Dassen en ooievaars zorgen voor hinder langs het Friese spoor – en niet alleen daar…; De actieve periode voor de dassen kom er aan, zegt ProRail
Dassen, bevers, ooievaars, konijnen, herten en reeën: dieren rukken op langs het Nederlandse spoor. ProRail houdt, aldus de LC, rekening met meer hinder.
De prestaties van spoorbeheerder ProRail vielen vorig jaar tegen, staat in het jaarverslag over 2023. Dit is te wijten aan een combinatie van factoren. Naast omvangrijke werkzaamheden en storm Poly (in juli) noemt het bedrijf specifiek de impact die dieren hadden op de treindienst.
Gravende dassen beperkten het treinverkeer vorig jaar onder meer bij Molkwerum (traject Stavoren-Workum), Esch (Den Bosch-Boxtel) en Voerendaal (Heerlen-Maastricht). De spoorlijnen waren instabiel geworden. Er was veel hinder. Wekenlang konden er geen treinen rijden. Volgens ProRail telt Nederland ongeveer veertig van zulke dassenlocaties.
Omdat de das een beschermde diersoort is, moeten burchten zorgvuldig worden weggehaald. Bovendien dienen er nieuwe kunstburchten gebouwd te worden verder weg van het spoor en hekwerken om de dieren weg te houden. Mogelijk zoeken dassen vaker het spoor op omdat steeds meer plekken worden bebouwd, bijvoorbeeld met zonneparken. Er zijn geen mensen en er is meestal wel begroeiing. Van de treinen hebben de dieren geen last. Na een stremming van zes weken kon het treinverkeer tussen Workum en Stavoren eind april 2023 worden hervat.
Ook dit jaar houdt ProRail rekening met meer hinder, geeft woordvoerder Aldert Baas aan. De actieve periode van de dassen komt er weer aan, aldus Baas. “Het is nu rustiger met de graverij. De das zit in de zogenaamde kraamperiode, tot in juni. Daarna komt er weer allerlei beweging. En een generatiewisseling. Dan kan de activiteit weer toenemen. Daar houden wij wel rekening mee.’’
Maar niet alleen dassen, ook ooievaars, bevers, konijnen, herten en reeën veroorzaken overlast. Herten en reeën doen dat vooral op de Veluwe en bij Zandvoort, weet Baas. In het Noorden heeft de spoorbeheerder echter meer te kampen met ooievaars. Op de lijn Leeuwarden-Zwolle zijn deze dieren veel te vinden rond Meppel en Steenwijk. Zij maken nesten in de bovenleidingsportalen. Hun activiteiten kunnen voor Friese reizigers vertraging en treinuitval veroorzaken.
Dat is al gebeurd. Baas: “Ooievaars kunnen behoorlijk impact hebben. Bij Meppel zat bijvoorbeeld een nest boven een wissel.’’ Zo’n nest kan wel 100 kilo wegen. “Nestmateriaal viel naar beneden en kwam in de wissel terecht. Dat is een flink risico.” In zulke gevallen mag ProRail ingrijpen. Dat geldt ook voor een nest in aanbouw. Maar het spoorbedrijf moet er rap bij zijn, want een ooievaar bouwt razendsnel. Gaat het om een ‘gevestigd’ nest, dan zijn de mogelijkheden voor ProRail beperkt. “De ooievaar heeft een beschermde status. Wij mogen niet zomaar een nest weghalen.’’
De dieren zijn vervolgens moeilijk weg te krijgen. De spoorbeheerder had een tijdje ooievaarsnesten op voorraad, als alternatief voor de bovenleiding, om dicht bij het spoor op een paal te zetten. “Maar dat had niet veel zin. Als een ooievaar is opgegroeid boven de rails, is hij dat gewend en blijft hij er terugkomen. Zijn eigen jongen brengt hij daar dan ook weer groot.’’ Machinisten zien een toename van het aantal botsingen met vogels, waaronder veel ooievaars.
Volgens Aldert Baas heeft ProRail, dat 7.000 kilometer spoor in beheer heeft, veel geleerd van de oprukkende dieren. Het bedrijf weet nu beter wat te doen in welke situatie, ook juridisch gezien. “Wij voldoen aan de wet, uiteraard. Dat zullen wij ook blijven doen. ProRail ziet het belang van dieren en van de natuur. Maar wij willen ook veilig en op tijd treinen laten rijden. Dat moet samengaan. Vaak is er maatwerk nodig.’’
- Dassen en ooievaars zorgen voor hinder langs het Friese spoor – en niet alleen daar…; ‘De actieve periode voor de dassen kom er aan’, zegt ProRail. Foto ProRail