Nieuwe beheersovereenkomst voor De Lijn: meer privatisering en de maatschappij mag zelf ticketprijzen bepalen
Het Vlaamse ov-bedrijf De Lijn zal vanaf volgend jaar zelf de prijs van de tickets mogen bepalen, zonder dat de Vlaamse regering een prijsaanpassing nog moet goedkeuren. Dat is afgesproken in de nieuwe beheersovereenkomst tussen de regering en de vervoersmaatschappij. Meer autonomie dus voor De Lijn, maar ook meer privatisering. De komende jaren zal meer dan de helft van de kilometers gereden worden door privé-exploitanten.
De Lijn werkte al enkele jaren zonder nieuwe beheersovereenkomst. De oude liep af in 2020 en werd sindsdien stilzwijgend verlengd, wat een langetermijnvisie voor het Vlaamse ov-bedrijf moeilijk maakte. Een nieuwe beheersovereenkomst – gesloten tussen de Vlaamse minister van Mobiliteit Lydia Peeters en De Lijn voor het tijdvak 2023-2027, was dus dringend nodig.
De Lijn krijgt in deze overeenkomst meer autonomie wat betreft de ticketprijzen, om sneller te kunnen inspelen op bepaalde tendensen en om een “meer duurzaam mobiliteitsgedrag te ondersteunen”. Tickets zouden op die manier eventueel duurder kunnen worden in de spitsuren en goedkoper in de dalmomenten. De sociale tarieven blijven nog wel de bevoegdheid van de Vlaamse regering. Ook qua aanbod krijgt De Lijn meer autonomie.
Tegelijk zet de Vlaamse regering – zoals eerder al aangekondigd – door met de privatisering. “De Lijn krijgt een nieuwe rol als beheerder van het vervoersysteem”, klinkt het. De Lijn zal de komende jaren zelf minder ritten mogen rijden, terwijl het aandeel van de privé-exploitanten (de ‘pachters’) toeneemt, van 29,3 procent van de totale contractwaarde tot 33 procent. Het aandeel gereden kilometers door de exploitanten zal de komende jaren stijgen van 48 tot 53 procent, wat neerkomt op 10 miljoen extra kilometers.
Ook het investeringsbudget vanuit de Vlaamse regering stijgt structureel met jaarlijks 120 miljoen euro, tot gemiddeld meer dan 260 miljoen euro per jaar tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst. Dat geld is bedoeld voor onder meer investeringen in stations en vergroening. De basistoelage voor De Lijn blijft dan weer gelijk.
De Vlaamse oppositiepartijen Groen en Vooruit uitten bij VRT NWS kritiek op de nieuwe beheersovereenkomst. Ze vinden dat De Lijn te weinig middelen krijgt om goed en betaalbaar openbaar vervoer voor iedereen te organiseren. “Door jarenlange besparingen knijpen ze ons openbaar vervoer dood om dan nu de kaart van de privatisering te trekken”, zegt Vooruit-parlementslid Els Robeyns.
Ook Stijn Bex, Vlaams parlementslid voor Groen, vindt dat de Vlaamse regering te weinig echt investeert in De Lijn. Hij vreest dat die noodgedwongen het geld bij de reizigers gaat halen. “Als je een hogere kostendekkingsgraad wil, moet je dan wel je ticketprijzen optrekken”, zegt hij. “Maar zo ga je geen mensen naar het openbaar vervoer lokken.”
Meerderheidspartij CD&V is blij met de nieuwe overeenkomst, maar vindt wel dat erover gewaakt moet worden dat de sociale tarieven niet omhoog gaan. En het aanbod van het vervoer op maat mag niet verschralen.
- Nieuwe beheersovereenkomst voor De Lijn: meer privatisering en de maatschappij mag zelf ticketprijzen bepalen. Foto De Lijn.