toegang van de reizigers tot de metro gedurende de werf te garanderen. Tijdens de werf blijft het station operationeel en wordt het metroverkeer niet onderbroken. Ook de bovengrondse ruimte wordt door de Stad Brussel onder handen genomen.

Dit gaat er gebeuren onder en rond Centraal Station: https://www.youtube.com/watch?v=Ca6NuI89X-I

Metrostation Centraal Station in Brussel krijgt een facelift. Foto MIVB.

Modelspoor Museum dreigt met vertrek uit Sneek als er niet snel een beslissing over nieuwbouw komt

Als er niet snel beslist wordt over nieuwbouw voor het Modelspoor Museum in Sneek (een van de grootste musea op modelspoorgebied in Nederland), dan dreigt faillissement of vertrek uit Sneek, aldus de Leeuwarder Courant. Het museum, dat een enorme (en groeiende) collectie modelspoortreinen en toebehoren heeft, zit in het Sneker station in een te krap jasje.

Modelspoor Museum-voorzitter Pieter Hofstra zei in de commissie Bestjoer en Finânsjes van de gemeente Sûdwest-Fryslân dat als er geen beslissing komt over nieuwbouw van het museum, dan dreigt faillissement of vertrek uit Sneek. In deze commissie was veel steun voor de plannen van het Modelspoor Museum om te verhuizen van het Sneker station naar nieuwbouw op een industrieterrein. Een gespecialiseerd bureau en het college vinden het toekomstplan van het museum te ambitieus en risicovol.

Daar komt nog bij dat de Vereniging Ondernemend Sneek (VOS) donderdag bij monde van binnenstadmanager Jan Gerbrand Krol zei groot voorstander te zijn van behoud van het museum in de binnenstad, zodat het niet naar het industrieterrein vertrekt. “Haal de verkrampte focus van het industrieterrein. Wij willen op alle manieren helpen met de zoektocht naar alternatieve locaties in de binnenstad.’’

Daar is geen tijd meer voor, aldus Hofstra. Het museum moet uitbreiden om meer bezoekers te trekken. Gebeurt dat niet, dan is het museum in de herfst failliet. Het bezoekersaantal is teruggelopen van 26.000 naar 10.000 en moet naar 35.000, vindt het bestuur. Als dat niet in Sneek kan, dan maar ergens anders.

Het is nu zorg dat het college en het museum er onderling uit komen, vindt de commissie. Wethouder Mirjam Bakker zei dat het college er alles aan gelegen is het museum in Sneek te houden, maar dan moet er een goed doordacht plan komen.

Modelspoor Museum dreigt met vertrek uit Sneek als er niet snel een beslissing over nieuwbouw komt. Redactiefoto.

Busvervoer Nederland heeft er alle begrip voor wanneer touringcarondernemers de mondkapjesplicht niet langer handhaven

Het kabinet maakte op dinsdag 15 februari bekend dat de mondkapjesplicht in het touringcarvervoer (en tevens in het openbaar vervoer) blijft gelden. Een voor de sector raar besluit, waarover zij niet werd geconsulteerd. Het zorgt er namelijk voor dat de branche zich niet kan herstellen van de enorme coronaverliezen, terwijl overal in Nederland de maatregelen versoepeld worden en het touringcarvervoer uitermate veilig is.

Reizigers blijven weg zolang de mondkapjesplicht in de touringcar blijft. “De mondkapjesplicht zorgt ervoor dat de klant onze bussen als onveilig ziet, terwijl de ondernemers alles op orde hebben,” zegt Busvervoer Nederland-voorzitter Bertho Eckhardt. “Klanten blijven weg en wijzen daarbij naar de mondkapjes, zo merkten de bedrijven afgelopen zomer al. Ondernemers wordt het zo alsnog onmogelijk gemaakt zelf hun broek op te houden, terwijl de rest van de samenleving opengaat. Alle begrip dus wanneer ondernemers besluiten wat losser om te gaan met de mondkapjesplicht.”

Het besloten busvervoer wordt ten onrechte over één kam geschoren met het openbaar vervoer en de luchtvaartbranche. Touringcarondernemers vervoeren vaak vaste groepen waarvan de individuele leden elkaar goed kennen, zoals klasgenoten, sportteams of verenigingen. Wanneer je elkaar kent, let je op elkaar. De kans op besmettingen is door die sociale component alleen al vele male kleiner dan in het anonieme ov, in de anonieme luchtvaart of op een grootschalig evenement. Bij samengestelde groepen kunnen ondernemers bovendien een gezondheidscheck vooraf blijven doen of de reizigers blijven vragen om een zelftest te doen voor ze de bus in stappen, zodat de risico’s zeer klein zijn.

Daarnaast is de ventilatie in een touringcar gelijk of beter dan die van diverse binnenlocaties, waar de mondkapjesplicht wel al grotendeels vervalt. De luchtverversingscapaciteit van de bus-airconditioning is hoog en er bestaat daarnaast de mogelijkheid om de bustussentijds compleet te luchten.

De touringcarsector werd hard getroffen door de coronacrisis. Door reisbeperkingen in binnen- en buitenland daalde de vraag naar vervoer dramatisch. Evenementen gingen niet door, scholen waren lange periodes gesloten. Ondersteuningsritten voor het ov waren niet nodig. Passagiers keken ook voor wat betreft dagtrips de kat uit de boom. Het gevolg van dit alles: ondernemers hadden forse omzetverliezen. Het gemiddelde omzetverlies voor de branche bedroeg over de coronaperiode gemeten ruim 63%. Aangezien busbedrijven kapitaalintensief zijn, staat het water veel ondernemers inmiddels aan de lippen.

Eerder in de coronacrisis hadden de ondernemers wél begrip voor de maatregelen, hoezeer de sector er ook onder leed en hoe slecht de tegelijkertijd ingevoerde steunmaatregelen ook uitpakten voor de sector. Eckhardt, die de overheid oproept de mondkapjesplicht in de touringcar zo snel mogelijk te laten vallen, zegt ook: “De bedrijven kijken uit naar de normale drukte van het touringcarseizoen in het voorjaar, maar door het laten voortbestaan van de mondkapjesplicht is er nu het dramatische vooruitzicht dat ze straks weer niet voluit kunnen ondernemen. De argumentatie van de overheid slaat de plank flink mis. Het enige dat er uit blijkt, is dat men eigenlijk maar weinig sjoege heeft van hoe het touringcarvervoer in elkaar steekt en welke rol zij speelt in de mobiliteit van grote groepen Nederlanders.”

• Busvervoer Nederland heeft er alle begrip voor wanneer touringcarondernemers de mondkapjesplicht niet langer handhaven. Foto De Lijn.

Qbuzz, NS en Arriva slaan samen met Groningen Bereikbaar en OV-bureau handen ineen

Tot 9 mei gaat het Julianaplein in Groningen op de schop. Dit zorgt voor ernstige verkeershinder in de hele stad Groningen. Vervoerders NS, Arriva en Qbuzz, slaan samen met Groningen Bereikbaar en OV-bureau Groningen Drenthe de handen ineen met een gezamenlijke campagne om het OV te stimuleren.

Met als slogan ‘Hé autorijder, sta niet stil. Pak het OV!’ maken ze de autorijder bewust van de gevolgen van de wegwerkzaamheden rond het Julianaplein. Ze laten automobilisten zien dat de trein en bus een prima alternatief zijn voor de auto, die rijden meestal door waar auto’s vast staan.

In de eerste weken van de ernstige verkeershinder worden de #OVerstapweken georganiseerd. Met een ludieke winactie op social media maken reizigers kans op prijzen die het reizen met het OV nog comfortabeler maken, zoals een jaar lang gratis Storytel of €25,00 reistegoed bij gebruik van de reisapp glimble.

Op de webpagina Operatiejulianaplein.nl/ov is informatie te vinden over reizen met het OV van en naar de stad Groningen. Voor automobilisten die nog niet zo bekend zijn met het openbaar vervoer staat op de website een overzichtskaart waarop is te zien hoe je slim en gemakkelijk met het OV reist. Alle snelle bus- en treinverbindingen in de regio zijn overzichtelijk weergegeven.

Reizigers hoeven niet altijd te kiezen voor de dichtstbijzijnde bushalte. Vaak is het sneller om naar een station, hub of P+R te fietsen of rijden en van daaruit verder te reizen met de trein of bus. Van deur tot deur is op deze manier net zo snel en soms zelfs nog sneller dan wanneer men met de auto reist. Tijdens Operatie Julianaplein is dit zeker het geval: de trein heeft geen last van files en de bus rijdt vaak langs de file over de vluchtstrook of vrije busbanen.

Qbuzz, NS en Arriva slaan samen met Groningen Bereikbaar en OV-bureau handen ineen. Foto Groningen Bereikbaar.

Oberhausen heeft de Duitse primeur van de nieuwe generatie VDL Citea’s

STOAG Stadtwerke Oberhausen GmbH heeft de Duitse primeur bij VDL Bus & Coach: in die stad (200.000 inwoners in Noord-Rijnland-Westfalen) rijdt in december dit jaar de eerste serie van de nieuwe generatie Citea’s, 15 elektrische stadsbussen van het type LF-122.

Met 6 trams en 131 bussen zorgt STOAG momenteel voor milieuvriendelijke mobiliteit in Oberhausen. Er rijden al 4 elektrische VDL Citea’s op lijn 979 tussen Oberhausen en Bottrop. “In Duitsland zijn wij een van de marktleiders op het gebied van elektrisch openbaar vervoer en onze expertise wordt breed gewaardeerd,” zegt Boris Höltermann van VDL Bus & Coach Deutschland GmbH. “Uiteraard heb je altijd partners nodig die visie en ambitie tonen om de duurzame inrichting van het openbaar vervoer te stimuleren. Dat we onze samenwerking met STOAG in de toekomst verder kunnen uitbouwen, maakt ons oprecht trots.”

De nieuwe generatie Citea’s is al in verschillende landen verkocht en zal vanaf dit jaar in een aantal steden en gebieden worden ingezet: Nederland (Eindhoven), Finland (Kotka en Lahti), België (geheel Vlaanderen) en Frankrijk (Bordeaux).

De levering van de nieuwe generatie Citea’s aan Oberhausen staat gepland voor december 2022. De e-bussen hebben een batterijpakket van 429 kWh en zijn uitermate geschikt voor zowel stads- als streekvervoer. De actieradius van de nieuwe generatie Citea’s is aanmerkelijk verbeterd: de LF-122 (Low Floor) kan met deze batterij onder alle weersomstandigheden 200 tot 300 kilometer afleggen op zuiver elektrische energie, zonder tussentijds opladen. De voertuigen beschikken over pantografen voor meer operationele flexibiliteit.

“Met de 15 nieuwe Citea’s van VDL breiden we onze elektromobiliteit aanzienlijk uit”, zegt STOAG-directeur Werner Overkamp verheugd. “Met VDL Bus & Coach hebben we een partner met wie we al goede ervaringen hebben op het gebied van elektrisch openbaar vervoer. We kijken erg uit naar deze nieuw ontworpen voertuigen.”

VDL Bus & Coach is uitgegroeid tot een van de belangrijkste spelers in Europa op het gebied van e-mobiliteit. Sinds de introductie van de eerste Citea SLF-120 Electric in Genève, tijdens de UITP Mobility & City Transport beurs in 2013, heeft VDL Bus & Coach zich sterk gericht op elektrische mobiliteit. In 2021 heeft VDL Bus & Coach de nieuwe generatie elektrische Citea’s gepresenteerd. Vanuit de VDL-visie is een busconcept ontwikkeld, volledig gebaseerd op een elektrische aandrijflijn, dat klaar is voor de toekomst en waarbij zero emissie vanzelfsprekend is. VDL Bus & Coach introduceert onder meer een innovatieve composiet zijwandconstructie die 15% lichter is ten opzichte van een conventionele zijwand. Het batterijpakket is standaard in de vloer verwerkt.

Met meer dan 1.000 bussen in 11 landen, geleverd tussen 2015 en 2021, heeft VDL Bus & Coach in Europa een marktaandeel van 14%. De in februari van 2021 behaalde 100 miljoen elektrische kilometers zorgen voor een besparing van meer dan 14,7 miljoen kilogram CO2-uitstoot. In Duitsland gaat het om meer dan 100 elektrische bussen, samen goed voor meer dan 5 miljoen elektrische kilometers in het ov.

Oberhausen heeft de Duitse primeur van de nieuwe generatie VDL Citea’s. Foto VDL Bus & Coach.

Marktonderzoek NS voor snellere IC naar Brussel: “Een zuinige Thalys?”

De NS doet via het NS Panel marktonderzoek voor een (veel) snellere Intercity naar Brussel. Het spoorwegbedrijf stuurde recent een enquête naar de leden van dit panel, waarin hen gevraagd wordt naar hun belangstelling hiervoor. Wel is het zo dat een mogelijke versnelling pas in 2025 gerealiseerd kan worden wanneer er voldoende speciale ICNG-treinen die ook geschikt zijn voor het Belgische net, beschikbaar zijn.

De panelleden konden zich uitspreken over een plan waarin de IC tussen Amsterdam(-Zuid?) en Brussel-Zuid 40 minuten sneller wordt, vooral door het overslaan van diverse stations. Stops zijn alleen voorzien op Luchthaven Schiphol, Rotterdam Centraal, Antwerpen Centraal en Brussel Centraal. In het plan dat naar de leden is gestuurd, wordt de IC Brussel 40 minuten sneller tussen Amsterdam en Brussel-Zuid. Dat is mogelijk door het overslaan van veel stations: er wordt onderweg alleen nog gestopt op Schiphol, Rotterdam Centraal, Antwerpen Centraal en Brussel Centraal. De snellere IC start op Amsterdam-Zuid en rijdt naar Brussel-Zuid. Breda, Noorderkempen, Antwerpen-Berchem, Mechelen, Brussels Airport en Brussel-Noord vallen uit het rijschema. Wellicht rijdt de ‘Benelux’ vanaf Amsterdam-Zuid rechtstreeks door naar Lelystad.

Ook de inzet van de IC Nieuwe Generatie (ICNG, hier de ICNG-B die ook in België kan rijden), die 200 km/u. kan rijden in plaats van het huidige getrokken materieel dat maar 160 km/u. haalt, helpt mee. Dan moet de IC-verbinding 16 keer per dag afklokken op 2 uur en 3 minuten in plaats van 2 uur en 43 minuten. Dan zou de Thalys nog maar tien minuten sneller zijn. De plannen geven in iedere geval goed de denkrichting van NS aan, al zullen partner NMBS en de Brusselse luchthaven niet staan te applaudisseren bij het schrappen van ‘Zaventem.’

Ook zijn er in het kader van de ‘nieuwe en snellere Benelux’ geruchten over een aparte verbinding Breda – België, die mogelijk als startpunt Rotterdam zou krijgen. Daarover zijn NS en NMBS al in gesprek.

“De nieuwe Benelux wordt dus een zuinige Thalys,” reageren Belgische spoorspecialisten smalend. “Door trager te rijden, ligt het verbruik lager en komt men toch bijna even snel (2 uur 03 in plaats van 1uur 53) als Amsterdammer in Brussel aan (dus amper 10 minuten verschil). Nederlandser kan niet. Wat gaat er dan anders zijn? De tariefstructuur? We vrezen ervoor. De ‘Benelux’ wordt dus een soort van Thalys-light, gewoon wat gezonder en minder lekker. Die Thalys reed voor het coronatijdperk bijna om het half uur tussen Parijs en Brussel. Waarom deze dienstverlening niet klokvast verlengd tot Amsterdam?”

Marktonderzoek NS voor snellere IC Amsterdam-Brussel: “Een zuinige Thalys?” Foto NS.

«< 74 75 76 77 78 >»