Onderzoek KiM: mensen met migratieachtergrond minder mobiel
Mensen met een migratieachtergrond zijn minder mobiel dan mensen zonder migratieachtergrond. Ze blijven vaker een hele dag thuis. Wanneer ze wel op pad gaan, is de totale afgelegde afstand korter en het aantal bezochte bestemmingen minder. Opvallend is dat in het algemeen de woon-werkafstand en de bijhorende reistijd voor mensen met een migratieachtergrond doorgaans juist langer zijn dan die voor werkenden zonder migratieachtergrond.
Dit zijn enkele conclusies van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie ‘Multiculturele diversiteit in mobiliteit’, waarin de onderzoekers het reisgedrag en de reismogelijkheden van mensen met een migratieachtergrond (eerste en tweede generatie) in Nederland hebben onderzocht. De mobiliteit van diverse groepen in de Nederlandse samenleving worden met elkaar vergeleken, nadat er al rekening gehouden is met andere aspecten, zoals leeftijd, woonomgeving en inkomen.
1 op de 4 Nederlanders heeft momenteel een migratieachtergrond. Over 20 jaar is deze verhouding naar verwachting 1 op 3. Daarmee hebben mensen met een migratieachtergrond ook een grote invloed op het mobiliteitsbeeld in Nederland. Dit vormde de aanleiding voor het onderzoek. Gelijktijdig concludeert het KiM dat het niet eenvoudig is om te spreken van het reisgedrag van ‘de migrant’. Er zijn vele groepen en nog veel meer reispatronen.
Onder mensen met een migratieachtergrond wordt aanzienlijk minder vaak gefietst. Bij sommige groepen is het aantal reisdagen met de fiets amper de helft van het aantal reisdagen met de fiets onder mensen zonder migratieachtergrond. Gebrekkige stallingsmogelijkheden, fietsdiefstal, fietsangst en het matige aanzien van de fiets kunnen verklaringen zijn voor de duidelijke verschillen. Mensen met een migratieachtergrond gebruiken juist wel vaker de bus, tram of metro, en lopen ook meer.
De relatief bescheiden mobiliteit, de langere woon-werkafstanden, het beperkte gebruik van de fiets en diverse andere reiskenmerken gaan het meest sterk op voor de migranten, de mensen die geboren zijn buiten Nederland. De kinderen van migranten (de tweede generatie) vertonen een reisgedrag dat veelal meer overeenkomt met het reisgedrag van mensen zonder migratieachtergrond. Uitzondering op deze regel is de frequentie waarmee gefietst wordt. Zo zit de tweede generatie Turkse en Marokkaanse Nederlanders, net als de eerste generatie, veel minder vaak op de fiets.
Voor dit onderzoek koppelde het KiM de gegevens van 2 jaar uit het nationale verplaatsingsonderzoek (ODiN) met de migratieachtergrond van mensen. Ook hielden de onderzoekers van het KiM interviews en focusgroepgesprekken met mensen met een migratieachtergrond.
- Onderzoek KiM: mensen met migratieachtergrond minder mobiel. Redactiefoto.