Meer dan de helft van de Brusselse gezinnen bezit geen auto, en dat aandeel zit in de lift; Brusselaars zijn sterke OV-gebruikers
Meer dan de helft (56 procent) van de Brusselse huishoudens had in 2024 geen eigen auto, dat is een lichte stijging tegenover het jaar ervoor. Dat bleek gisteren uit de gegevens van het statistiekbureau Statbel. Sint-Gillis en Sint-Joost-ten-Node zijn bovendien de gemeenten met het laagste autobezit van België, aldus stadsmagazine Bruzz. Eerder werd bekend dat Brusselaars even gemakkelijk het OV nemen als de auto.
Het Brussels Gewest had vorig jaar het hoogste aandeel huishoudens zonder wagen. 56,4 procent van de huishouders bezat geen wagen. In Wallonië en Vlaanderen ligt dat aandeel veel lager, daar doet respectievelijk maar 24,7 procent en 23,6 procent van de huishoudens het zonder auto.
Het is dan ook geen verrassing dat de Brusselse gemeenten het hoogste percentage huishoudens zonder wagen hebben. Sint-Gillis staat aan kop met 72,2 procent, gevolgd door Sint-Joost-ten-Node (72,1 procent), Elsene (67,6 procent), Etterbeek (65,9 procent) en de stad Brussel (64,7 procent). Het autobezit ligt in Brussel dan ook op zo’n 0,54 auto’s per huishouden, amper de helft van het Belgische gemiddelde van 1,06. Ook in de Brusselse gemeente met het hoogste autobezit, namelijk Sint-Pieters-Woluwe (0,87), Watermaal-Bosvoorde (0,81) en Ukkel (0,79), ligt dat bezit lager dan het nationale gemiddelde.
De Brusselaars hebben ook steeds minder vaak een eigen auto: in 2022 deed 54,5 procent van de Brusselse huishoudens het zonder wagen, in 2023 was dat 55,8 procent en vorig jaar al 56,4 procent. Volgens Statbel heeft dat te maken met “het stedelijke karakter van Brussel”. Winkels, scholen, het werk, diensten en dergelijke liggen vaker op wandelafstand of zijn vlot bereikbaar met het uitstekende openbaar vervoer in de Belgische hoofdstad.
- Meer dan de helft van de Brusselse gezinnen bezit geen auto, en dat aandeel zit in de lift; Brusselaars zijn sterke OV-gebruikers. Redactiefoto.