Rekenhof hekelt de aanpak van de hervormingen bij De Lijn als ‘ondermaats’
In een verslag aan het Vlaams Parlement beoordeelt het Rekenhof de manier waarop de Vlaamse regering de nieuwe vervoersplannen bij De Lijn heeft ingevoerd als ondermaats, aldus VRT NWS. Sinds de invoering van die plannen, op 6 januari, regent het klachten van gebruikers op tal van plaatsen in Vlaanderen.
De complexiteit van de omschakeling is onderschat, er is een weinig transparante en versnipperde regelgeving, plus een vertraagde uitrol van de vervoersplannen en er blijven vragen over de uitvoerbaarheid van het flexvervoer. Zo luidt de toch wel vernietigende kritiek van het Rekenhof op de uitrol van de tweede fase van de zogenoemde basisbereikbaarheid (‘Hoppin’) op 6 januari jl.
Het vraaggestuurd openbaar vervoer staat volgens het Rekenhof haaks op de beslissing van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) dat de nieuwe vervoersplannen budgetneutraal moeten zijn. Dat betekent dat de kosten niet mogen oplopen. Het Rekenhof geeft aan dat die budgetneutraliteit de haalbaarheid van het vervoer op maat in het gedrang brengt omdat de invulling van de vraag beperkt wordt. En als niet aan alle vragen van gebruikers van het flexvervoer kan worden voldaan, krijg je blinde vlekken. En dat betekent dus vervoersarmoede.
“Uit de berekeningen van De Lijn blijkt dat de kostprijs voor de exploitatie van basisbereikbaarheid voor het kernnet en aanvullend net al met 21,6 procent steeg tegenover 2019, vooral door indexatiemechanismen en prijspeilstijgingen”, schrijft het Rekenhof.
- Rekenhof hekelt de aanpak van de hervormingen bij De Lijn als ‘ondermaats’. Redactiefoto.