FNV-leden pleiten vandaag in Brussel voor juridische EU-brede bescherming voor platformwerkers; Uber en Deliveroo weigeren cao toe te passen en procederen door
Op uitnodiging van Europarlementariër Kim van Sparrentak (GroenLinks) zijn FNV-leden werkzaam bij Deliveroo en Uber vandaag, dinsdag 12 juli, bij de bijeenkomst ‘A fair future of work: the opportunity of the platform work directive’. Ze gaan er in gesprek met Europarlementariërs over de EU concept-richtlijn ter verbetering van de bescherming van platformwerkers.
FNV-riders en -chauffeurs willen de Europarlementariërs vandaag zelf vertellen hoe broodnodig het is dat hun werknemersrechten wettelijk worden beschermd. Petra Bolster, internationaal secretaris en lid DB van de FNV: “We hebben verschillende rechtszaken tegen verschillende bedrijven gevoerd. Maar ze zijn en blijven enorm hardleers. Zo hebben werknemers van Uber bijvoorbeeld, zelfs na de rechterlijke uitspraak op 13 september 2021, nog steeds niet de arbeidsrechtelijke bescherming en het cao-loon waar ze recht op hebben. Want ook al ligt er een rechterlijke uitspraak, Uber weigert domweg de cao toe te passen.”
De rechter in Nederland stelt dat riders van Deliveroo en de taxichauffeurs van Uber werknemers zijn en geen zelfstandigen. De werknemers horen daarmee onder de betreffende cao te vallen met alle arbeidsvoorwaardelijke rechten die daarbij horen. Maar Uber en Deliveroo weigeren niet alleen de cao toe te passen, ze procederen door. Bolster: “En dat betekent dat deze praktijken nog jaren kunnen doorgaan. Een zeer onwenselijke situatie. De platformbedrijven passen deze tactiek niet alleen in Nederland toe, maar in alle EU-landen.”
“Het is daarom hoog tijd voor EU-wetgeving om wettelijke kaders ter bescherming van de rechten van platformwerkers vast te leggen,” zegt Bolster. De arbeidsrelatie voor platformwerkers moet juridisch verankerd zijn en worden ingebed in het nationaal recht. Bolster: “Als je voor een platformbedrijf werkt, ben je in principe een werknemer en in loondienst, tenzij.” Dat betekent dat een werknemer niet eerst naar de rechter hoeft te gaan om aan te tonen dat er sprake is van een arbeidsrelatie. Maar dat het nationale recht ervan uitgaat dat dit zo is, volgens de criteria en vereisten van het nationale recht.
De FNV-kaderleden kunnen uit eigen ervaring goed duidelijk maken waarom het belangrijk is dat er op EU-niveau wetgeving komt die ervoor zorgt dat in de lidstaten het uitgangspunt van “werknemer, tenzij” moet gaan gelden. Bolster: “Wetgeving op dit punt is ook in de Nederlandse situatie nodig. Het zet de druk op dit kabinet om schijnzelfstandigheid concreet en ook op korte termijn aan te pakken.”
Recent heeft de minister van SZW, Karien van Gennip, in haar hoofdlijnenbrief aangegeven dat schijnzelfstandigheid moet worden aangepakt. Bolster: “Daarover zijn we het dus eens, maar er staat ten eerste geen concrete aanpak op papier en ten tweede is het op de lange baan geschoven. Platformbedrijven beroven werknemers van hun arbeidsvoorwaardenbescherming. Het reguliere arbeidsrecht is gewoon van toepassing. De FNV zal dus rechtszaken blijven aanspannen, totdat platformwerkers niet alleen als werknemers worden beschouwd, maar ook zo worden behandeld.”
- FNV-leden pleiten vandaag in Brussel voor juridische EU-brede bescherming voor platformwerkers; Uber en Deliveroo weigeren cao toe te passen en procederen door. Foto FNV.