Uber en Lyft mogen chauffeurs in Californië blijven classificeren als ‘(schijn)zelfstandigen’; Bittere pil voor chauffeurs en vakbonden
Het Hooggerechtshof van Californië heeft donderdag geoordeeld dat Proposition 22 blijft. Deze maatregel werd in november 2020 – na een intensieve lobbycampagne waarvoor Uber, Lyft en een aantal andere appbedrijven maar liefst 200 miljoen dollar (184 miljoen euro) uittrokken – aangenomen en classificeerde app-werkers als ‘independent operators’, zeg maar zzp’ers of beter ‘schijnzelfstandigen’ in plaats van als werknemers.
De beslissing is een forse opsteker voor app-bedrijven als Uber en Lyft, die hard hebben gevochten om hun bedrijfsmodel te behouden dat afhankelijk is van een zo laag mogelijke betaling van chauffeurs bij een zo groot mogelijke beschikbaarheid en bij geen of minimale sociale voordelen.
De beide apps gebruiken als rechtvaardiging dezelfde mantra: “Of chauffeurs of koeriers er nu voor kiezen om slechts een paar uur per week of meer te verdienen, hun vrijheid om te werken wanneer en hoe ze willen, is nu stevig verankerd in de wet van Californië, waardoor een einde komt aan misplaatste pogingen om hen te dwingen tot een arbeidsmodel dat ze overweldigend niet willen”, aldus Uber in een blogpost. Lyft publiceerde een soortgelijke mening in zijn eigen bericht, waarin staat dat meer dan 80% van de ondervraagde chauffeurs in Californië aangaf dat Prop 22 goed voor hen was geweest. Beide app-bedrijven hebben het met geen woord over de sociale bescherming die de chauffeurs op deze wijze mislopen.
Hoewel tegenstanders van Prop 22 technisch gezien nog steeds een verzoekschrift kunnen indienen bij de rechtbank om de beslissing van het Hooggerechtshof opnieuw te onderzoeken, beëindigt deze uitspraak een lange discussie in de rechtbanken over de classificatie van appwerkers in Californië.
Een jaar nadat 58% van de kiezers in Californië voor Prop 22 stemde, oordeelde een rechter van een hogere rechtbank dat dit initiatief ongrondwettelijk en daarom “niet afdwingbaar” was. Rechter Frank Roesch zei destijds dat Prop 22 de bevoegdheid en het vermogen van de staatswetgever om toekomstige wetgeving – onder meer over werknemerscompensatie – aan te nemen, beperkte.
De uitspraak van het Hooggerechtshof van donderdag oordeelde dat het classificeren van app-chauffeurs als zzp’er – of eigenlijk schijnzelfstandigen omdat de meeste chauffeurs maar voor één werkgever werken – daarentegen niet in strijd is met de bepaling in de grondwet van Californië die de wetgever bevoegdheid verleent over werknemerscompensatie. Dit bevestigt een uitspraak van een beroepsrechtbank in Californië in maart 2023 om de uitspraak van Roesch te vernietigen.
Proposition 22 was het antwoord van Uber, Lyft, DoorDash en Instacart op Assembly Bill 5, een staatswet die de bedrijven zou hebben verplicht om die werknemers te classificeren als werknemers, wat hen recht zou geven op een minimumloon, werknemerscompensatie en andere voordelen.
De app-bedrijven bouwden hele bedrijfsmodellen op de veronderstelling dat ze niet hoefden te betalen voor ziektekostenverzekeringen, ziekteverlof en andere diensten waar fulltimewerknemers recht op hebben. Hun door Europese ogen gezien weinig sociale asset-light-modellen, die afhankelijk zijn van app-werkers die hun eigen voertuigen gebruiken om passagiers te vervoeren, zijn het doel van deze bedrijven om de kapitaaluitgaven laag te houden en ver, snel en breed op te schalen.
Het zogenaamde ‘minimumloon’ dat de appbedrijven bieden is echter alleen van toepassing wanneer een chauffeur actief betrokken is bij een ritopdracht. Chauffeurs worden in Californië niet vergoed voor de tijd die ze wachten op een opdracht. De bedrijven vertrouwen erop dat werknemers graag wachten en klaar staan om een opdracht te accepteren, zodat ze hun reputatie van het aanbieden van snelle dienstverlening kunnen behouden. Critici hebben betoogd dat de verdiengaranties tekortschieten om chauffeurs daadwerkelijk een minimumloon te bieden na het meerekenen van werkgerelateerde kosten zoals auto-onderhoud, benzine en verzekering.
“Steeds weer krijgen chauffeurs minder dan de helft betaald van wat Uber- en Lyft-passagiers betalen, terwijl die prijzen en de winsten van deze bedrijven maar blijven stijgen”, zei taxichauffeur Alejandro Partida tijdens een Rideshare Drivers United Facebook Live-evenement. “De beslissing van het Hooggerechtshof van Californië maakt duidelijk dat de wetgevers van Californië actie moeten ondernemen. Taxichauffeurs hebben recht op bescherming op het werk, net als elke andere werknemer, van een minimumloon tot baanzekerheid, werkloosheidsbescherming, gezondheid en veiligheid.”
- Uber en Lyft mogen chauffeurs in Californië blijven classificeren als ‘(schijn)zelfstandigen’; Bittere pil voor chauffeurs en vakbonden. Illustratie X.