Nedersaksenlijn leidt volgens onderzoek niet lokaal tot enorme bloei, vooral het noorden profiteert
De directe spoorverbinding van Enschede, via Hardenberg, naar Groningen, de Nedersaksenlijn, levert volgens onderzoek van TwijnstraGudde en Sweco naar de spoorverbinding vooral voordelen op voor inwoners van Drenthe en Groningen. Ook zorgt de verbinding niet voor een enorme toename van de werkgelegenheid langs de lijn.
Bart van Wee, hoogleraar transport aan de TU Delft, vraagt zich bij RTV Oost af of de kosten van de lijn wel opwegen tegen de baten. De roep om de Nedersaksenlijn is er al jaren, maar tot nu toe blijft het bij ambities. Het idee is dat de lijn de universiteitssteden Enschede en Groningen met elkaar verbindt. “De Nedersaksenlijn heeft voornamelijk een regionale functie voor Groningen en Drenthe”, concluderen de onderzoekers in het rapport ‘Gezamenlijke analyse Deltaplan Noord-Nederland’. “De lijn kan met name voor de dorpen langs de Nedersaksenlijn een nieuw perspectief bieden.”
Het onderzoeksteam concludeert dat de Nedersaksenlijn goed is voor de leefbaarheid van de dorpen langs de lijn. Maar de verbinding zal niet zorgen voor fors meer werkgelegenheid in de gebieden, stellen de onderzoekers. “De bereikbaarheids-verbeteringen rechtvaardigen niet een forse extra woningbouw.”
Vanuit Hardenberg zijn reizigers met de Nedersaksenlijn sneller in Groningen: de tijdswinst wordt geschat op zo’n twintig minuten. Maar van een veel snellere verbinding tussen Twente en het noorden is geen sprake: in nieuwe modellen is berekend dat je van Almelo naar Groningen, via de Nedersaksenlijn, ongeveer 1 uur en 40 minuten onderweg bent. Nu is dat op de spoorverbinding via Zwolle net zo lang. De relatief lange reistijd komt doordat de mogelijke nieuwe spoorlijn geen intercitytraject wordt; de trein stopt tussendoor op ongeveer vijftien stations.
Reizigersorganisatie Rover erkent dat de verbinding van begin- tot eindpunt niet veel sneller is. “Maar voor mensen die halverwege de lijn wonen, is de Nedersaksenlijn echt een uitkomst”, zegt Will Gerbers van Roover. “Denk bijvoorbeeld aan scholieren die in Zuidoost-Drenthe wonen en naar het ROC in Almelo gaan.”
Hoogleraar Bart van Wee wijst erop dat het aanleggen van spoor duur is. “Voor de regionale ontsluiting is de nieuwe lijn goed nieuws, maar de vraag is of de kosten uiteindelijk opwegen tegen de baten. Het oosten is niet de meest krachtige regio van Nederland, dus op het gebied van werkgelegenheid hoef je niet heel veel te verwachten”, voorspelt hij.
De Nedersaksenlijn gaat volgens berekeningen tussen de 500 miljoen en 1,25 miljard euro kosten. Daarvoor moet er onder meer een spoorlijn tussen Emmen en Musselkanaal aangelegd worden en gaat het spoor rondom Almelo op de schop. In het regeerakkoord is voor de Nedersaksenlijn overigens geen geld gereserveerd, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Lelylijn (tussen Lelystad en Groningen).
- Nedersaksenlijn leidt volgens onderzoek niet lokaal tot enorme bloei, vooral het noorden profiteert. Redactiefoto.