Vanaf vandaag schroeft De Lijn haar tramaanbod in Antwerpen drastisch terug. Op tramlijnen 1, 4, 7, 8 en 24 zullen de trams in de daluren nog maar om het kwartier i.p.v. om de 10 minuten rijden. In de spits passeren ze alle 12 i.p.v. 8 minuten, een daling met 33% %. Tramlijn 6 gaat in de daluren om de 12 minuten rijden en in de spits om de 10 minuten. Op die manier wil De Lijn het tekort aan bestuurders opvangen. Bovendien wordt het aantal trams tussen Eksterlaar en Berchem station gehalveerd omdat de bijna 100 jaar oude tramlus aan het Eksterlaar plotseling in de weg zou liggen en afgebroken wordt: een onnodige oplossing voor een onbestaand probleem. In het centrum van Hoboken wordt de frequentie van tram 4 nu verlaagd, nadat tram 2 er in de lente al helemaal werd geschrapt. Daar rijden nu nog slechts 4 trams/uur in plaats van 12.

“Zonder meer onaanvaardbaar!”, zegt Dirk Wiesé, voorzitter van de werkgroep Antwerpen van reizigersvereniging TreinTramBus. “Dat De Lijn deze wijzigingen aankondigt met het opschrift ‘De Lijn helpt je op weg vanaf 7 november’, is bijzonder cynisch. De reiziger is immers de dupe, omdat de wegbeheerders al decennialang nalaten de doorstroming van trams en bussen te optimaliseren. Een tram moet enkel groen krijgen als hij er is. In Antwerpen gebeurt net het omgekeerde: op nog teveel plaatsen springt het verkeerslicht op rood als de tram nadert. Met een goede doorstroming was een frequentieverlaging niet nodig geweest, omdat je dan voor hetzelfde aanbod minder trams en bestuurders nodig hebt”, aldus Wiesé.

Maar dat is niet alles. Trams gaan niet alleen minder vaak rijden, overstappen wordt moeilijker gemaakt. Want sommige lijnen rijden om de 10 minuten, andere om de 12 minuten, nog andere om het kwartier en stadsbussen vaak om de 20 minuten. Dirk Wiesé: “Zo klikt de dienstregeling niet in elkaar. Reizigers moeten twee keer langer wachten: eerst aan hun vertrekhalte en vervolgens nog eens aan de overstaphalte. Dit zal nog meer reizigers doen afhaken.“

Politici hebben voortdurend de mond vol van een noodzakelijke modal shift: dat betekent dat mensen meer het openbaar vervoer dan de auto zouden moeten gebruiken. “Door minder trams te laten rijden en ze op sommige plaatsen gewoon af te schaffen gaat dat niet lukken”, zegt Stefan Stynen, voorzitter van TreinTramBus. Wat nu in Antwerpen gebeurt, dreigt zich met de basisbereikbaarheid ook elders in Vlaanderen te herhalen: het tram- en busaanbod zal op sommige plaatsen minder goed worden. Zo win je natuurlijk geen reizigers. Stynen: “Dat de frequentieverlaging op het Antwerpse tramnet Vlaams minister van mobiliteit Lydia Peeters op geen enkele manier alarmeert, vindt TreinTramBus zeer verontrustend. Antwerpen en bij uitbreiding Vlaanderen verdienen een veel beter mobiliteitsbeleid.”

• Vermindering tramaanbod in Antwerpen onaanvaardbaar. Redactiefoto.