EU-landen nemen eindelijk de platformwerkrichtlijn aan en delen een flinke klap uit aan Uber & Co
Tijdens een bijeenkomst van de EU-ministers van Arbeid op maandag 11 maart hebben de EU-landen eindelijk de Platformarbeidsrichtlijn aangenomen. Estland (het thuisland van Bolt) en Griekenland, die zich in het verleden van stemming hadden onthouden, stemden deze keer vóór “in de geest van compromis”. Dit brak een blokkerende minderheid die al weken eerder bestond met Frankrijk en Duitsland – die zich vanaf het begin van de discussie van stemming onthielden. “Een belangrijke horde is genomen, platformwerkers gaan betere bescherming krijgen tegen schijnzelfstandigheid en algoritmisch management,” zegt FNV dagelijks bestuurder en internationaal secretaris Petra Bolster-Damen. “Dit is een stap vooruit om schijnzelfstandigheid uit te bannen.”
“Het was letterlijk een succes in de laatste minuut van de blessuretijd”, aldus Michael Oppermann, algemeen directeur van de Duitse taxiorganisatie BVTM, die de beslissing verwelkomde. “Dit is een goede dag voor onze chauffeurs, voor eerlijke concurrentie en voor de Europese Unie. Wij zijn blij met het feit dat er uiteindelijk een meerderheid is gevonden die vóór regels is en tegen uitbuiting door platforms. De Europese Unie kiest de kant van de drijvende krachten achter, deze richtlijn, eist eerlijke arbeidsomstandigheden en verdedigt de verworvenheden van de sociale markteconomie. Het verzet zich tegen het ongebreidelde platformkapitalisme is succesvol geweest. Wij danken iedereen in de Europese Unie die dit succes mogelijk heeft gemaakt.”
De ommezwaai van Estland en Griekenland maakte het mogelijk om het dossier op het laatste moment geaccepteerd te krijgen, na meer dan twee jaar van politiek getouwtrek en agressief lobbyen door Uber & Co in Brussel en de respectievelijke EU-hoofdsteden. Bolster-Damen: “Samen met vakbonden uit Estland, Duitsland, Griekenland en Frankrijk hebben wij hun regeringen opgeroepen om alsnog hun steun voor deze wetgeving uit te spreken. Dat is gebeurd.”
De nieuwe richtlijn is bedoeld om de groeiende ‘gig-economie’ in heel Europa te reguleren en de arbeidsrechten van enkele miljoenen werknemers – momenteel ‘schijnzelfstandigen’ – veilig te stellen. De aangenomen richtlijn bevat ook een hoofdstuk over algoritmisch management op de werkplek, waarin een totaal verbod is vastgelegd op de verwerking van bepaalde datasets, waaronder de mentale toestand van de werkers, religieuze overtuiging of seksualiteit, maar ook over privégesprekken of enige informatie over de werkers buiten het platform.
“Dit is een gedenkwaardige dag voor gig-werknemers”, zei Nicolas Schmit (Luxemburg), commissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Zaken, die verantwoordelijk is voor dit dossier, na de stemming. De richtlijn moet nu officieel worden bekrachtigd door de EU-Raad en de plenaire vergadering van het Europees Parlement – wat geen problemen mag opleveren. De staten hebben vervolgens twee jaar de tijd om de wet in hun eigen nationale systemen te integreren. Schmit kan dit succes goed gebruiken in de komende EU-verkiezingen.
- EU-landen nemen eindelijk de platformwerkrichtlijn over en delen een flinke klap uit aan agressieve lobby van Uber & Co. Redactiefoto.