Honderd jaar busvervoer in de Achterhoek
In de Achterhoek wordt dit weekend gevierd dat het busvervoer 100 jaar bestaat. In 1923 ging daar de eerste bus van de Gelderse Tram Maatschappij (GTM) de weg op. In de honderd jaar die volgden, veranderde het busvervoer flink. En die ontwikkeling lijkt nog niet ten einde.
“Dit is onze trots”, zegt voorzitter Frank van Setten van Transit Oost in Winterswijk tegen Omroep Gelderland. De museumwerkplaats beheert meerdere bussen en treinen uit het verleden. “Dit is een T-Ford bus uit 1923”, klinkt het over de eerste klassieker. De bussen werden ingezet om de concurrentie aan te gaan met de stoomtram. “Ze vertrokken vijf minuten eerder en tegen een iets gunstiger tarief”, zegt Van Setten. “De stoomtram werd te duur en hij reed ook nog eens heel langzaam. De bus nam het over.”
Een volgende stap in de ontwikkeling van de bus ontstond toen de lokaalspoorlijnen in de Achterhoek in 1936 werden opgeheven. De lijnen vanuit Doetinchem en Winterswijk naar Enschede vervielen en de Gelderse Tramweg Maatschappij ging vervangende buslijnen rijden. “Aanvankelijk werd ieder uur gereden, maar de snelle verbinding werd zo populair dat snel elk half uur gereden moest worden”, zegt Van Setten. “Dat was zo’n spectaculaire frequentie dat er landelijk over werd gesproken. Wat gebeurt daar allemaal voor moois in de Achterhoek?”
In de jaren 80 stond de toekomst van het openbaar vervoer in de Achterhoek op het spel. Na een studie gingen trein en bus meer samenwerken en verdwenen lijnen die parallel aan elkaar liepen. “Iedere kern zonder station kan daardoor snel met de bus naar het dichtstbijzijnde station worden gebracht”, zegt Van Setten. “Dit leidde direct tot een grote toename van het aantal reizigers.”
Die toename van het aantal reizigers is na de coronaperiode afgezwakt en komt het zelfs regelmatig voor dat bussen leeg rondrijden. “We willen toe naar een flexibele dienstregeling”, zegt Jieskje Hollander, regiodirecteur van Arriva regio Oost. “Dat betekent dat we kleinere bussen gaan laten rijden, waar nu nog een langere bus rijdt of pas gaat rijden wanneer reizigers zich aanmelden”, aldus Hollander. Ook wil men bussen meer verduurzamen. “We hebben nu al een aantal bussen die rijden op waterstof en dat willen we graag uitbreiden”, zegt Hollander. “Onze treinen rijden nog wel op diesel en dat moet natuurlijk voor de toekomst anders.” Inmiddels is Arriva in Noord-Nederland voorlopig afgestapt van het gebruik van de relatief dure HVO 100, groene diesel.
- Deze Krupp Verheul bus van de Gelderse Tramwegen (GTW) maakt onderdeel uit van honderd jaar busvervoer in de Achterhoek. Foto Museum Transit Oost.