Oud ILT-inspecteur Wim Beukenkamp: “De problemen op het spoor hebben vooral te maken met het management van NS”
In een uitgebreid interview in de NRC zegt oud ILT-inspecteur Wim Beukenkamp (66) de veiligheid op het spoor in het geding komen. Niet alleen door de manier waarop NS wordt geleid, maar ook door het uitkleden van inspectiediensten. “Het toezicht is de afgelopen jaren stap voor stap uitgehold.” Beukenkamp, die de afgelopen vijftien jaar voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de veiligheid van het spoor in Nederland bewaakte, maakt zich in het interview grote zorgen. Over de arrogantie van de Nederlandse Spoorwegen, over onveilige treinen, teruglopende technische kennis, politiek opportunisme en het uitgeholde toezicht in Nederland.
De ex-inspecteur kan vrijuit praten, omdat hij twee maanden terug afscheid nam van de ILT. Zijn kritiek komt net op het moment dat NS in grote problemen zit door personeelstekorten, te korte treinen en uitval van materieel. Donderdag praat de Tweede Kamer voor de tweede keer in korte tijd over de spoorwegen. Ook recente berichten in de NRC over technische problemen bij NS, staan op de agenda. Volgens de ex-inspecteur is de relatie tussen spoorwegen, politiek en inspectie het afgelopen decennium “vertroebeld geraakt”. Met als gevolg: een onveiliger spoor, onderling wantrouwen en overbodig overleg. “De problemen op het spoor gaan maar ten dele over techniek of veiligheid en vooral over het management van NS en deels ook ProRail, de beheerder van het spoorwegnet”, zegt Beukenkamp.
Beukenkamp, een Delftse ingenieur en pur sang treinenman, die met een ploeg vrijwilligers het ‘icoon van de Nederlandse wagonindustrie’, de Blauwe Tram, herbouwt, had als laatste klus als inspecteur een onderzoek naar misstanden bij de materieelafdeling van NS. Aanleiding daarvoor was een klokkenluidersmelding van treintechnicus Luc de Rond over hardnekkige problemen met het onderhoud van treinstellen. NRC publiceerde in oktober het verhaal van De Rond. NS wil nu van de treintechnicus af vanwege ‘onvoldoende functioneren’, in februari dient zijn ontslagzaak. Beukenkamp en zijn ILT-collega’s keken met een andere blik naar de melding van De Rond. Zij onderzochten niet de deuren of remmen zelf, maar het achterliggende NS-systeem van interne veiligheidsmeldingen. Dat is, concludeerde Beukenkamp, niet op orde, waardoor allerhande informatie – óók over falende rem- en deursystemen – jaren achtereen onzichtbaar bleef. Zonder de melding van De Rond was dit falen verborgen gebleven “voor de inspectie, maar voor een belangrijk deel ook voor de NS-top”. Dat is ernstig, zegt Beukenkamp.
Zijn conclusies gaan echter over veel meer dan één klokkenluider of één technische kwestie. Volgens Beukenkamp is er een structureel probleem en heeft NS jarenlang te weinig veiligheidsmeldingen gedeeld met de toezichthouder. Daardoor bleven potentiële veiligheidsproblemen onzichtbaar. „Het oordeel van de inspectie is een gele kaart die sterk neigt naar een rode kaart. NS moet de problemen veel beter registreren en intern beoordelen. De inspectie gaat de komende jaren nauwgezet controleren of dat ook echt gebeurt.”
Op 19 oktober, vlak na zijn pensionering, keek Beukenkamp naar een ingelaste hoorzitting in de Tweede Kamer over de spoorwegen. Daar hoorde hij commercieel directeur bij NS Tjalling Smit de problemen op de onderhoudsafdeling en de constateringen van de inspectie bagatelliseren. Volgens Smit waren er geen veiligheidsproblemen en hadden reizigers nog nooit last gehad van de deur- en remproblematiek. “Ik heb me daarover verbaasd”, zegt Beukenkamp. „Er is echt iets aan de hand, maar NS stapte daar in de Kamer zo overheen.”
Smit kon dat zeggen omdat de inspectie haar strenge oordeel over het veiligheidssysteem ter bescherming van de klokkenluider in een vertrouwelijke brief had vervat en niet in een openbaar rapport. De bevindingen van de inspectie lekten uiteindelijk uit via NRC. Beukenkamp: “Dit was mijn eerste klokkenluidersonderzoek. Dat was ingewikkeld, onder meer omdat De Rond wilde dat de inspectie zaken zou doorlichten waar wij niet over gaan, zoals geldverspilling en de manier waarop NS onderhoud pleegt. Maar de inspectie komt pas in beeld als er veiligheidskwesties spelen.”
Beukenkamp heeft wel ideeën over de bedrijfsvoering op het spoor. “NS was voor de verzelfstandiging midden jaren negentig een van de beste spoorwegen ter wereld en is dat niet meer. Het zou weer een nationale trots moeten worden, maar er zitten allerlei problemen in de weg. Allereerst de personeelstekorten natuurlijk, maar ook de manier waarop het bedrijf wordt geleid. Neem de computerstoring dit voorjaar, waarna de hele dienstregeling werd stilgelegd. De treinen stonden klaar, met personeel erin – en toch gingen ze niet rijden. Ze hadden prima op en neer kunnen pendelen tussen de grote stations. Het personeel wilde dat, maar dat mocht niet van hogerhand – het management was het overzicht totaal kwijt.”
Het tekent volgens de oud-inspecteur de afstand tussen werkvloer en top. “NS en ProRail waren de voornaamste overheidsbedrijven die ik onder mij had. Veel informatie kreeg ik ingefluisterd van werknemers. Dat is een gekke situatie: dat het personeel met het management communiceert via de inspectie. Bij ProRail lukte het me om verbeteringen voor elkaar te krijgen zonder formele maatregelen. Een voorbeeld zijn de verbeterde stootjukken, waardoor er geen treinen meer doorschieten op stations. Bij NS was het veel lastiger. De mensen op de werkvloer zijn van goeie wil, maar het management zit vast in wat ik ‘spreadsheet-management’ noem: het idee dat NS een bedrijf is dat op korte termijn winst moet laten zien.” Daarnaast ontbreekt bij de ILT de menskracht om het complete spoorsysteem adequaat te controleren.
- Oud ILT-inspecteur Wim Beukenkamp: “De problemen op het spoor hebben vooral te maken met het management van NS”.