Felle discussie over plannen van Amsterdam om aantal zeecruises in Centrum te halveren; in 2035 moet Passenger Terminal Amsterdam (PTA) verdwenen zijn
Het aantal zeecruises dat aanmeert bij de Passenger Terminal Amsterdam (PTA) bij Centraal Station wordt door de Gemeente Amsterdam drastisch verkleind. In 2035 moet de PTA helemaal weg zijn, zelfs als verplaatsing geen optie blijkt te zijn. De PTA moet direct terug van twee ligplaatsen naar één. Vanaf 2027, drie jaar eerder dan gepland, moeten cruiseschepen verplicht gebruikmaken van het elektriciteitsnetwerk van de stad (walstroom). Nog ingrijpender is de maatregel die het aantal cruiseschepen dat jaarlijks mag aanleggen vanaf 2026 beperkt tot 100, terwijl dat er nu nog 190 zijn. Voor veel touringcarbedrijven, die lokale en regionale tours uitvoeren bij aankomst van de cruiseschepen, leveren de vele cruiseschepen flink veel werk op. Een reductie van het aantal treft de touringcarbedrijven, maar ook de taxibedrijven die aansluiten op de cruises, direct in de beurs.
Deze maatregel heeft wethouder Hester van Buren (Haven) donderdag bekendgemaakt. Het is het resultaat van een langdurig onderzoek naar hoe het stadsbestuur uitvoering kan geven aan de wens van de Amsterdamse gemeenteraad cruiseschepen uit de stad te weren. De raad heeft vorig jaar zomer een motie van D66 aangenomen waarin werd gesteld dat de cruiseterminal definitief weg moet uit Amsterdam om de stad schoner te maken. Na het besluit van Van Buren laaide in de stad een felle discussie op.
Destijds ontraadde Van Buren de motie, maar nu concludeert ze dat de cruiseterminal op de Veemkade in 2035 volledig verdwenen of verplaatst moet zijn naar de Coenhaven, in het Westelijk Havengebied. “Zelfs als het niet lukt om deze te verplaatsen, moet de terminal in 2035 weg zijn uit het centrum,” aldus de wethouder.
Vorig jaar bracht het bestuursplatform Noordzeekanaalgebied het maximum aantal zeecruises dat in Amsterdam mag afmeren al terug van 250 naar 190 per jaar. Nu dat aantal verder wordt beperkt tot honderd per jaar, betekent dit nog steeds een toestroom van twee- tot driehonderdduizend passagiers. Dit is aanzienlijk minder dan de 425.000 passagiers die in 2018 met 180 zeecruises naar Amsterdam kwamen.
Het terugbrengen naar honderd bezoeken van cruiseschepen per jaar betekent ook een banenverlies voor Amsterdam: van de 567 voltijdsbanen bij PTA blijven er 294 over. Daarnaast stelt Van Buren dat door de inperkingen de bestedingen van zeecruisepassagiers en rederijen in de stad zullen afnemen, er minder toeristenbelasting binnen zal komen en er minder brandstof getankt zal worden. “Soms gaat leefbaarheid boven de economie,” zegt Van Buren in Het Parool.
In 2021 besloot de raad al dat in 2030 alle schepen aan de walstroom moeten, maar dat wordt nu dus drie jaar naar voren gehaald. Omdat de afgemeerde schepen nu nog hun motoren laten draaien voor de opwekking van elektriciteit, scheelt walstroom enorm veel broeikasgassen en luchtvervuiling – er wordt dan bijvoorbeeld bijna 75 procent minder fijnstof uitgestoten. De gemeente weet dat veel zeecruiseschepen nog niet geschikt zijn voor walstroom: het gaat om zeker minder dan de helft. Door het verplichte gebruik van walstroom al in 2027 in te voeren, zullen alleen nog schonere schepen een plek kunnen krijgen.
Daarnaast zal Van Buren met ‘partners’ bepalen welke cruises wel en niet worden toegelaten. Passagiers die tijdens een tussenstop in Amsterdam zijn, geven gemiddeld 76 euro uit. Wanneer ze hun cruise in de stad beginnen of eindigen, besteden ze echter gemiddeld 375 euro. Deze passagiers vliegen vaak naar Amsterdam en verblijven langer in de stad, wat zorgt voor meer druk op de leefbaarheid. Dit zal eerst worden onderzocht door de Amsterdamse Haven, waarna het ook een politiek vraagstuk wordt: welk type zeecruisetoerist wil Amsterdam tot minstens 2035 nog welkom heten?
Van Buren is zich bewust van de complexiteit en de vele belangen die hier een rol spelen. “Ze hebben allemaal goede lobbyisten,” zegt de wethouder over de cruisebedrijven. De komende maanden gaat ze verder onderzoeken met het ministerie van Infrastructuur, het Havenbedrijf en de provincie Noord-Holland of de Coenhaven een optie is. Dat onderzoek moet in 2025 afgerond zijn. Van Buren wil het dan ook nog langs de raad sturen.
Wat ook meespeelt, is dat in 2040 de Westbrug, tussen de NDSM-werf in Amsterdam-Noord en de Danzigerkade in Amsterdam-West, geopend moet worden. Van Buren: “Het verplaatsen van de terminal is daarvoor een randvoorwaarde. We gaan nu onderzoeken hoe we de terminal kunnen verplaatsen naar de Coenhaven, niet hoe we deze kunnen behouden in het Centrum.”
- Felle discussie over plannen van Amsterdam om aantal zeecruises in Centrum te halveren; in 2035 moet Passenger Terminal Amsterdam (PTA) verdwenen zijn. Foto PTA.