De provincie Overijssel gaat boetes opleggen aan busvervoerders Arriva en EBS, die ondermaats presteren, meldt RTV Oost. Al langere tijd piept en kraakt het busvervoer in de provincie. Bussen vallen uit, de dienstregeling wordt afgeschaald vanwege personeelstekorten en het ziekteverzuim onder chauffeurs is hoog. Ook de vervoerregio Amsterdam klaagt over de rituitval bij EBS. 

Het Overijsselse platform ‘Kalm An Hè’ schreef onlangs dat Overijsselse scholieren regelmatig huilend bij de bushalte staan, omdat de bus niet op tijd komt. En dat propvolle bussen regelmatig doorrijden zonder te stoppen, omdat er niemand meer bij kan in de bus. In een reactie kondigt de provincie Overijssel boetes aan voor busvervoerders Arriva en EBS. 

“De boetes zijn nog niet opgelegd, maar wel aangekondigd”, laat gedeputeerde Martijn Dadema via zijn woordvoerder Derk Moor weten. “Aan het eind van het jaar wordt duidelijk hoe hoog deze zijn. Vanaf dat moment kan de vervoerder nog bezwaar maken tegen die boete.” 

Volgens Moor is een boete een van de weinigen instrumenten die de provincie heeft. “Het is een heftig machtsmiddel. Vooral voor de busvervoerders is dit ingewikkeld. Een boete is natuurlijk ook niet zo in één keer opgelegd. Eerst dreig je daarmee, dan krijgen ze nog een bepaalde tijd om het te verbeteren. Het is dus niet zo dat we ze morgen kunnen opbellen om ze gelijk een boete te geven.” 

De boetes komen terecht in de algemene reserve van de provincie. Of het een idee is om dat geld te investeren in vervangend vervoer voor de jongeren die telkens hun bussen missen? “Dat is niet zo makkelijk”, aldus Moor. “Bij alle uitgaven die wij doen gaat het om publiek geld. Daar moet onze democratie een oordeel over vellen. Het zou bijvoorbeeld wel door Provinciale Staten in meerderheid aan ons gevraagd kunnen worden om dat te doen.” 

Behalve boetes gebruikt Overijssel ook een ander drukmiddel, zegt Moor. “Als een rit uitvalt, dan houden we dat bij. Deze ritten worden ook niet betaald. Het hele jaar wordt alles bijgehouden en aan het eind van het jaar volgt een soort afrekening daarvoor.” Omdat het nu nog een nieuw systeem is, wordt nog per jaar gewerkt. Vanaf 2025 vindt de afrekening per kwartaal plaats. 

Ook in het gebied van de Vervoerregio Amsterdam gaat de rituitval bij EBS door. In mei is het de EBS opnieuw niet gelukt de uitval van bussen terug te dringen. Opdrachtgever de Vervoerregio Amsterdam, laat in een brief aan de leden van de Regioraad weten zeer teleurgesteld te zijn over de resultaten. Vanaf half maart tot aan mei 2024 steeg de rituitval van 0,4% naar 6,5 %.  

De verklaring die vervoerder EBS geeft voor de rituitval, is wrang. EBS: “Het aantal chauffeurs neemt weliswaar toe maar zij worden ingewerkt door ervaren chauffeurs die dan niet ingezet kunnen worden voor de dienstregeling. Ook is er minder personeel beschikbaar vanwege verplichte nascholingscursussen.” Sinds kort staat de Vervoerregio echter toe dat er Engelssprekende chauffeurs op de bussen zitten. Vergelijkbare oplossingen worden ook elders in Nederland gehanteerd. Bij de EBS rijden er al een paar Engelstalige chauffeurs. De EBS verwacht hiermee een toename van potentiële nieuwe chauffeurs. 

De Vervoerregio laat op dit moment een onderzoek uitvoeren naar de personeelstekorten bij de drie vervoerders waarvan zij de opdrachtgever is; Connexxion/Transdev, EBS en GVB. Halverwege mei is op social media een imagocampagne gestart bedoeld om de positieve kant van werken in het openbaar vervoer te benadrukken. 

• Prestaties Arriva en EBS laten te wensen over: Provincie Overijssel (RRReis) kondigt boetes aan; ook Vervoerregio Amsterdam klaagt over rituitval bij EBS. Foto RRReis.