Een routeplanner die niet klaar is, ritten en overstappunten die ontbreken en grote landelijke gebieden die worden afgesneden van de buitenwereld, noteert de krant De Morgen. Enkele maanden voor de verkiezingen stort Vlaanderen zijn openbaar vervoer in chaos. 

Na een jarenlange voorbereiding en herhaaldelijk uitstel gaat dit weekend op 6 januari de tweede fase van de vervoershervorming bij De Lijn in. Het centrale idee achter het plan is de zogenaamde basisbereikbaarheid. Bussen en trams worden daarbij geconcentreerd op lijnen met een grote vraag. Wie in de buitenwijken of op het platteland woont, is daardoor vaker aangewezen op alternatieven zoals de belbus of de fiets. Een analyse van de plannen door De Tijd toont aan wat dat concreet betekent. 

Over heel Vlaanderen zullen er netto maar liefst 3.800 haltes verdwijnen: er worden 6.100 opstapplaatsen geschrapt en er komen er 2.300 bij. In bijna twee derde van de Vlaamse steden en gemeenten blijven er daardoor minder haltes over. Vooral in West-Vlaanderen, Limburg en in een deel van de Vlaamse Ardennen worden de gevolgen van de hervorming sterk voelbaar. Dertig gemeenten verliezen meer dan een derde van het aantal opstapplaatsen, in vijftien gemeenten gaat het om een verschil van ruim 40 procent. 

De hoofdlijnen worden straks sterker, maar de vraag blijft of mensen uit landelijke gebieden daar wel mee van zullen profiteren. Mensen die met gezondheidsproblemen kampen of een zwakkere socio-economische positie bekleden, kunnen niet altijd snel even een fiets of deelauto nemen om naar de dichtstbijzijnde halte te rijden. Net daarom is mobiliteitsexpert Kris Peeters bezorgd over het plan. “Het openbaar vervoer is een middel om de maatschappij inclusiever te maken. Als je niet naar school kunt gaan en niet kunt solliciteren voor een job zonder dat je een auto hebt, sluit je mensen uit van de maatschappij.” 

• Basisbereikbaarheid – Busje komt niet meer: openbaar vervoer in Vlaanderen in chaos, 3.800 haltes geschrapt. Redactiefoto.