Veel reizigers vinden, ondanks veel begrip voor de stakingsdoelen, vijf dagen ov-staking te veel
Gisteren, maandag, was de eerste dag van een vijfdaagse staking in het streekvervoer. De vakbonden FNV en CNV vinden dat de werknemers in het ov – met name buschauffeurs en machinisten van regiotreinen die onder de aparte cao Multimodaal vallen – te weinig verdienen en ageren met de staking tegen de hoge werkdruk. De werkgevers, verenigd in de Vereniging van Werkgevers in het Openbaar Vervoer (VWOV), boden 8 procent, maar haalden het aanbod weer van tafel onder druk van de staking. Het stakingsbeeld over heel Nederland is uiteenlopend. Percentages lopen uiteen naarmate het beeld van de werkgevers of de werknemers komt.
Gestaakt wordt vanwege het geld en vanwege de hoge werkdruk. De vakbonden willen een loonsverhoging van 14% afdwingen in de nieuwe cao ov, terwijl de werkgevers nog niet verder willen gaan dan 8%.
Journalisten die reizigers bevragen naar hun mening over de staking, noteren een licht positief oordeel over de staking. Maar vijf dagen vinden de meesten te veel van het goede.
Buschauffeur David Vroonland (48) vindt – in de FD – de staking een goede zaak. Hij rijdt al jaren vanuit Arnhem. “Het grootste probleem is de werkdruk. We moeten in steeds minder tijd meer ritten rijden, waardoor we continu achter de feiten aan lopen.’ Volgens hem mag een chauffeur blij zijn als er twee keer een kwartier pauze gehouden kan worden. Als voorbeeld noemt hij de rit van Arnhem naar Wageningen. ‘Daar mag ik 28 minuten over doen. Maar met de auto is dat 25 minuten en ik moet nog tussenstops maken.”
Die hoge werkdruk maakt mensen letterlijk ziek. Bij liefst één op de vijf werknemers in het streekvervoer is dat het geval, volgens de FNV. Dat baseert de vakbond op informatie van zijn 6500 leden in het streekvervoer. Maar die cijfers zijn onbetrouwbaar, aldus de VWOV in een persbericht. Volgens de werkgevers gaat het om één op de tien zieken in het streekvervoer, waarin 13.000 mensen werken. Dat baseert de vereniging op cijfers van de HR-afdelingen van de door hen vertegenwoordigde vervoersbedrijven.
Niet alleen over het aantal zieken wordt gesteggeld. In het FD meent CNV Vakmensen ook dat maandag in de meeste regio’s minstens 50% van de bussen niet reed, terwijl de VWOV dat percentage een gemiddelde noemt. In het zuiden, waar meer mensen bij een vakbond zijn aangesloten, werd ook aanzienlijk meer gestaakt (tot 75%) dan in het noorden (tot 35%), waar het vakbondslidmaatschap — volgens de VWOV — minder gangbaar is. Deze percentages komen eveneens van de vervoersbedrijven zelf.
Het is dus niet zo dat heel Nederland maandag stilstond. Waarom staakt niet iedereen mee? Volgens een woordvoerder van CNV Vakmensen worden sommige uitzendkrachten onder druk gezet door hun werkgevers en brengt staken hun contract in gevaar. Geld is een andere reden niet te staken. Vakbondsleden krijgen 70 euro per dag, maar hun loon voor de stakingsdag wordt ingehouden.
Reizigers weten zich over het algemeen goed te redden door de inschakeling van (ondermeer) familieleden, kennissen en vrienden. Ook taxi’s zijn overal in trek, maar vaak niet als een vaste, maar eerder als een incidentele oplossing. Overigens is het opmerkelijk dat er op diverse plaatsen – met name door scholen – inventieve oplossingen zijn gevonden door de inzet van touringcars, ingehuurd door onderwijsinstellingen, om leerlingen op te halen en naar school te brengen en omgekeerd.
- Veel reizigers vinden, ondanks veel begrip voor de stakingsdoelen, vijf dagen ov-staking te veel. Foto CNV Vakmensen.