Veel EU-lidstaten weigeren de overeenkomst over de Platformwerkrichtlijn te steunen; Nieuwe onderhandelingen in 2024 onder Belgisch voorzitterschap
Het akkoord over de platformwerkrichtlijn moet in het nieuwe jaar onder het Belgische voorzitterschap opnieuw onderhandeld worden. Veel EU-lidstaten weigerden vrijdag 22 december de overeenkomst over de Platformarbeidsrichtlijn te steunen. Duitsland onthield zich (opnieuw) bij de stemming over de vraag of het het akkoord over de Platformarbeidsrichtlijn zou steunen. Italië, Frankrijk, de Tsjechische Republiek, Hongarije, Litouwen, Estland, Letland, Bulgarije, Finland, Griekenland, de Republiek Ierland en Zweden verwierpen het akkoord waarover het Spaanse voorzitterschap van de EU-Raad en de onderhandelaars van het Europees Parlement hadden onderhandeld. Het Gig Economy Project beweerde zelfs dat “Macron een heel continent vergiftigt”, en herinnert er aan dat Macron volgens de Uber Files ooit een groot pleitbezorger was van Uber in Frankrijk. Blijkbaar is dat nog steeds zo.
Volgens de goed geïnformeerde media Euraktiv en Gig Economy Project weigerde de EU-Raad een door het Spaanse voorzitterschap onderhandelde overeenkomst over platformarbeid te steunen, wat leidde tot een boze reactie van Europese parlementariërs en vakbondsleden, vooral jegens de Franse president Emmanuel Macron. De overeenkomst zou een vermoeden van werkgelegenheid in de platformeconomie in de hele EU hebben bevestigd en alle gig-werknemers rechten hebben gegeven met betrekking tot algoritmische controle over hun werk.
De bijeenkomst van de 27 EU-lidstaten op vrijdag 22 december in Brussel was cruciaal voor de vraag of de overeenkomst waarover vorige week werd onderhandeld en die de steun kreeg van vrijwel alle politieke fracties in het Europees Parlement en de Europese Commissie, zou worden aanvaard. Nu de zittingsperiode van het Parlement, die officieel eindigt in april 2024, steeds korter wordt, is het de vraag of er überhaupt nog een richtlijn over platformwerk komt. De agressieve en onophoudelijke lobby van de platformen – met Uber en Bolt voorop – heeft hier dus al duidelijke winst geboekt.
Euractiv meldt dat twaalf landen – Italië, Frankrijk, Tsjechië, Hongarije, Litouwen, Estland, Letland, Bulgarije, Finland, Griekenland, de Republiek Ierland en Zweden – tijdens de bijeenkomst zeiden tegen de overeenkomst te zijn. Duitsland onthield zich. Omdat het duidelijk was dat de lidstaten die de overeenkomst steunden slechts 47% van de EU-bevolking vertegenwoordigden, vond er geen eigenlijke stemming plaats. Volgens de EU-regels moet de Raad akkoord gaan met nieuwe wetgeving als 55% van de staten en 65% van de staten die de gehele EU-bevolking vertegenwoordigen, akkoord zijn.
De ‘blokkerende minderheid’ van lidstaten was boos dat het Spaanse voorzitterschap, onder leiding van de linkse Sumar-leider en minister van Arbeid Yolanda Díaz, in ‘trialogen’ met gesprekspartners in het Europees Parlement tot een akkoord kwam. dat niet officieel door de EU Raad was afgesproken. De werkwijze van Diaz was op z’n minst gezegd ‘onorthodox.’
Het voorlopige akkoord over de cruciale kwestie van het vermoeden van werkgelegenheid was sterker dan het voorstel van de Raad waarover in juni overeenstemming werd bereikt. Hoewel de Raad had voorgesteld dat drie van de zeven criteria nodig waren om het vermoeden van een arbeidsrelatie in werking te stellen, evenals een aantal mazen in de wet waarmee staten het vermoeden helemaal konden omzeilen, voorzag het voorlopige akkoord in ten minste twee van de vijf en werden de mazen in de wet gedicht. Het Europees Parlement had oorspronkelijk een algemeen vermoeden van een arbeidsrelatie voorgesteld, zoals momenteel geldt voor voedselkoeriers in Spanje.
Woensdag maakte de Franse minister van Arbeid, Olivier Dussopt, al bekend dat Frankrijk zich tegen de overeenkomst zou verzetten. “Het voorlopige akkoord verschilt heel erg van het mandaat van de Raad […] en ik kan het niet steunen”, zei hij. Frankrijk is een van de belangrijkste tegenstanders van de werkgelegenheidsstatus in de platformeconomie sinds Emmanuel Macron in 2017 aan de macht kwam en hij heeft de oppositie in de Raad twee jaar lang geleid sinds de Europese Commissie in december 2021 oorspronkelijk een vermoeden van een arbeidsrelatie voorstelde. De oppositie van vrijdag komt ondanks het feit dat de Renew-groep in het Europees Parlement, waar de partij van Macron lid van is, haar steun voor de deal heeft uitgesproken. Dragos Pislaru, voorzitter van de werkgelegenheidscommissie van het Europees Parlement, zei dat hij geloofde dat de interim-overeenkomst “eerlijke arbeidsomstandigheden zou garanderen en werknemers zou beschermen”.
De regering van Macron heeft in de Franse platformeconomie een controversieel systeem van door de staat beheerde ‘sociale dialogen’ opgezet, dat zij op Europees niveau heeft voorgesteld als een alternatieve vorm van sociale zekerheid voor gig-werkers in plaats van een arbeidsrelatie-status. Uit de onthullingen in de Uber-dossiers bleek dat Macron al vóór zijn termijn als president enthousiast voor Uber lobbyde. Het Gig Economy Project merkt daarom op dat ‘Macron een heel continent vergiftigt’.
- Veel EU-lidstaten weigeren de overeenkomst over de Platformwerkrichtlijn te steunen; Nieuwe onderhandelingen in 2024 onder Belgisch voorzitterschap. Redactiefoto.