Gerechtshof stelt uitspraak over status Uber-chauffeurs uit vanwege vragen aan Hoge Raad
De langverwachte uitspraak over de status van Uber-chauffeurs – zelfstandig ondernemer of werknemer – die het Gerechtshof Amsterdam vandaag zou doen, is voorlopig uitgesteld. De vakbond FNV, die Uber en zijn ‘zelfstandigen’ al twee jaar juridisch bevecht, is bijzonder teleurgesteld. In een reactie zegt FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha het te betreuren dat de discussie over de schijnzelfstandigheid bij Uber voortduurt. Hij wijst erop dat het bedrijf vergelijkbare zaken in Frankrijk en Groot-Brittannië al eerder heeft verloren. “Devertraging die er nu ontstaat is koren op de molen voor Uber.”
Toch heeft de vakbond ook begrip voor de vragen van het hof aan de Hoge Raad. Amrit Sewgobind, FNV-bestuurder Platformwerk: “Wij gaan vanmiddag en de komende dagen met de chauffeurs bespreken wat deze uitspraak betekent. De chauffeurs maken dat FNV deze procedure kan voeren. Vanaf het moment dat zij in opstand kwamen tegen de manier van werken van Uber, hebben we deze zaak op kunnen pakken. Zij hebben laten zien dat je samen verenigd sterk staat en dat je dan, aangesloten bij een vakbond kunt winnen van grote platforms met miljarden dollars achter de hand. Het duurt helaas nu langer, maar uiteindelijk zullen wij winnen.’
In november mogen FNV, Uber en de chauffeurs die aan de kant van het platform mee mogen procederen, meepraten over de precieze vragen van het hof aan de Hoge Raad. Vervolgens beslist het hof definitief over de te stellen vragen. Wanneer die beslissing volgt is nog niet bekend, evenals de uiteindelijke uitspraak van het hof.
De vragen gaan onder meer over de rol van het ondernemerschap bij het beoordelen van een arbeidsrelatie en over de procedure die gevolgd moeten worden bij de vaststelling van de relatie van taxichauffeurs met het bedrijf. Het hof wil van de Hoge Raad ook weten of het vergelijkbare Deliveroo-arrest van maart dit jaar van belang is voor de arbeidsrelatie en het ondernemerschap bij Uber en vraagt om verduidelijking. De maaltijdbezorgers van Deliveroo werden uiteindelijk geklassificeerd als werknemers. Voor die uitspraak had Deliveroo Nederland al verlaten vanwege de te lage winstverwachtingen.
Ook heeft het hof vragen over de procedure die de FNV volgt. De vakbond stelt dat alle Uber-chauffeurs werknemer zijn en daarmee onder de taxi-cao vallen op basis van de Wet AVV (algemene verbindend-verklaring). Het hof wil van de Hoge Raad weten of die wet geschikt is om de zaak te beoordelen.
De bedoeling was dat het gerechtshof vandaag met een eindoordeel zou komen in het hoger beroep dat taxiplatform Uber twee jaar geleden aanspande. In 2021 diende een rechtszaak aangespannen door de FNV tegen Uber, die de FNV won. Volgens de uitspraak waren de taxichauffeurs van Uber geen zelfstandige ondernemers, maar werknemers. Het bedrijf moest ze in dienst nemen en betalen volgens de taxi-cao. Uber ging onmiddellijk na de uitspraak in hoger beroep.
Maurits Schönfeld, directeur van Uber Nederland, herhaalt in De Telegraaf de internationale ‘Uber-mantra’ bij deze en gelijkwaardige rechtszaken, en zegt dat de meestechauffeurs helemaal niet in dienst willen en liever op freelance-basis werken. Ook hebben ze de vakbond niet om bescherming gevraagd. Schönfeld haalt eigen onderzoeken van Uber aan waaruit zou moeten blijken dat “meer dan 90% van onze rijders zichzelf ondernemer voelt. Zij zitten totaal niet op een contract te wachten. Dat wil slechts een minderheid.”
- Gerechtshof stelt uitspraak over status Uber-chauffeurs uit vanwege vragen aan Hoge Raad. Foto FNV.