De Commissie werkgelegenheid en sociale zaken van het Europees Parlement (EMPL) stemde over nieuwe regels om de zelfstandige medewerkers van platforms opnieuw te classificeren als werknemers van digitale platforms. In de EU-richtlijn platformwerkers moet het toepassingsgebied beperkt worden tot pure digitale platformspelers. De EMPL-leden hebben in de stemming een duidelijke onderscheiding gemaakt tussen echte platformen en ondernemingen zoals taxicentrales. De aangeslotenen van deze centrales liepen in het oorspronkelijke ontwerp van de richtlijn het risico als werknemers ingeschaald te worden.

De leden van het Europees Parlement maakten ook een duidelijk onderscheid tussen ride-hailing digitale arbeidsplatformen die onder de nieuwe regels vallen en taxidiensten die onder de nationale wetgeving vallen. Zowel de International Road Transport Union (IRU) als de Europese taxi-pressiegroep Taxis4SmartMobility – die actie voerden tegen het opnemen van taxicentrales in de EU-ontwerprichtlijn – zien de stemming als een grote overwinning voor de EMPL-Commissie. Nu wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen taxidiensten en ride-hailing platformen.

Hoewel de EMPL-lijst met niet-verplichte criteria om de arbeidsstatus van werknemers te bepalen niet ideaal is, blijven beide organisaties optimistisch dat de algemene aanpak van de Raad en de komende onderhandelingen voor meer duidelijkheid zullen zorgen. Criteria zoals het vaststellen van salarissen, werkuren en roosters van werknemers, evenals het volgen of controleren ervan, moeten worden toegepast voordat het vermoeden van tewerkstelling wordt vastgesteld.

• EU-commissie EMPL stemt om nep-werkpraktijken van platforms te beperken. Foto IRU.