Duitsland, Frankrijk, Griekenland en Estland onthielden zich van stemming en blokkeerden daarmee de platformarbeidersrichtlijn
Vrijdagmiddag knalden de champagnekurken bij de respectievelijke hoofdkantoren van Uber, Bolt en andere platformbedrijven zoals Deliveroo. Na ruim twee jaar van harde onderhandelingen konden hun hardwerkende lobbyisten ook proosten op het eindresultaat: zelfs het dunste compromis voorgesteld door het Belgische EU-voorzitterschap over de platformarbeidsrichtlijn werd verworpen met de onthoudingen van Duitsland (dat zich als gevolg van een politiek compromis in de coalitie met de liberale FDP steeds onthield), het Uber-vriendelijke Frankrijk van Emmanuel Macron, Griekenland en de Bolt-staat Estland. Hoewel het Belgische EU-voorzitterschap zegt niet op te geven, is het de vraag of een nieuwe, wellicht nog dunnere platformwerkersrichtlijn kans van slagen heeft vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement. Uber en de lobbygroep MoveEU vierden al dat “de EU-landen hebben erkend dat de voorgestelde tekst in directe tegenspraak is met wat platformwerkers zeggen te willen”. Deze groep pleit er voor pas na de EU-verkiezingen terug te komen op dit thema.
“Miljoenen werknemers worden nog steeds gedwongen tot schijnzelfstandigheid nadat een paar nationale regeringen de kans op overeenstemming over de platformwerkrichtlijn hebben getorpedeerd”, rapporteerden de Europese vakbonden op X. “Precies 799 dagen na het voorstel van de Commissie hebben vertegenwoordigers van de Fransen, Duitsers, de Griekse en Estse regeringen vorige week hun veto uitgesproken over het akkoord dat tijdens de triloogonderhandelingen tussen de EU-instellingen is bereikt.” 23 landen stemden echter vóór de richtlijn en volgens Ludovic Voet van de EU-vakbonden “moeten ze niet aarzelen, maar samenwerken met de vakbonden en op nationaal niveau maatregelen nemen om een einde te maken aan het schandaal van schijnzelfstandigheid. (…) De rijke technologiebroers, wier uitbuitende bedrijfsmodel vandaag de dag wordt beschermd, mogen niet te lang feestvieren.”
Aan het einde van de stemming met gekwalificeerde meerderheid van vrijdag onthielden Frankrijk, Griekenland, Duitsland en Estland zich van stemming, wat alleen al voldoende was om de kansen van de richtlijn te beëindigen via een zogenaamde ‘blokkerende minderheid’. Volgens een stemsysteem met gekwalificeerde meerderheid wordt een dossier in de Raad aangenomen als ten minste 55% van de lidstaten, die ten minste 65% van de totale EU-bevolking vertegenwoordigen, vóór stemt. Er kan echter sprake zijn van een ‘blokkerende minderheid’ als vier of meer lidstaten tegenstemmen of zich onthouden.
Het Belgische voorzitterschap slaagde er niet in de nodige steun van de lidstaten te krijgen om overeenstemming te bereiken over een nieuwe platformwerkrichtlijn, waardoor het voorstel na meer dan twee jaar onderhandelen – sinds december 2021 – feitelijk op de plank werd gelegd. De poging van de Europese Commissie om de groeiende gig-economie in Europa te reguleren kwam daarmee ten einde.
- Duitsland, Frankrijk, Griekenland en Estland onthielden zich van stemming en blokkeerden daarmee de platformarbeidersrichtlijn. Bij Uber en Bolt en hun lobbyisten knalden de champagnekurken vrijdagmiddag. Foto ETUC.