Files en volle treinen: bijna helft werkenden wil wel anders, maar werkgever moet erom vragen
Acht op de tien werkenden vindt het verkeer op sommige dagen te druk en vier op de tien hebben er op dinsdag en donderdag ook echt last van. Dat blijkt uit onderzoek van Kantar Public in opdracht van de Coalitie Anders Reizen (bekijk het rapport hier). De bedrijvencoalitie vroeg zich af: wat beweegt mensen om tijdens de spits de auto of trein in te stappen en wat is er nodig om op andere tijden en dagen naar het werk te gaan?
Hugo Houppermans, directeur van Anders Reizen: “We zien dat de drukte op dinsdag en donderdag intenser is geworden. Hoe fijn zou het zijn als we stress, vertraging en CO2-uitstoot vervangen door gezond, efficiënt en schoon naar je werk reizen? Dit onderzoek laat zien dat het kan.”
Het onderzoek van Kantar Public vergelijkt de verkeerspatronen van voor, tijdens en na corona met elkaar. Wat blijkt? Werkenden stappen, na een terugval in de coronaperiode, weer massaal de auto in. Uit data van het Nederlands Verplaatsingspanel dat Kantar Public heeft geanalyseerd blijkt dat het aantal verkeersbewegingen met de auto in 2023 op alle dagen is toegenomen ten opzichte van 2019 (vóór corona). De fiets is weer bijna terug op het niveau van 2019. Het openbaar vervoer heeft zich, in tegenstelling tot de fiets en de auto, nog niet weten te herpakken. De belangrijkste redenen van forenzen om niet voor de trein te kiezen zijn de slechte verbinding, drukte door uitval en beperkte capaciteit.
Houppermans: “De reispatronen zijn niet veranderd, maar extremer geworden. En de piekbelasting van de wegen en het ov is intenser. Het onderzoek laat zien hoe het anders kan: door op andere tijden en andere dagen naar het werk reizen.”
Voor vier op de tien werkende Nederlanders geldt dat zij niet gebonden zijn aan een fysieke werkplek. Deze groep Nederlanders is in staat om op andere tijden en op andere dagen naar het werk te reizen. Belangrijkste redenen om naar het werk te gaan: omdat de baas dat zo wil, omdat er overleggen gepland staan en gewoontegedrag. We veranderen niet ‘zomaar’ uit onszelf, zo blijkt. Negen van de tien werknemers wil niet ‘zomaar’ op andere dagen naar het werk komen. Maar als de werkgever daar expliciet om vraagt, dan is 48% van de werkenden die niet aan een fysieke werkplek gebonden zijn bereid om dat wel te doen.
Houppermans: “Werkgevers blijken goud in handen te hebben. Zij kunnen met medewerkers die niet vastzitten aan een fysieke werkplek én met hun teamleiders nieuwe afspraken maken. Medewerkers willen dat het nut heeft om naar kantoor te komen. Afspraken over bijvoorbeeld andere starttijden, ideale werkdagen en thuiswerken helpen daarbij.”
- Files en volle treinen: bijna helft werkenden wil wel anders, maar werkgever moet erom vragen. Foto Anders Reizen.