Het vervoersplan van De Lijn bezorgt half Vlaanderen hoofdpijn, maar de journalist van de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws (HLN) ontdekte tot zijn verbazing een lichtpuntje. Voor nog geen twee euro was hij ruim een uur sneller op locatie dankzij de flexbussen. Het was nog wat gepruts in de app om de bus te boeken, maar de rit vlóóg voorbij. 

Van het Antwerpse district Deurne naar de gemeente Edegem met het openbaar vervoer om de schoonfamilie te bezoeken, ondanks de geringe afstand van amper 12 kilometer is het een huzarenklus. Je bent verplicht over te stappen en dat is geen pretje met een baby van vijf maanden. Heen en terug ben je twee uur onderweg. Terwijl je er met de auto slechts een kwartier over doet – en soms al eens drie kwartier, als het verkeer tegenwerkt. 

Mijn partner en ik besloten zondagavond om het er toch maar op te wagen en de nieuwe flexbus van De Lijn uit te proberen. Op elke andere zondagavond zouden we een deelauto nemen. Dat kost in principe een dikke 10 euro, maar de kostprijs loopt al snel op als we blijven plakken… En iedereen weet: ga met een kleinkind bij oma en opa langs en je bent niet op een uurtje weer buiten. 

Terwijl het zowat overal in Vlaanderen doemberichten regende over afgeschafte lijnen en haltes installeerden wij de Hoppin-app. Toch een grove misser van De Lijn: een flexbus boeken zou gewoon via de bestaande app van het vervoersbedrijf moeten kunnen, lijkt me. 

En als die Hoppin-app dan nog vlot zou werken… Ik recenseer per jaar tientallen smartphones voor HLN en kan er dus goed mee overweg, maar deze app gaf me nog nét geen hoofdpijn. Het duurde een minuut voor ik de mogelijkheden te zien kreeg en telkens ik het aankomst- of vertrekuur aanpaste, moest ik wéér zo lang wachten. 

De baas van De Lijn noemde het eerder nog kinderziektes, maar dat is zacht uitgedrukt. In de appwinkel voor iPhones scoort Hoppin amper 2,7 sterren op 5, bij Google Play voor Android-telefoons is de score zelfs amper 1,8 sterren. 

Maar eens de bus geboekt was, ging het opvallend beter. Om hoe laat exact we aan de gekozen halte moesten staan samen met onze dochter werd ons ruim een uur op voorhand gemeld via sms. Een halfuur later werd duidelijk met welk kenteken het flexbusje rijdt. En in tegenstelling tot de klassieke bus of tram arriveerde de zwarte camionette met acht passagiersstoeltjes wél perfect op tijd. 

Betalen voor de flexbus werkt zoals we het gewoon zijn bij De Lijn. Mijn partner toonde haar abonnement, ik gebruikte mijn tienbeurtenkaart van 19 euro. Je kan ook bij de bestuurder 2,5 euro betalen voor de rit. Of we onze buggy de volgende keer kunnen meenemen, vroegen we nog aan de chauffeur. Er leek plaats achteraan het voertuig, maar een duidelijk antwoord gaf hij niet. Toch nog een verbeterpuntje. 

De rit met de flexbus vlóóg voorbij, met dank aan het rustige verkeer in de Antwerpse oostrand op zondagavond. Zijn er meer voertuigen op de baan, dan kan de bestuurder ervoor kiezen om de busbanen te gebruiken. Alles samen was de reistijd heen en terug ruim een uur korter dan wanneer we de tram en bus zouden nemen. De ervaring met De Lijn Flex voelde als een taxi bestellen, maar véél goedkoper. Ter vergelijking: bij Antwerp-Tax betaal je 38,40 euro voor een rit van Deurne naar Edegem. 

In de Antwerpse rand zijn we – in tegenstelling tot pakweg het West-Vlaamse platteland – sowieso al redelijk ‘verwend’ door het openbaar vervoersaanbod. Er zijn verschillende buslijnen en tramhaltes dicht bij ons huis. Toch vult De Lijn Flex ook hier een gapend gat. Door een ritje te bestellen, reis je een pak vlotter tussen de Antwerpse districten – zonder steeds over Antwerpen-centrum te moeten – of naar gemeenten waar je anders met trein, tram of bus moeilijk geraakt. 

Eigenlijk heb ik nu een taxi-abonnement, liet mijn partner zich ontvallen, met een glimlach op het gezicht. Ja, ons zal je vaker in een busje van De Lijn zien zitten. Maar of het systeem van de flexbussen de problemen van iederéén kan opvangen, da’s nog een ander paar mouwen. 

• “Of het systeem van de flexbussen de problemen van iederéén kan opvangen, da’s nog een ander paar mouwen.” Foto Hoppin.