Samen met OV-bedrijf Arriva en ProRail deed de provincie Limburg onderzoek naar de regelmatige vertragingen en rituitvallen van de Drielandentrein, die Duitsland, Nederland en België bedient. Uit recente cijfers bleek dat eenderde van de ritten vorig jaar vertraagd was en ook viel de trein vaak uit. Naar aanleiding van Statenvragen van de VVD zegt het Limburgse provinciebestuur nog niet aan boetes te denken.  

Sinds vorig jaar juni rijdt de Drielandentrein tussen Aken, Heerlen, Maastricht en Luik. Arriva is verantwoordelijk voor het project en en werkt daarin samen met de DB, de NS en de NMBS. De provincie stelt dat de vervoerder moeite heeft om voldoende medewerkers te werven, omdat op het Duitse traject machinisten een aanvullende opleiding nodig hebben. Ook de gebrekkige staat van de Duitse infrastructuur en de krapte op het spoor bij de Oosterburen spelen de Drielandetrein parten. Daarop heeft Arriva geen invloed, erkent het provinciebestuur, maar vind wel dat het aanzienlijk beter moet.  

Aan Nederlandse kant zijn eerder dit jaar maatregelen genomen om in Heerlen vertragingen op te vangen. Arriva’s personeelsbestand is in Nederland inmiddels op orde. Toch zijn er volgens de vervoerder meer mensen nodig om de treindienst robuuster te maken. “Deze maatregelen lijken een eerste positief effect op de betrouwbaarheid te hebben, maar zijn duidelijk onvoldoende”, stelt de provincie Limburg. 

Het onderzoek van de provincie, Arriva en ProRail beperkte zich tot de verstoringen aan de Limburgse zijde. Het kan later worden uitgebreid naar de Belgische en Duitse trajecten. Tussen Landgraaf en Aken krijgt de trein nu al voorrang bij oponthoud. Daardoor zou een deel van de vertragingen daar zijn verminderd. 

• Provincie Limburg denkt nog niet aan boetes voor Drielandentrein ondanks veel uitval en vaak niet op tijd rijden. Redactiefoto.