De Lijn moet een belangrijke rol krijgen in de opstart van Vervoer op Maat; Vlaamse taxisector verbijsterd
In de commissie personenmobiliteit van de MORA (Mobiliteitsraad Vlaanderen) wordt momenteel gewerkt aan een advies over een ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering over de Vlaamse Vervoersautoriteit. In het kader van die besprekingen, ontdekte de Belgische taxiorganisatie GTL via het kabinet van minister Peeters dat De Lijn ineens een veel belangrijkere rol zou gaan spelen in de opstart van het netwerk van Vervoer op Maat. “Voor GTL is dat een bizarre ommekeer,” stelde de organisatie op haar website.
Vanaf de start van de besprekingen over de omschakeling van basismobiliteit naar basisbereikbaarheid, werd ervan uitgegaan dat het netwerk van Vervoer op Maat onder een neutrale tactische regie en operationele regie zou werken. Lees: niet onder de regie van De Lijn. Een neutrale vervoersautoriteit (onder het departement MOW) moest opgericht worden om de tactische regie, inclusief het gunnen van het vervoer in handen te nemen. De operationele regie zou in de handen komen van een ‘neutrale’ mobiliteitscentrale (Hoppin).
Maar wat is er nu aan de hand? De opstart van de basisbereikbaarheid heeft opeenvolgende vertragingen opgelopen (voor een deel door het lobbywerk van lobbygroepen die liever alles bij het oude houden). Nu lijkt de minister aan die groepen toe te geven, door de teugels opnieuw in de handen van De Lijn de geven. “De taxisector is daar niet van gediend. GTL wil herinneren aan het oorspronkelijk doel van de hervorming: het openbaar vervoer meer vraaggestuurd maken om aan iedereen een gepaste vervoersoplossing te bieden. Met andere woorden, een echte ‘basisbereikbaarheid’ garanderen, zonder blinde vlekken in het vervoersaanbod maar ook zonder onderbenutte lijnen en leegrijdende bussen op bepaalde uren. Hoe? Door het geregeld vervoersaanbod aan te vullen met gesubsidieerde OV-taxidiensten.
Met haar eigen belbussysteem is De Lijn er de laatste 20 jaar niet in geslaagd om in Vlaanderen een efficiënt vraaggestuurd vervoersaanbod te organiseren, terwijl dat in Nederland en in de Scandinavische landen al bestond.”
Wat de GTL steekt is “dat het niet de Vlaamse Vervoersautoriteit maar wel De Lijn is die door de minister aangesteld zou worden om alle vormen van vervoer te laten contracteren en dit, zo leest men, ‘met het oog op de kostenefficiëntie’. Concreet gaat het over de contracten met de exploitanten van bussen, collectieve taxi’s en dergelijke. voor zowel het kernnet, het aanvullend net als Vervoer op Maat. Voor wat deelsystemen betreft moet er nog een keuze gemaakt worden rond de exacte invulling en contractering.
“Het kabinet, het Departement MOW en De Lijn voeren op dit ogenblik volop gesprekken met betrekking tot deze mogelijke verschuivingen in de taakverdeling. Alle activiteiten rond communicatie van basisbereikbaarheid zijn voorlopig opgeschort tot er meer duidelijkheid komt rond de taakverdeling. Verder zouden nog andere taken, die eerst overgeheveld gingen worden naar het departement MOW, nu (alvast op korte termijn) toch bij De Lijn blijven, onder meer de communicatie richting reizigers en gemeenten, alsook de tarief- en ticketintegratie. De enige grote wijziging die overeind blijft, lijkt de inwerkingtreding van de Hoppincentrale.”
• Toch weer een rol voor De Lijn? ‘Met haar eigen belbussysteem is De Lijn er de laatste 20 jaar niet in geslaagd om in Vlaanderen een efficiënt vraaggestuurd vervoersaanbod te organiseren.’ Foto Gemeente Lanaken.