OV-NL: ‘Studenten straks wel een beurs, maar nauwelijks nog openbaar vervoer naar onderwijs’
De vergoeding voor het studentenreisrecht die de ov-sector jaarlijks ontvangt van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wordt vanaf volgend jaar sterk verlaagd. De verlaging van de contractvergoeding met 25% betekent een volgende tegenvaller voor de ov-sector en een extra financieel tekort van circa € 260 mln. Deze impact is zo groot, dat stads- en streekvervoerders in 2024 het aanbod hierdoor sterk moeten verminderen. Deze afschaling gaat naar verwachting vooral op studentenlijnen plaatsvinden. Bovendien is er kamernood: dit maakt de impact van vermindering van het ov-aanbod extra pijnlijk. Daarmee staat de bereikbaarheid en toegankelijkheid van het onderwijs onder druk.
Om een reële vergoeding vast te stellen, zodat alle studenten met het ov hun onderwijsinstelling kunnen bereiken, is met de vervoerders afgesproken om periodiek een herijking uit te voeren. Er wordt dan gekeken naar het aantal kilometers dat studenten met het openbaar vervoer hebben gereisd. De vergoeding per studenten-ov-product wordt berekend door het aantal kilometers te vermenigvuldigen met de prijs per kilometer. De prijs per kilometer en het aantal studenten staat niet ter discussie. Het gereisde aantal kilometers op het meetmoment wel. De resultaten van het meetmoment passen niet bij de huidige tijd, waarin studenten door herintroductie van de basisbeurs en kamernood meer gebruik maken van het ov. OCW heeft de huidige herijking namelijk uitgevoerd op een moment dat er door studenten aanzienlijk minder werd gereisd. Dit is voornamelijk veroorzaakt door de corona beperkende maatregelen van de overheid.
Overheidsmaatregelen stimuleren studeren vanaf schooljaar 2023/2024. Vervoerders verwachten veel meer studenten te gaan vervoeren die ook meer gaan reizen. Immers, door de woningnood zullen er naar verwachting veel meer thuiswonende studenten zijn. Maar de vergoeding die vervoerders hiervoor ontvangen, valt door de herijking veel lager uit. Decentrale overheden hebben geen middelen om dit gat te vullen. Daarmee wordt het niet meer uitvoerbaar om het aanbod aan openbaar vervoer in stad en streek op peil te houden.
Het ministerie van OCW heeft het verzoek van vervoerders voor bevriezing van de vergoeding afgewezen. Zij geven aan vast te willen houden aan de herijking en dus per 1 januari 2024 de vergoeding aan de vervoersbedrijven te willen verlagen. Zij houden hierbij dus geen rekening met de effecten van de overheidsmaatregelen tijdens corona.
Vervoerders roepen de overheid op om het vervoer voor studenten op peil te houden en verdere verslechtering van de financiële positie van de ov-sector te voorkomen. Zeker omdat álle fracties in de Tweede Kamer de motie ‘Slootweg en Kuiken’ over concrete maatregelen om de bereikbaarheid van de regio te behouden en te verbeteren, onderschrijven en steunen.
- OV-NL: ‘Studenten straks wel een beurs, maar nauwelijks nog openbaar vervoer naar onderwijs’. Redactiefoto.