Nederlandse Belastingdienst schond niet alleen regels om Uber uit de wind te houden, maar rolde ook de rode loper uit
In 2014 en 2015 negeerde de Nederlandse Belastingdienst EU-belastingverdragen en lapte de regels aan zijn laars om het Amerikaanse taxibedrijf Uber zoveel mogelijk uit de wind te houden. Ook heeft de dienst op verzoek van Uber bij de Franse fiscus gelobbyd. Dat schrijft het FD op basis van onderzoek naar de gelekte Uber Files. Hoogleraar Belastingrecht Jan van de Streek noemt de handelswijze van de fiscus illegaal, problematisch en ondermijnend.
“Er zijn allerlei informele contacten met Uber, hoge ambtenaren bemoeien zich persoonlijk met dat bedrijf terwijl ze dat normaal gesproken niet zouden moeten doen. En dat Uber enorm uit de wind wordt gehouden. We hebben vastgesteld dat daar behoorlijk wat regels en wetten zijn overtreden”, zegt FD-journalist Johan Leupen.
Uit het FD-onderzoek blijkt dat hoge belastingambtenaren regels aan hun laars lapten en belastingverdragen negeerden om het de Amerikanen naar de zin te maken. Volgens de krant overtrad de Nederlandse Belastingdienst in 2015 niet alleen de regels, maar is het mogelijk ook strafbaar. Uit de Uber Files komt een beeld naar voren van belastingambtenaren die informatieverzoeken van andere landen over het bedrijf opzettelijk vertragen en informeel vertrouwelijke informatie over andere autoriteiten aan Uber-werknemers lekken. De fiscus lobbyde ook bij de Fransen om een vriendelijker fiscaal regime voor het Amerikaanse taxibedrijf te bewerkstelligen.
“Bij het vaststellen van hoeveel belasting Uber moet afdragen, daar wil Nederland helpen om daar lang een onduidelijk beeld over in stand te houden. Ze zijn bezig met een verdienmodel dat eigenlijk niet legaal is, dus dat moet legaal gelobbyd worden, en die tijd creëert de Nederlandse Belastingdienst voor ze”.
“Het staat nergens zwart op wit waarom de Belastingdienst dit doet, dit is allemaal informeel, er wordt ook veel telefonisch gedaan. Het is ook bewust niet gedocumenteerd denk ik. Uber weet ook wel dat ze dingen die waarschijnlijk niet mogen”.
“We krijgen veel signalen dat het Nederlandse vestigingsklimaat ontzettend belangrijk is. Dat vestigingsklimaat zit heel erg in de hoofden van politici en ambtenaren. Die Uber-vertroeteling komt van hogerhand, dat is wel duidelijk”.
Volgens hoogleraar Belastingrecht Jan van de Streek van de Universiteit Leiden heeft de Belastingdienst “op illegale wijze de samenwerking met andere belastingautoriteiten ondermijnd”. Van de Streek komt tot deze conclusie nadat hij op verzoek van het FD The Uber Files bestudeerde. Dit zijn een serie gelekte documenten die in handen zijn van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) en The Guardian, waar het FD, Trouw en onderzoeksplatform Investico voor Nederland inzage in hebben.
Uit interne e-mails, notulen en WhatsAppberichten blijkt hoe innig de samenwerking was tussen hoge Nederlandse belastingfunctionarissen en de topfiscalisten van Uber. Intern omschrijft de in Amsterdam gevestigde Europese top van Uber de relatie met de Nederlandse fiscus als een “zeer waardevolle relatie”. Een understatement: de fiscus coördineerde destijds een multilateraal fiscaal onderzoek naar Uber. In die hoedanigheid heeft de Belastingdienst de Amerikanen tegen andere Europese lidstaten ‘beschermd’.
Uber had het moeilijk in die periode, het platform lag met verschillende Europese autoriteiten in de clinch vanwege zijn illegale dienst Uberpop, die chauffeurs zonder vergunning liet rijden. Het bedrijf lobbyde dan ook verwoed in Brussel om zijn verdienmodel uit de illegaliteit te halen en om tijd te winnen. Daar lobbyde EU-commissaris Neelie Kroes al enige tijd informeel voor de Amerikanen.
In Nederland was dat offensief succesvol, zo blijkt nu. Want toen Zweden en het Verenigd Koninkrijk in 2014 bij de Nederlandse Belastingdienst inkomensgegevens opvroegen van Uber-chauffeurs om te bepalen hoeveel belasting ze moesten betalen, werden hun formele verzoeken getraineerd door de Belastingdienst. Ze kregen zelfs “de absoluut laagste prioriteit”, schreef hoofd Fiscale Zaken Rob van der Woude van het Europese Uber-hoofdkantoor in juli 2015.
“Ze zeiden mij dat ze de verzoeken van andere Europese lidstaten niet in behandeling nemen opdat wij tijd hebben om ‘onze zaken op orde te krijgen’ en te werken aan doorbraken in de regulering”, schreef hij in oktober 2015. En zo bleven de Uber-chauffeurs uit handen van de autoriteiten, en kregen de Amerikanen alle tijd om nationale bewindslieden en de Brusselse politiek te masseren.
Het was echter niet louter een aangelegenheid van de Belastingdienst, zelfs ambtenaren van Economische Zaken bemoeiden zich ermee. Dat blijkt uit notulen van een overleg met hoge ambtenaren van Financiën op het Nederlandse consulaat in San Francisco. Zo vroeg een directeur van het Netherlands Foreign Investment Agency aan de aanwezige leden van de Uber-top hoelang de uitwisseling vertraagd moest worden. Saillant: de taak van de NFIA is om buitenlandse bedrijven naar Nederland te lokken, hier blijkt dat het agentschap veel invloedrijker is.
Ook toen de Franse fiscus bij Uber aanklopte met een claim, bleek de Nederlandse Belastingdienst meer dan bereid om hand- en spandiensten voor de Amerikanen te verrichten. Volgens Frankrijk had Uber een bijkantoor in Frankrijk, en zou het dus omzet- en winstbelasting aan Parijs moeten afdragen. Volgens Van der Woude is de Nederlandse Belastingdienst echter bereid om “informeel met de Fransen te spreken om hen zo ver te krijgen dat ze die claim laten vallen. Dit is een belangrijke strijd die de Nederlanders voor ons moeten bevechten.”
Hoogleraar Van de Streek trekt conclusies die aan de verbeelding niets te wensen overlaten. Hij spreekt van een “problematisch beeld” van een Belastingdienst die “bewust de administratieve samenwerking tussen belastingautoriteiten ondermijnt” en “een pro-Uber houding aanneemt”. Maar ook dat van een Belastingdienst die zijn fiscale geheimhoudingsplicht schendt door Uber informeel te informeren over vertrouwelijke standpunten van andere landen. “Alles lijkt geoorloofd om het bedrijf een aantrekkelijk vestigingsklimaat te bieden,” zegt Van de Streek tegen het FD.
Het niet in behandeling nemen van informatieverzoeken (of daar het label ‘laagst mogelijke prioriteit’ op plakken, red.) staat daarenboven haaks op de EU-verplichtingen van lidstaten om zo snel mogelijk gegevens uit te wisselen. Promovendus Belastingrecht Tim van Brederode, voorheen als beleidsadviseur Belastingen werkzaam bij Financiën noemt de handelswijze van de Belastingdienst “hoogst opmerkelijk” omdat “belangrijke fiscale beginselen” niet gerespecteerd worden.
Gevraagd om een reactie zegt de Belastingdienst zich niet te herkennen in het beeld dat belastingambtenaren hun geheimhoudingsplicht zouden hebben geschonden. Evenmin herkent de dienst zich in het beeld waarin informatieverzoeken van andere landen opzettelijk getraineerd worden.
- Nederlandse Belastingdienst schond niet alleen regels om Uber uit de wind te houden, maar rolde ook de rode loper uit.