Trouw: ‘Vlaanderen maakt zich zorgen: komt de bus nog wel?’; ‘Zo werkt een netwerk niet’
Ruim voor ‘D-Day’ bij De Lijn – zaterdag 6 januari jl. – met de omschakeling naar de tweede vraagafhankelijke fase van de basisbereikbaarheid – speculeerden media in Vlaanderen, elders in België en ook in Nederland over de uitkomst van deze reuze-ommezwaai. Duizenden bushaltes verdwenen zaterdag in Vlaanderen. Flexverbindingen en versterkte hoofdlijnen deden hun intrede. Experts en reizigers maakten en maken zich zorgen over een dreigend isolement van mensen in landelijke gebieden die nu hun halte kwijt zijn. We presenteren een beknopt overzicht van de reacties in de media van de afgelopen dagen. Het waren er enorm veel en zowel De Lijn als de Vlaamse overheid werden daarin niet gespaard. Toch waren er ook enkele positieve stukken.
“Denk je aan het Vlaamse landschap, dan denk je aan de fameuze lintbebouwing. Met de historisch gevormde, langgerekte rijen huizen waaierden instellingen als scholen en ziekenhuizen ook uit.” Dat heeft de nodige gevolgen, merkte het Nederlandse dagblad Trouw op. “Bussen deden soms erg lang over ritten die kriskras door landelijke gebieden slingerden, waar doorgaans weinig mensen opstapten”, vertelt Dirk Lauwers, hoogleraar aan de Universiteit Gent.
Decennialang had elke Vlaming een bushalte op maximaal 750 meter van zijn huis. Maar die visie wordt nu losgelaten; zaterdag verdwenen in heel Vlaanderen ongeveer één op de zes bushaltes, in totaal 3.247. De operatie is onderdeel van een grote hervorming van het openbaar vervoernetwerk door de Vlaamse overheidsdienst De Lijn. Vijf jaar geleden al werd besloten dat het anders moest. De basis wordt: bussen die vaker rijden, voller zijn en rechte routes volgen. Waar er meer vraag was, zouden meer bussen moeten komen door andere haltes weg te nemen. Gaten zullen worden opgevangen door een flexnet. Dat moet volgens minister van mobiliteit Lydia Peeters ‘een basisbereikbaarheid’ gaan creëren voor alle Vlamingen.
De hoeksteen van de plannen zouden de zogenoemde ‘Hoppinpunten’ – knooppunten waar men een deelfiets-, -auto of -step kan pakken of op de flexbus kan stappen – moeten zijn. Daar kan tot dertig minuten van tevoren worden gereserveerd. Er moeten er 2100 zijn tegen 2030. Nu zijn er pas 161 van die punten gereed bevestigt het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) desgevraagd. Op een totaal van driehonderd gemeenten in Vlaanderen betekent dat nog niet één punt per gemeente. Ook werkte de app bij de start niet naar behoren.
De Lijn kampt al langer met problemen door achterblijvende investeringen, zegt mobiliteitsexpert Lauwers. “De budgetten werden jarenlang niet verhoogd. Door stijgende energiekosten en de loonindexatie moest De Lijn feitelijk meer doen met minder.” Dat merkte de reiziger. “Vorig jaar stonden gemiddeld vierhonderd bussen per dag in panne, of ze reden niet weg door stakingen of een tekort aan chauffeurs.”
Trouw herinnert nog even aan de ‘verrottingsstrategie’ van de Vlaamse overheid: volgens CEO Ann Schoubs van De Lijn was er sprake van zo’n strategie met als doel privatisering van het vervoersbedrijf, zei ze in een geruchtmakend interview. Schoubs wees op het gebrek aan geld en noemde de verouderde bussen ‘een kadaver’. Daarop beet minister Peeters van zich af. “Een bedrijf dat problemen heeft, gaat niet huilen in de krant.” Ze vond dat topvrouw moest ‘stoppen met zagen en klagen’.
Het nieuwe plan wordt per vervoersregio uitgerold. Vlaanderen heeft vijftien vervoersregio’s waarin de gemeentebesturen zijn ondergebracht. Hoewel de burgemeesters hebben ingestemd, krabbelen sommigen terug nu de daadwerkelijke dienstregeling duidelijk is. Zoals in Hoeilaart, waar bepaalde wijken nu ‘geïsoleerd’ dreigen te raken, klaagde de burgemeester bij VRT.
“De regeling is ingrijpend”, zegt professor Lauwers. “Het busnetwerk is een systeem voor mensen die niet anders kunnen. Veruit de meeste reizigers – 93 procent volgens onderzoek – gebruiken de bus omdat ze geen alternatief hebben. Ik denk dat men zich vooral bij gemeentebesturen niet goed heeft gerealiseerd wat hen te wachten stond. Een hervorming is nodig, maar het wordt doorgedrukt terwijl het terrein er niet klaar voor is.”
Op een meldpunt van reizigersorganisatie TreinTramBus kwamen ruim tweehonderd klachten binnen, nog voor de regeling inging. Voorzitter Peter Meukens: “Ouders zeggen dat hun kind niet meer de bus naar school kan nemen. Mensen met een beperking kunnen niet meer op hun werk komen. Dit leidt tot vervoersarmoede.” Ook heeft hij zijn twijfels over of iedereen zijn weg kan vinden in het nieuwe systeem. “De zwaksten van onze maatschappij staan ook hier het zwakst, omdat ze bijvoorbeeld niet met een computer uit de voeten kunnen om de nodige informatie te kunnen opzoeken”
Bij De Lijn zijn ze zich bewust van de zorgen. “Het zal niet voor iedereen even makkelijk zijn”, reageert woordvoerder Astrid Hulhoven. “De afweging tussen efficiëntie en inclusie is een politieke keuze. Waar mensen hun halte kwijt zijn, is er wel een halte op wandelafstand.” Ze benadrukt dat er mogelijk nog kan worden bijgestuurd. “Een verandering is altijd wennen, maar 95 procent van de Vlamingen heeft nog steeds een halte op 750 meter van zijn huis.”
Maar dat houdt in dat er nog altijd zo’n 340.000 Vlamingen zijn die een stuk verder moeten lopen voor hun bus. Meukens is kritisch over de mogelijke gevolgen.“Dat betekent dat kinderen een drukke weg moeten oversteken en voor ouderen die slecht ter been zijn, is het onmogelijk”, vertelt hij. Er is te veel van theorie uitgegaan, vindt hij. “Hier wat bussen af, daar wat bussen bij. Zo werkt een netwerk niet.”
- Trouw en andere media: ‘Vlaanderen maakt zich zorgen: komt de bus nog wel?’; ‘Zo werkt een netwerk niet’. Redactiefoto.